Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de (appel)dagvaarding van 2 maart 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 3 februari 2023;
- de memorie van grieven van [appellant] ;
- de memorie van antwoord van [verweerder] , met bijlagen;
- de akte wijziging van eis van [appellant] ;
- de bijlagen nrs. 25 tot en met 28A-D en de bijlagen nrs. 16 en 17 die [verweerder] respectievelijk [appellant] ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling hebben overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
- a) [appellant] is als juridisch adviseur en fiscalist werkzaam bij advieskantoor TaXeCo Adviseurs [B] V. (hierna: TaXeCo). Daarnaast is [appellant] juridisch adviseur van de Stichting Music#MeToo (hierna: de Stichting).
- [B] ) [verweerder] is een (publiekelijk bekende) advocaat. Hij heeft onder meer slachtoffers in bekende strafzaken bijgestaan. Hij treedt op als advocaat van slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zaak rondom The Voice of Holland. [verweerder] is in het verleden werkzaam geweest bij de Koninklijke Mareschaussee.
- c) Op 15 juni 2022 heeft een persoon onder de naam [B] (hierna: [B] ) online een melding gedaan bij de politie. In deze melding verklaart [B] dat zij sinds 2000 werkzaam is geweest bij Defensie en dat zij bij een (door haar niet nader gespecificeerd) evenement is betast door [verweerder] .
- d) Op 23 juni 2022 heeft de Stichting aan medianetwerk Talpa en aan ANP een persbericht verzonden waarin staat dat er een melding is gedaan dat [verweerder] zich heeft schuldig gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag. Talpa en ANP hebben het persbericht niet gepubliceerd. Kort voor het verzenden van het bericht aan Talpa had de Stichting [verweerder] om weerwoord verzocht.
- e) [verweerder] heeft de beschuldiging dezelfde dag via zijn Twitteraccount met klem van de hand gewezen. Diezelfde dag heeft Algemeen Dagblad (hierna: AD) een artikel gepubliceerd onder de titel ‘Advocaat [verweerder] woest over aantijging van stichting Music#MeToo: ‘Donder toch op’.
- f) [verweerder] heeft tegen [appellant] aangifte gedaan van onder andere laster.
- g) Op 29 juni 2022 heeft [appellant] op zijn Twitteraccount een persbericht van de Stichting gedeeld met een reactie op de reactie van [verweerder] .
- h) Op 30 oktober 2022 heeft NRC een artikel gepubliceerd over [appellant] .
- i) Op 2 november 2022 heeft [B] bij een notaris een verklaring onder ede afgelegd. In de daarvan opgemaakte akte is de naam van de notaris onleesbaar gemaakt. Hierin verklaart [B] dat zij van 2000 tot een onleesbaar gemaakt jaartal bij Defensie heeft gewerkt. Het onderdeel waar zij heeft gewerkt en de naam van haar toenmalige leidinggevende zijn onleesbaar gemaakt. [B] verklaart hierin verder dat zij een online melding heeft gedaan bij de politie dat zij tijdens ‘een evenement’ seksueel is misbruikt door [verweerder] , en dat zij besloten heeft tot deze melding na het zien van een video van de Stichting en dat zij juridische bijstand heeft gevraagd aan [appellant] . Zij verklaart ook dat in de politiemelding haar naam gedeeltelijk is weggevallen.
- j) Naar aanleiding van het NRC-artikel hebben [appellant] en TaXeCo in november 2022 bij de rechtbank Amsterdam een kort geding aanhangig gemaakt tegen NRC en rectificatie gevorderd. In dit kort geding hebben [appellant] c.s. [B] ’s notariële verklaring van 2 november 2022 ingebracht. Bij vonnis van 18 november 2022 heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam de vordering van [appellant] c.s. afgewezen.
- k) Op 3 november 2022 heeft [appellant] bij de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een kort geding aanhangig gemaakt tegen onder meer Talpa en [persoon] . In dit kort geding heeft [appellant] rectificatie gevorderd van in een televisieprogramma gedane uitlatingen, waarin onder andere de beschuldigingen aan het adres van [verweerder] aan de orde kwamen. Ook in dit kort geding heeft [appellant] [B] ’s notariële verklaring van 2 november 2022 ingebracht. Bij vonnis van 25 november 2022 heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland de vordering van [appellant] afgewezen.
- l) Op 11 november 2022 heeft AD met als titel ‘Advocaat [verweerder] doet wéér aangifte tegen adviseur (...), nu wegens valsheid in geschrifte’ op haar website een artikel gepubliceerd met de volgende inhoud:
4.Procedure bij de voorzieningenrechter in de rechtbank
subsidiair:[verweerder] te veroordelen tot het doen van een door de voorzieningenrechter te formuleren rectificatie, zulks op straffe van een dwangsom;
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
eiswijziging
het plegen van meerdere keren valsheid in geschriftevanwege het indienen van,
volgens [verweerder] , ‘valse stukken’bij de rechtbanken in Amsterdam en Lelystad.’
het vermeende seksueel overschrijdende gedrag verzonnen.’
zowel naam als verklaring verzonnen en maakt [appellant] zich daarmee schuldig aan valsheid in geschrifte.’