Uitspraak
Uitspraak van 21 mei 2025
[X] B.V.te [Z] , belanghebbende (gemachtigde A.F.M.J. Verhoeven), tegen na te noemen uitspraak.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 mei 2025 uitspraak gedaan in het verzet van [X] B.V. tegen een eerdere uitspraak van 17 oktober 2024, waarin de hoger beroepen tegen uitspraken van de Rechtbank Den Haag niet-ontvankelijk zijn verklaard. De belanghebbende, vertegenwoordigd door gemachtigde A.F.M.J. Verhoeven, heeft verzet aangetekend omdat de gronden van het verzet niet tijdig zijn ingediend. De Rechtbank had eerder op 21 december 2023 uitspraak gedaan in de belastingzaken van belanghebbende, waarbij de hoger beroepen niet tijdig waren ingediend. Het Hof heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van hoger beroep op 2 februari 2024 eindigde, maar dat de hogerberoepschriften pas op 5 februari 2024 zijn ontvangen, waardoor deze niet tijdig waren. Het verzet is op 18 november 2024 ingediend, maar de gronden ontbraken. Het Hof heeft belanghebbende gewezen op het verzuim en de mogelijkheid gegeven om dit te herstellen, maar belanghebbende heeft hier niet op gereageerd. De door belanghebbende aangevoerde gronden in de pleitnota van 1 april 2025 zijn niet voldoende om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. Het Hof heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in het verzet.