Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 24 juni 2025
[appellant],
[geïntimeerde],
De zaak in het kort
Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding van 15 februari 2023, hersteld bij exploot van 8 mei 2023 waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het door de rechtbank Rotterdam tussen partijen gewezen vonnis van 22 februari 2023 (hierna: het bestreden vonnis);
- de memorie van grieven in principaal hoger beroep van [appellant] (met producties);
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep van [geïntimeerde], tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep (met producties);
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van [appellant] (met producties);
- de akte van [geïntimeerde] ter griffie ingekomen op 7 februari 2025 met producties;
- de akte van [appellant] ter griffie ingekomen op 10 februari 2025 met producties.
Feiten
“Geldleningsovereenkomst”overeengekomen. Daarin staat dat [appellant] genoemd bedrag van [geïntimeerde] leent en dat daarvoor rente is verschuldigd. Beide documenten zijn door partijen ondertekend. Het huis is op
1 juli 2013 aan [appellant] overgedragen.
Procedure in eerste aanleg
in conventiegevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, samengevat: (a) te verklaren voor recht dat [appellant] jegens [geïntimeerde] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de geldleningsovereenkomst alsmede de daarop van toepassing zijnde Algemene Bepalingen van de geldlening en hypotheekstelling, (b) [appellant] te veroordelen tot betaling aan [geïntimeerde] van (i) een bedrag van € 455.000,-- aan hoofdsom, (ii) de contractuele rente tot aan de voldoening (waarvan tot aan de datum van de dagvaarding is verschenen € 163.368,24), en (iii) contractuele boetes (waarvan tot aan de datum van de dagvaarding is verschenen € 48.500,--), te vermeerderen met de buitengerechtelijke incasso- en proceskosten.
in reconventiede opheffing van het op het huis gelegde beslag gevorderd.
in conventiede gevorderde verklaring voor recht gegeven en [appellant] veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 91.000,--. De vordering
in reconventieheeft de rechtbank afgewezen. De proceskosten zijn in conventie en in reconventie gecompenseerd.
Vorderingen in het principaal en incidenteel hoger beroep
principaal hoger beroepvordert [appellant] het bestreden vonnis te vernietigen en alsnog rechtdoende de vorderingen van [geïntimeerde] af te wijzen en haar te veroordelen in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met wettelijke rente.
incidenteel hoger beroepvordert [geïntimeerde] dat het bestreden vonnis gedeeltelijk wordt vernietigd en – zo begrijpt het hof – [appellant] een hoofdsom aan [geïntimeerde] dient te betalen van € 455.000,-- te vermeerderen met vanaf 1 juli 2013 (i) primair de gecumuleerde contractuele rente, dan wel (ii) subsidiair de enkelvoudige contractuele rente, en [appellant] te veroordelen tot de betaling van buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten van beide instanties, de nakosten daaronder begrepen.
De beoordeling van het principaal en incidenteel hoger beroep
“Caminada notarissen”. Van een authentieke (notariële) akte in de zin van
art. 40 Wet op het Notarisambt is echter geen sprake. Deze stukken zijn uitsluitend ondertekend door partijen en zijn daarmee onderhandse akten (art. 156 lid 3 Rv). Deze akten hebben tussen partijen dwingende bewijskracht van de door [geïntimeerde] gestelde geldlening (art. 157 lid 2 Rv). Deze staat tussen partijen dus vast tenzij [appellant] tegenbewijs daarvan levert.
Beslissing
- laat [geïntimeerde] toe te bewijzen dat zij met [appellant] is overeengekomen aan hem een geldbedrag van € 455.000,-- te lenen overeenkomstig de in de overeenkomst van geldlening genoemde voorwaarden ;
- bepaalt dat, als [geïntimeerde] getuigen wil doen horen, de getuigenverhoren zullen worden gehouden in een der zittingszalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris
- bepaalt dat, als één der partijen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak, opgeeft verhinderd te zijn op de genoemde datum en daarbij de verhinderdata van beide partijen in de maanden september tot en met december 2025 opgeeft, de raadsheer-commissaris (in beginsel eenmalig) een nadere datum en tijdstip voor de getuigenverhoren zal vaststellen;
- deelt mee dat het hof al beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat het niet nodig is deze voor het getuigenverhoor over te leggen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.