Uitspraak
- het verzenden van aangepaste of opgehoogde offertes aan [stichting 1], waarin de vermelde bedragen door de verdachten waren afgestemd;
- het zenden van een memo (DOC-215-18b-d) aan de [stichting 1] manager met daarin de offerteprijzen, de selectiecriteria en de scores van de diverse partijen (schoonmaak bedrijven);
- het aldus laten gunnen van de opdracht aan de betreffende partij;
- het (laten) zenden van facturen aan [stichting 1];
- het betaalbaar stellen en accorderen van die facturen;
- het telkens tegenover [stichting 1] verzwijgen dat de beide [stichting 1] medewerkers een vergoeding/betaling kregen van de opdrachtnemers.
oplichtingshandelingente stellen eisen en over de uit het bestanddeel ‘bewegen tot’ voortvloeiende causaliteit heeft de Hoge Raad in zijn overzichtsarrest (ECLI:NL:HR:2016:2892; NJ 2017/157) het volgende overwogen (markering is door het hof toegevoegd):
2.3.1.
Sr is vereist dat iemand door zo een oplichtingsmiddel wordt ‘bewogen’ tot de in die bepaling bedoelde handelingen. Van het in het bestanddeel ‘beweegt’ tot uitdrukking gebrachtecausaal verband is sprake als voldoende aannemelijk is dat het slachtoffer mede onder invloed van de door het desbetreffende oplichtingsmiddel in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken is overgegaan tot de afgiftevan enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld als bedoeld in art. 326, eerste lid, Sr.
oogmerkvan wederrechtelijke bevoordeling valt volgens vaste jurisprudentie niet alleen het directe (naaste) doel van de verdachte, maar ook het noodzakelijkheidsbewustzijn, dat wil zeggen het gevolg waarvan de verdachte beseft dat het een noodzakelijke gevolg van de (oplichtings)handeling zal zijn.
voorafgaandmisdrijf.
2.Hij op een of meerdere tijdstip(pen)in of omstreeksde periode van 23 augustus 2017 tot 1 november 2018 te Hellevoetsluis en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met (een)ander(en), althans alleen,meermalen, althans eenmaal, een of meerderefactu(u)r(en) (telkens)ten name van [naam bedrijf medeverdachte 20] te Hellevoetsluis gericht aan
(DOC-142-3 en/of -3A);en
/of
(DOC-172-1 t/m -6);en
/of
(DOC-173-1 en DOC-173-2);en
/of
(DOC-176-1 en DOC-176-2);en
/of
(DOC-175-1 en -2); en/of
(een)geschrift
(en
) dat/die bestemd
was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt
en/of vervalst, en/of valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen en/of laten vervalsen door (een) ander(en),immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn
, verdachtes,mededader
(s
),
(telkens
)valselijk in strijd met de waarheid op genoemde factu
(u)r
(en
)werkzaamheden vermeld
en/of geschreven en/of opgenomen, en/althans door een ander(en) doen en/of laten vermelden en/of schrijven en/of opnemen,die in werkelijkheid niet
en/of niet in die omvang door hem, verdachte (handelend onder de naam [naam bedrijf medeverdachte 20]) waren verricht,
in elk geval niet voor zulk(e) (een) bedrag(en) had(den) plaatsgevonden, (en/of op die factu(u)r(en) genoemde bedrag(en) in werkelijkheid betrekking had(den) op het betalen van en/of het in zijn, verdachtes, administratie afdekken van de betaling van steekpenningen aan hem, verdachte, en/of de verdeling/doorbetaling van steekpenningen aan/met [medeverdachte 1]),zulks
(telkens
)met het oogmerk om die
/datgeschrift
(en
)als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.Hij op een of meerdere tijdstip(pen)in of omstreeksde periode van 27 maart 2017 tot en met 7 november 2018 te Hellevoetsluis en/of Rotterdam en/of Berkel en Rodenrijs en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,meermalen, althans eenmaal,aan [medeverdachte 1], geboren [geboortedatum medeverdachte 1] 1986 te [geboorteplaats medeverdachte 1, anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking als (senior) vastgoedbeheerder bij woningcorporatie [stichting 1], en/of aan [medeverdachte], geboren 3 oktober 1967 te Rotterdam, anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking als medewerker sociaal beheer bij woningcorporatie [stichting 1],naar aanleiding van hetgeen die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte],in strijd met zijn/hunplicht in zijn/hunbetrekking(en)heeft/hebbengedaan en/ofnagelaten dan wel zal/zou/zullen/zouden doen en/of nalaten, meermalen, althans eenmaal, (een)belofte(n), te weten de toezegging/instemming om die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte]geldbedrag(en)te betalen, en/ofgift(en), te weten een ofmeerdere geldbedrag(en)van (in totaal) (ongeveer):
, (1-OPV/ZPV-6 p. 281);en
/of
1-OPV/ZPV-6 p. 285);en
/of
(1-OPV/ZPV-6 p. 290/291);en
/of
(1-OPV/ZPV-6 p. 298);
zijhij, verdachte, redelijkerwijs had moeten aannemen dat deze [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte] had(den) gehandeld en/of zou(den) handelenhandeltin strijd met zijn
/hunplicht.
4.
op een of meerdere tijdstip(pen)in de periode van omstreeks 27 maart 2017 tot en met 7 november 2018
te Hellevoetsluis en/of Rotterdam en/of Berkel en Rodenrijs en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meerdereandere (rechts)perso
(o)n
(en
),
althans alleen,meermaals,
althans eenmaal,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [stichting 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, en
/of tot het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens en/of tothet aangaan van een schuld
of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)
(een)opdracht
(en
)van [stichting 1] (voor
dat/die opgehoogde en
/ofafgestemde bedrag
(en
)),
gegund en/oflaten
/doengunnen aan
[ingenieursbureau] B.V. en/of[naam bedrijf 4]. en
/of[medeverdachte 24] en
/of[medeverdachte 26] en
/of[medeverdachte 28] en
/of (andere) derde(n);
(u)r
(en
) gezonden aan en/of ingediend en/of doen/laten zenden en/of indienen bij [stichting 1], terwijl
het/de op die factu
(u)r
(en
)vermeld
de bedrag
(en
) (veel)hoger
was/waren dan de
/hetwerkelijke
/oorspronkelijkebedrag
(en
)voor de betreffende werkzaamheden
; en/of
(een)geldbedrag
(en
)van
(in totaal
) (ongeveer):
1-OPV/ZPV-6, p. 281);en
/of
36.300,0030euro exclusief BTW
(1-OPV/ZPV-6 p. 0285);en
/of
(1-OPV/ZPV-6 p. 0285);en
/of
(1-OPV/ZPV-6 p. 0291);en
/of
(1-OPV/ZPV-6 p. 0298),
/oftot
afgiftehet aangaanvan
een ofmeerdere schriftelijke overeenkomst
(en
)aan
[ingenieuwsbedrijf] B.V. en/of[naam bedrijf 4] en
/of[medeverdachte 24] en
/of[medeverdachte 26] en
/of[medeverdachte 28];
5.
op een of meerdere tijdstip(pen)in de periode van omstreeks 27 maart 2017 tot en met 24 juli 2019
te Hellevoetsluis en/of Rotterdam en/of Berkel en Rodenrijs en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meerdereandere (rechts)perso
(o)n
(en
),
althans alleen, meermaals, althans eenmaal,
a) (telkens) van een of meerdere (grote) geldbedrag(en) en/of goederen, te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal) (circa):
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en) en/of goed(eren), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist (en), althans redelijkerwijs moest (en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp (en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
(grote)geldbedrag
(en
) en/of goederen, te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal) (circa):
en/of heeft omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten vorengenoemd(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt,terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
), althans redelijkerwijs moest (en) vermoedendat bovenomschreven voorwerp
(en
)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)van het plegen van dat feit een gewoonte
heeft/hebben gemaakt.
3. Lopende procedures
De huidige werkzaamheden van [stichting 1] worden voortgezet door de Verkrijgende Stichtingen, ieder voor wat betreft het gedeelte van de vermogensbestanddelen die zij verkrijgt, zoals opgenomen in de voormelde en aan dit voorstel gehechte beschrijving van vermogensbestanddelen (Bijlage 4).”
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
€ 102.850,00 (honderdtweeduizend achthonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.