ECLI:NL:GHDHA:2024:889
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van gezamenlijk gezag in eenhoofdig gezag in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 29 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder tot eenhoofdig gezag over de minderjarigen. De vader, die in hoger beroep is gegaan, heeft verzocht om gezamenlijk gezag. Het hof heeft vastgesteld dat er geen zwaarwegende belangen zijn die een wijziging van het gezag rechtvaardigen. De communicatie tussen de ouders laat te wensen over, maar het hof is van oordeel dat de vader een betrokken ouder is die zijn verantwoordelijkheden wil nemen. De moeder heeft gesteld dat de vader niet meewerkt en dat er een patroon van slechte communicatie is, maar het hof heeft niet voldoende bewijs gezien dat de vader zich niet meewerkend opstelt. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de moeder tot wijziging van het gezamenlijk gezag in eenhoofdig gezag afgewezen. Het hof heeft wel voorwaarden gesteld aan de vader om de communicatie met de moeder te verbeteren en actief betrokken te blijven bij de opvoeding van de kinderen. De kosten van het geding zijn tussen partijen gecompenseerd.