ECLI:NL:GHDHA:2024:535
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep van [X] B.V. tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het verschuldigde griffierecht van € 548,00 niet is betaald. De belanghebbende had op 18 april 2023 hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de betalingsverplichting en de gevolgen van het niet tijdig betalen van het griffierecht. Ondanks deze waarschuwingen heeft de belanghebbende nagelaten het griffierecht te voldoen. De gemachtigde van de belanghebbende stelde ter zitting dat het ontbreken van het adres van het onroerend goed op de nota griffierecht de betaling bemoeilijkte. Het Hof oordeelde echter dat geen rechtsregel vereist dat het adres op de nota vermeld moet worden en dat de belanghebbende voldoende informatie had om de betaling te verrichten. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende in verzuim was en verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk. Er zijn geen proceskosten toegewezen.