ECLI:NL:GHDHA:2025:1381
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp) en toepassing van de spijtoptantenregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp) van de appellant, die eerder door de rechtbank Den Haag was opgelegd. De rechtbank had op 28 november 2024 de Wsnp van de appellant van toepassing verklaard, maar beëindigde deze op 26 mei 2025 op verzoek van de Wsnp-bewindvoerder, omdat er feiten en omstandigheden waren die aanleiding gaven om het verzoek tot toelating af te wijzen. De appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2025 heeft de appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft aangegeven dat hij inmiddels een regeling heeft getroffen met al zijn schuldeisers en dat hij, gezien zijn verslechterde gezondheid, niet langer de Wsnp wil voortzetten. De Wsnp-bewindvoerder steunde deze wens en adviseerde om de schuldsaneringsregeling niet voort te zetten.
Het hof heeft overwogen dat de appellant duidelijk heeft aangegeven de Wsnp te willen beëindigen en dat hij in staat is zijn betalingen te hervatten, wat een zelfstandige beëindigingsgrond is volgens de wet. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd, maar op andere gronden, en heeft de appellant in zijn verzoek om beëindiging van de Wsnp gerespecteerd. De uitspraak bevestigt de mogelijkheid voor schuldenaren om onder bepaalde omstandigheden de Wsnp te beëindigen, vooral wanneer zij in staat zijn om hun financiële verplichtingen na te komen.