ECLI:NL:GHDHA:2025:148
Gerechtshof Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot proceskostenveroordeling in hoger beroep inzake informatiebeschikking door de Inspecteur van de Belastingdienst
In deze zaak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin een informatiebeschikking van de Inspecteur van de Belastingdienst werd behandeld. De informatiebeschikking betrof de jaren 2005 en 2006 en was genomen op basis van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Belanghebbende trok het hoger beroep in op 9 januari 2025 en verzocht het Hof om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten. De Inspecteur betwistte dit verzoek en stelde dat belanghebbende geen recht had op een proceskostenvergoeding, omdat de noodzaak tot het instellen van hoger beroep voortvloeide uit de handelwijze van belanghebbende zelf. Het Hof heeft geen zitting gehouden, omdat partijen geen verzoek tot mondelinge behandeling hebben ingediend. Het Hof heeft het verzoek van belanghebbende om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat de noodzaak tot hoger beroep voortkwam uit het niet tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens door belanghebbende. De uitspraak van het Hof werd op 5 februari 2025 openbaar gemaakt.