ECLI:NL:GHDHA:2024:753

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
BK-23/656
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Chr. Th. P. M. Zandhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake proceskostenvergoeding en griffierecht in belastingzaak

In deze hersteluitspraak van het Gerechtshof Den Haag, gedateerd 27 maart 2024, wordt een eerdere uitspraak van 21 maart 2024 gecorrigeerd. De zaak betreft een hoger beroep van belanghebbende [X] tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland. De rechtbank had eerder op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in deze belastingzaak onder nummer SGR 22/885. Het Hof constateert dat in de eerdere uitspraak een kennelijke fout is gemaakt met betrekking tot de uitbetaling van de proceskostenvergoeding en het griffierecht. In rechtsoverweging 6.3 van de eerdere uitspraak was vermeld dat deze vergoedingen uitsluitend op een bankrekening op naam van de belanghebbende dienden te worden uitbetaald, maar deze vermelding was ook in het dictum opgenomen, wat niet de bedoeling was. Het Hof heeft deze fout hersteld en het dictum aangepast. De Heffingsambtenaar wordt veroordeeld tot betaling van € 4.248,26 aan proceskosten en € 186 aan griffierecht aan belanghebbende. Deze hersteluitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is in Mijn Rechtspraak geplaatst.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
enkelvoudige kamer
nummer BK-23/656

Hersteluitspraak van 27 maart 2024

n het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: A. Bakker)
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, de Heffingsambtenaar,
(vertegenwoordiger: […] )
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 26 mei 2023, nummer SGR 22/885.
1.1.
Het Hof heeft uitspraak gedaan op 21 maart 2024. Een afschrift van die uitspraak is aan deze uitspraak gehecht.
1.2.
Het Hof heeft in die uitspraak in rechtsoverweging 6.3 vermeld dat uitbetalingen van de proceskostenvergoeding en het griffierecht, uitsluitend dienen te worden uitbetaald op een op naam van belanghebbende staande bankrekening en heeft bij vergissing deze vermelding ook in het dictum van de uitspraak opgenomen. Naar het oordeel van het Hof is sprake van een kennelijke fout die zich leent voor herstel door middel van de onderhavige hersteluitspraak.
1.3.
Herstel van deze misslag brengt mee dat het dictum van de uitspraak met betrekking tot de vergoeding van de proceskosten en het griffierecht als volgt wordt aangepast:
“- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende,
vastgesteld op € 4.248,26; en
- gelast de Heffingsambtenaar aan belanghebbende een bedrag van € 186 aan griffierecht te vergoeden,”

Beslissing

Het Gerechtshof herstelt de uitspraak van 21 maart 2024, nr. BK-23/656, op de hiervoor in 1.3 vermelde wijze.
Deze hersteluitspraak is vastgesteld door Chr. Th. P. M. Zandhuis, voorzitter, in tegenwoordigheid van de griffier Y. Postema. De beslissing is op 27 maart 2024 in het openbaar uitgesproken.
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op: