[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]1998,
adres: [woonadres] [woonplaats].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen vervangende hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor 1 jaar.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op of omstreeks 31 juli 2021 te Boskoop, gemeente Alphen aan den Rijn als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, de Burgemeester Colijnstraat zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen:
- hij heeft aldaar met een (veel) te hoge, althans met een hogere snelheid dan de aldaar toegestane snelheid van 30 kilometer per uur gereden en/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar niet voldoende aandacht voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse gehad en/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, ten gevolge waarvan hij met hoge snelheid tegen een aldaar rijdende/bevindende bromfiets is gebotst, waardoor (een) ander(en) (genaamd A) [slachtoffer 1] en/of B) [slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten A) breuken in twee middenvoetsbeentjes en/of een breuk aan een voetwortelbeentje en/of B) meerdere botbreuken van het linkerbeen waarvoor een amputatie boven de knie noodzakelijk was, of zodanig lichamelijk letsel werd(en) toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
1. subsidiair
hij op of omstreeks 31 juli 2021 te Boskoop, gemeente Alphen aan den Rijn als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmee rijdende op de weg, de Burgemeester Colijnstraat, als volgt heeft gehandeld:
- hij heeft aldaar met een (veel) te hoge snelheid, althans met een hogere snelheid dan de aldaar toegestane dan de aldaar toegestane snelheid van 30 kilometer per uur gereden en/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar niet voldoende aandacht voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse gehad en/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, ten gevolge waarvan hij met hoge snelheid tegen een aldaar rijdende/bevindende bromfiets is gebotst, waardoor (een) ander(en) (genaamd A) [slachtoffer 1] en/of B) [slachtoffer2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten A) breuken in twee middenvoetsbeentjes en/of een breuk aan een voetwortelbeentje en/of B) meerdere botbreuken van het linkerbeen (met als gevolg amputatie boven de knie), heeft hebben bekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden gehinderd;
2.
dat hij als degene door wiens gedraging als bestuurder van een motorrijtuig een verkeersongeval was veroorzaakt, welk verkeersongeval had plaatsgevonden aan de Burgemeester Colijnstraat te Boskoop, gemeente Alphen aan den Rijn, op 31 juli 2021, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een of meer ander(en) (te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]) aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd(en) achtergelaten;
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden en een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Nu het hof -zoals hierna weergegeven- van oordeel is dat het lichamelijk letsel dat door het verkeersongeval aan de twee slachtoffers is toegebracht van aard verschilt, zal het hof ten behoeve van de leesbaarheid van het arrest dat onderscheid in de bewezenverklaring tot uitdrukking brengen door een hernummering van het onder 1 primair tenlastelegde in 1a en 1b. Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1a
hij op
of omstreeks31 juli 2021 te Boskoop, gemeente Alphen aan den Rijn als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, de Burgemeester Colijnstraat zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos,
in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,als volgt te handelen:
- hij heeft aldaar
met een (veel) te hoge, althansmet een hogere snelheid dan de aldaar toegestane snelheid van 30 kilometer per uur gereden en
/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar niet voldoende aandacht voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse gehad en
/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, ten gevolge waarvan hij met hoge snelheid tegen een aldaar rijdende
/bevindendebromfiets is gebotst, waardoor
(een
)ander
(en) (genaamd
A) [slachtoffer 1] en/of B)[slachtoffer 2]
)zwaar lichamelijk letsel, te weten
A) breuken in twee middenvoetsbeentjes en/of een breuk aan een voetwortelbeentje en/of B)meerdere botbreuken van het linkerbeen waarvoor een amputatie boven de knie noodzakelijk was
, of zodanig lichamelijk letselwerd
(en)toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;.
1b
hij op
of omstreeks31 juli 2021 te Boskoop, gemeente Alphen aan den Rijn als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, de Burgemeester Colijnstraat zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos,
in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,als volgt te handelen:
- hij heeft aldaar
met een (veel) te hoge, althansmet een hogere snelheid dan de aldaar toegestane snelheid van 30 kilometer per uur gereden en
/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar niet voldoende aandacht voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse gehad en
/of (vervolgens)
- hij heeft aldaar de snelheid van zijn motorrijtuig niet zodanig geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, ten gevolge waarvan hij met hoge snelheid tegen een aldaar rijdende
/bevindendebromfiets is gebotst, waardoor
(een
)ander
(en) (genaamd
A)[slachtoffer 1]
en/of B) [slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten A) breuken in twee middenvoetsbeentjes en/of een breuk aan een voetwortelbeentje en/of B) meerdere botbreuken van het linkerbeen waarvoor een amputatie boven de knie noodzakelijk was, ofzodanig lichamelijk letsel werd
(en)toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
2.
dat hij als degene door wiens gedraging als bestuurder van een motorrijtuig een verkeersongeval was veroorzaakt, welk verkeersongeval had plaatsgevonden aan de Burgemeester Colijnstraat te Boskoop, gemeente Alphen aan den Rijn, op 31 juli 2021, de
(voornoemde)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij
wist ofredelijkerwijs moest vermoeden,
een of meerander
(en
) (te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]
)aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd
(en
)achtergelaten
.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om bewezen te kunnen verklaren dat de verdachte met een aanzienlijk hogere snelheid dan de ter plekke geldende maximumsnelheid van 30 km heeft gereden. Zij heeft voorts betoogd dat er sprake is van zeer onvoorzichtig rijgedrag.
De raadsman van de verdachte heeft zich wat betreft de mate van schuld van de verdachte gerefereerd aan het oordeel van het hof. Wel heeft hij in zijn pleidooi opgemerkt dat hij -anders dan de advocaat-generaal- van oordeel is dat er geen sprake is van zeer onvoorzichtig rijgedrag maar van aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag.
Het hof gaat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep uit van het volgende.
Op 31 juli 2021 heeft in Boskoop op de Burgemeester Colijnstraat een aanrijding plaatsgevonden tussen de door de verdachte bestuurde auto, een [auto], en een bromfiets [bromfiets]. De bromfiets werd bestuurd door slachtoffer [slachtoffer 1]. Slachtoffer [slachtoffer 2] zat bij hem achterop.
De verdachte reed als bestuurder van de [auto] vanuit de richting van de Badhuisweg in de richting van het Torenpad op de Burgemeester Colijnstraat ter hoogte van nummer 189 tegen de tegemoetkomende bromfiets aan waarop beide slachtoffers zaten. Na de aanrijding is de verdachte ongeveer 750 meter doorgereden, heeft hij zijn auto geparkeerd en vervolgens is hij verder doorgereden.
Op de Burgemeester Colijnstraat geldt een maximumsnelheid van 30 kilometer. De weg bestaat uit één rijbaan voor verkeer in beide richtingen. Ter hoogte van perceelnummer 189 -de plek van het ongeval- is eerst een versmalling van de weg aan de linkerzijde en daarna een versmalling aan de rechterzijde van de rijbaan. De versmallingen zijn voorzien van een attentieschild. In het proces-verbaal van verkeersongevallenanalyse wordt het volgende geconstateerd:
Gezien in de rijrichting van de personenauto had de botsing met de bromfiets kort voorbij de eerste versmalling plaatsgevonden waarbij, gezien de sporen op het wegdek, de personenauto niet aan de uiterst rechterzijde van de rijbaan reed.
Voorts beschrijft dit proces-verbaal het volgende met betrekking tot de snelheid waarmee de verdachte gereden heeft:
Om aan de hand van de schade iets over een snelheid te kunnen zeggen hebben wij de databank van Crash testservice te Duitsland geraadpleegd. Dit bedrijf voert in opdracht botsproeven uit met diverse voertuigen onder verschillende omstandigheden. In de databank waren geen botsproeven beschikbaar die representatief waren voor dit ongeval.
Echter gezien de schade aan de beide voertuigen waarbij de bromfiets zeer zwaar was beschadigd hebben wij de indruk dat de gereden snelheid van de personenauto ten tijde van de botsing met de bromfiets beduidend hoger moet zijn geweest dan de ter plaatse geldende snelheid van 30 km/h.
Met de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte is het hof van oordeel dat wettig en overtuigd bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval.
De vraag rijst in welke mate de verdachte daaraan schuld heeft gehad. Schuld in de zin van artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) houdt in dat sprake is van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Wanneer er sprake is van gedragingen met een hogere graad van verwijtbaarheid, kan dit gekwalificeerd worden als zeer onvoorzichtig en/of onoplettend handelen en in zeer ernstige gevallen als roekeloos rijgedrag. Of sprake is van dergelijke schuld hangt af van het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval.
Met de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten die op 1 januari 2020 in werking is getreden, is de reikwijdte van roekeloosheid als vorm van schuld als bedoeld in artikel 175 WVW, dat de strafbepaling van artikel 6 WVW bevat, gewijzigd. Het tweede lid van artikel 175 WVW bepaalt dat van roekeloosheid in elk geval sprake is als het gedrag tevens als een overtreding van artikel 5a, lid 1, WVW kan worden aangemerkt. In artikel 5a WVW is strafbaar gesteld het opzettelijk zich zodanig in het verkeer gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate geschonden worden, indien daarbij levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander is te duchten. Als zodanige verkeersgedragingen worden in artikel 5a WVW onder andere genoemd het onvoldoende rechts houden op onoverzichtelijke plaatsen (lid 1 sub a) en het overschrijden van de vastgestelde maximumsnelheid (lid 1 sub g).
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft erkend dat hij harder heeft gereden dan de vastgestelde maximumsnelheid van 30 kilometer. Hij heeft tegenover de politie verklaard dat hij denkt dat hij 50 heeft gereden of zo. In het proces-verbaal van verkeersongevallenanalyse wordt geconcludeerd dat de snelheid waarmee de verdachte reed beduidend hoger was dan de geldende maximumsnelheid van 30 km/u. Getuige [getuige] heeft de verdachte zien rijden vlak voor de aanrijding. Hij heeft verklaard dat hij een auto voorbij zag komen met een onnoemelijke snelheid. Hij schatte de snelheid tussen de 80 en 100 km/u.
Gelet op de bevindingen inzake de gereden snelheid in het proces-verbaal verkeersongevallenanalyse en gelet op de verklaring van getuige [getuige] en de verklaring van de verdachte zelf, is het hof van oordeel dat de verdachte ten minste met een snelheid van 60 km/u heeft gereden, hetgeen een overschrijding van 100% van de ter plaatse geldende maximumsnelheid is.
De verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan twee van de in het eerste lid van artikel 5a WVW genoemde gedragingen: hij heeft niet voldoende rechts gehouden op een onoverzichtelijke plaats -er was sprake van een wegversmalling- (lid 1 sub a) en hij heeft de krachtens de WVW vastgestelde maximumsnelheid in ernstige mate overschreden (lid 1 sub g). Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte zich aldus opzettelijk zodanig in het verkeer gedragen dat de verkeersregels in dusdanig ernstige mate zijn geschonden dat gevaar voor zwaar lichamelijk letsel van een ander te duchten was. Op grond van het bepaalde in artikel 175 lid 2 WVW is daarmee sprake van roekeloosheid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op: