ECLI:NL:GHDHA:2024:871
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter in ouderlijke verantwoordelijkheidskwesties met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid van minderjarigen. De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 18 juli 2023, waarin het gezamenlijk gezag over de minderjarigen werd beëindigd en aan de moeder werd toegewezen. De vader stelde dat de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Marokko ligt, terwijl de moeder betoogde dat zij nooit de intentie had om naar Marokko te emigreren en dat de minderjarigen ongeoorloofd door de vader daar werden gehouden.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarigen sinds juli 2021 feitelijk in Marokko verblijven en dat de Nederlandse rechter geen internationale bevoegdheid meer heeft om over de verzoeken van partijen te oordelen. Dit is gebaseerd op het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996, dat bepaalt dat de rechter van de verdragsstaat waar het kind voor de overbrenging zijn gewone verblijfplaats had, bevoegd blijft totdat het kind een gewone verblijfplaats in een andere staat heeft verworven. Het hof heeft geconcludeerd dat de minderjarigen inmiddels zijn geworteld in hun nieuwe omgeving in Marokko, waardoor de rechtsmacht met betrekking tot de ouderlijke verantwoordelijkheid is komen te liggen bij de Marokkaanse rechter.
De vader had ook een verzoek ingediend tot schorsing van de werking van de bestreden beschikking, maar het hof oordeelde dat hij hierbij geen belang meer had, gezien de inhoudelijke beslissing die in de hoofdzaak werd genomen. De proceskosten werden gecompenseerd, en de overige verzoeken van partijen werden afgewezen. De uitspraak benadrukt de complexiteit van internationale familierechtelijke geschillen en de noodzaak om de verblijfplaats van minderjarigen in overweging te nemen bij het vaststellen van rechtsmacht.