Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Kamerstukken II2012/13, 33572, nr. 3.
Appendix Certificate of non-impediment. In dit document zou de verdachte valse opgaven hebben gedaan, namelijk zowel met betrekking tot zijn huwelijkse staat als met betrekking tot (het bestaan van en) de zorg voor kinderen. In het politieproces-verbaal wordt vermeld dat het onderzoek tegen de verdachte heeft plaatsgevonden in het kader van de
Projectmatige aanpak nareisfraude.
bepaalde delictenhet aanknopingspunt vormen voor extraterritoriale rechtsmacht, wordt veelal in de eerste plaats het beschermingsbeginsel onderscheiden. Dan staan zulke vitale
nationalebelangen op het spel (bijvoorbeeld politiek of economisch gezien) dat aantasting daarvan, door wie en waar ook begaan, onder het beschermende bereik van de nationale strafwet wordt gebracht.” [1]
die algemene nationale rechtsbelangen beschermen. Het gaat hier om de misdrijven die (van oudsher) in artikel 4, onderdelen 1° tot en met 6°, Sr zijn opgenomen. Voor zover het betreft de aldaar genoemde misdrijven tegen de veiligheid van de staat, tegen de Koninklijke waardigheid, de valsemunterij, de misdrijven betreffende de van rijkswege uitgegeven zegels of rijksmerken of andere valsheidsdelicten tegen Nederlandse overheidsinstellingen is het duidelijk
dat zij de Nederlandse staatkundige structuur en economie– ook in het buitenland –
beogen te beschermen.” [2]
De rechtsbelangen die daarvoor in aanmerking (blijven) komen,
zijn thans opgenomen in artikel 4, onderdelen 1° tot en met 6°, Sr.” [4] Ook in de literatuur wordt met zoveel woorden gezegd: “(…) een inhoudelijke wijziging lijkt niet beoogd”. [5]