ECLI:NL:GHDHA:2024:562
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Erkenning van Syrische huwelijks- en geboorteakten en benoeming van een bijzondere curator in een internationaal privaatrechtelijke context
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een Syrisch huwelijk en de geboorteakten van de minderjarige kinderen van de man en de vrouw. De man, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Den Haag, verzoekt erkenning van zijn huwelijk met de vrouw en de geboorteakten van hun kinderen. De rechtbank had deze verzoeken afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat het huwelijk rechtsgeldig was volgens het Syrische recht en de geboorteakten niet waren opgemaakt door een bevoegde instantie. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de documenten die de man heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn verzoeken. Het hof concludeert dat de overgelegde documenten niet voldoen aan de eisen voor erkenning in Nederland, omdat de echtheid en de bevoegdheid van de afgevende instanties niet konden worden vastgesteld. Het hof heeft de primaire en subsidiaire verzoeken van de man afgewezen, maar heeft wel een bijzondere curator benoemd om de belangen van de minderjarigen te behartigen. De bijzondere curator zal zich uitlaten over de afstammingskwestie naar Turks recht en kan namens de minderjarigen een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap indienen. De beslissing van het hof is in het openbaar uitgesproken.