Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 9968112 / CV EXPL 22-19992
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 20 maart 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 27 januari 2023;
- het arrest van dit hof van 25 april 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 juni 2023;
- de memorie van grieven van [appellant], met bijlagen;
- de memorie van antwoord van Hef Wonen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
- primair dat voor recht wordt verklaard dat zij de huurovereenkomst per 9 november 2021 terecht heeft ontbonden;
- subsidiair de huurovereenkomst te ontbinden;
- [appellant] te veroordelen de woning te ontruimen en tot aan die ontruiming een bedrag van € 560,04 per maand te voldoen;
- [appellant] te veroordelen in de kosten van het geding.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Inleiding, vordering in reconventie
nietde huurovereenkomst ten einde kwam, heeft [appellant] niet gesteld dat er tussen hem en Hef Wonen nader contact is geweest over de beëindigingsovereenkomst. Dat [casemanager] door Hef Wonen is geïnstrueerd om [appellant] onjuist voor te lichten, en dat hij daadwerkelijk door [casemanager] onjuist is voorgelicht, blijkt ook nergens uit.
7.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 27 januari 2023;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van hef Wonen tot op heden begroot op € 783,- aan verschotten en € 2.428,- aan salaris advocaat en € 178,- aan nakosten;
- bepaalt dat als [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit arrest heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,00;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.