Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Vereniging van Eigenaars [adres 1]
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het procesverloop
3.De feiten
“(…) [controleur BBH] informeerde mij zojuist dat alles duidelijk is afgesproken en ga aldus akkoord met de aangepaste offerte.(…)”Bij e-mail van 16 januari 2019 heeft Verzicht aldus gereageerd (met onder anderen [geïntimeerde] in de cc) op een verslag dat [appartementseigenaar] had gemaakt van een gesprek met [medewerker BBH 2] en waarin stond dat de offerte meerwerk fase 2 nog moest worden vrijgegeven:
“(…)Zoals vorige maand geïnformeerd is de offerte meerwerk fase 2 rechts na overleg al op 10/12 akkoord bevonden. Begrijp niet waarom het werk nu weer een maand uitloopt. Dit geeft begrijpelijkerwijs problemen met de bewoners (…)”.
“(…)Daarnaast moesten wij steeds lang wachten wanneer wij akkoord kregen op de offertes. De laatste aanbieding voor extra werk loopt al vanaf 7 februari jl.
“Hoe staat het met deze klus. Wanneer gaan jullie de zaken afronden?”) heeft [geïntimeerde] per e-mail van 6 juni 2019 geantwoord:
(…)Wij hebben alles direct na het steiger afbreken afgerond.Het parkeer terrein is aangespoten met water en de kozijnen zijn gereinigd.(…)
4.De procedure bij de kantonrechter
5.De vordering en het verweer in hoger beroep
6.De beoordeling in hoger beroep
"De garantiebepalingen voor het impregneer en voegwerkzaamheden is 10 jaar afbouwend en op reparaties en binten is dit 2 jaar."Dat deze garanties gelden, en dat zij [geïntimeerde] , ondanks het ontslag van aansprakelijkheid van artikel 7:758 lid 3 BW, bij een tijdig beroep kunnen verplichten tot herstel van gebreken, is door [geïntimeerde] niet betwist.