Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/641700 / HA ZA 22/567
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 24 augustus 2023 waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam van 9 augustus 2023;
- de memorie van grieven van [appellant], met een bijlage;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in het incidentele appel, tevens akte houdende vermeerdering en wijziging van eis van Cumberland, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in het incidentele appel van [appellant].
3.Feiten en procedure bij de rechtbank
4.Beoordeling in hoger beroep
De vorderingen in hoger beroep
Ten slotte heeft Cumberland een kadasterverklaring overgelegd waarin notaris (…) het kadaster vraagt hypotheekrechten die, zoals Cumberland onbestreden heeft gesteld, verband hielden met de door haar uit de cessie verworven vorderingen, op naam te stellen van Cumberland. Anders dan Megalim c.s. stellen vermeldt de notaris in zijn verklaring niet alleen wat hij van Stack NewCo BV en Cumberland heeft gehoord, maar vermeldt hij – zoals hij op grond van artikel 37, tweede lid, van de Kadasterwet overigens verplicht is te doen – ook dat de stukken die aan de verklaring zijn gehecht hem genoegzaam hebben aangetoond dat het in te schrijven feit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Al het voorgaande laat geen andere conclusie toe dan dat de vordering uit de kredietovereenkomst tussen Megalim en de bank eerst door splitsing is overgegaan op Stack NewCo BV, en vervolgens door cessie van Stack NewCo BV op Cumberland, zodat Cumberland sindsdien gerechtigd is tot de bedoelde vordering.”
5.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 9 augustus 2023;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in principaal hoger beroep, aan de zijde van Cumberland tot op heden begroot op € 24.169,-;
- bepaalt dat als [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- veroordeelt Cumberland in de kosten van de procedure in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 1.292,-;
- bepaalt dat als Cumberland niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Cumberland de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.