ECLI:NL:GHDHA:2025:1026
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van witwassen na verstrekking van bankgegevens aan bekende persoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken voor het subsidiair tenlastegelegde. De verdachte had toegang tot zijn bankrekening verschaft aan een bekende, met de bedoeling om geld over te maken zonder transactiekosten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen financieel voordeel heeft behaald en dat hij niet opzettelijk heeft gehandeld met betrekking tot het witwassen van geld. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde en veroordeeld tot een taakstraf voor het subsidiair tenlastegelegde. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde, en heeft de verdachte vrijgesproken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van wettig en overtuigend bewijs voor een veroordeling in strafzaken.