Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 10 augustus 2022, waarmee Vaanster in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Leiden van 1 juni 2022 (hierna: het bestreden vonnis);
- het arrest van dit hof van 25 oktober 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 januari 2023;
- de memorie van grieven van Vaanster, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van DSV, met één bijlage;
- de akte overlegging aanvullende producties met bijlagen 8 en 9 die Vaanster ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
Artikel 1. Opdracht werkzaamheden, looptijd
(…) Ik ben vorige week nog bij DSV geweest om dit te bespreken. Vanuit DSV zal er geen toestemming komen om een gezamenlijke ABN-bankrekening te openen. Dit heeft te maken met de slechte financiële situatie waarin DSV zich bevindt. Ik heb bij DSV aangegeven dat wij daardoor niet onze dienstverlening optimaal kunnen uitvoeren. (…)”
(…) Op 25 februari jl. ben ik bij u op kantoor geweest en een gesprek gehad met (…). In dit gesprek heb ik aangegeven dat gezien de ontwikkelingen huidige contract niet meer past. (…). In de afgelopen periode zijn mij een aantal zaken opgevallen waaronder de coördinatie en opvolging van storingen aan de WKO installatie’s. In het beheerscontract staat vermeld dat u als partner de storingen en klachten coördineert. Aangezien als onze WKO installatie’s over een GBS beschikken komen de storingen bij Vaanster binnen en die coördineert het gehele proces. Van storing tot het aansturen en melden van deze storing bij de onderhoudspartner (Firma de Groot) Dat is tot op heden nog nooit gebeurd en hierbij blijft u in gebreke: te weten niet opvolgen en coördineren van verstoringen aan de WKO installaties. Dat is precies de reden waarom DSV het contract wilt ontbinden omdat Vaanster niet doet wat er afgesproken is. U gaf mij in de mail aan van 20 april jl. dat u zeer binnenkort contact met mij zou opnemen. Aangezien dat niet gebeurde heb ik wederom contact met u gezocht per mail omdat u telefonisch niet bereikbaar was op 8 mei. Ook na deze heb ik regelmatig uw kantoor gebeld zonder resultaat. Ook hierin blijft de communicatie te wensen over. Ik verzoek u binnen 2 weken (voor 30 juni 2020) inhoudelijk op deze brief te reageren, bij geen reactie beschouwt DSV/Verzorgd leven het contract als ontbonden.”
(…) DSV heeft meerdere malen zowel schriftelijk als mondeling aangegeven dat zij ontevreden is over de dienstverlening, heeft dit toegelicht en is van mening dat Vaanster in gebreke blijft en er zwaarwegende gronden zijn om het contract te ontbinden.Dhr. van de Braak geeft aan dat de slechte/ matige dienstverlening vanuit Vaanster wordt veroorzaakt door het feit dat DSV geen bankrekening heeft geopend. Dit lijkt ons onwaarschijnlijk aangezien de facturen tot dusver netjes zijn betaald. Het niet openen van een bankrekening van DSV heeft dus geen invloed op de performance van Vaanster.Mocht Vaanster belang hechten aan het nakomen van haar dienstverlening aan DSV dan wil DSV antwoord op de volgende vragen:1. Welke diensten levert Vaanster aan DSV voor een bedrag van € 41.838,72? Graag gespecificeerd weergeven.2. Waarom heeft u niet tijdig de rapportage’s aangeleverd? (...)Daarnaast wil DSV een gespecificeerde indicatie van de afkoopsom ontvangen.Mocht Vaanster van mening dat zij haar dienstverlening kan verbeteren dan wil DSV binnen twee weken een plan van aanpak ontvangen.”
(…) Daar Vaanster meent een rekening te moeten openen om de dienst te kunnen leveren. Echter is het een wanprestatie dat de rapporten niet geleverd worden, de storingen niet opgevolgd worden en dus geen kwaliteit geleverd wordt. Onze volgende afspraak is dinsdag 6 oktober waarin u hierop terugkomt met een constructieve oplossing om deze impasse te doorbreken en tot een oplossing te komen.”
(…) Zoals toegelicht is deze bedoeld om jullie in het gesprek mee te nemen in de huidige stand van de beheerovereenkomst. Meer inzage te geven in de inhoud en doelstelling van de beheerovereenkomst. Evenals een oplossing te geven voor het aanpassen of eindigen van de overeenkomst. Tijdens het gesprek waren hier vanuit DSV geen vragen over, en ik ga er vanuit dat de inhoud verder duidelijk is (…).”
“
(…) Bij brief van 16 juni 2020 heeft cliënte aangegeven dat de coördinatie en opvolging van storingen door Vaanster niet plaatsvindt. Bij brief van 30 juli 2020 heeft cliënte Vaanster vervolgens verzocht aan te geven welke diensten zij levert, en waarom er geen rapportages worden aangeleverd.In reactie op laatstgenoemde brief geeft Vaanster, kort en zakelijk weergegeven, aan dat zij haar verplichtingen voortvloeiende uit de Overeenkomst niet nakomt. Ook uit de presentatie van 29 oktober 2020 volgt dat Vaanster gedurende de looptijd van de Overeenkomst (bijna twee jaar) nagenoeg geen enkele daaruit voortvloeiende verbintenis is nagekomen. DSV wordt daarentegen wel gehouden de overeengekomen vergoeding te voldoen.In de brief van 1 september 2020 verwijst Vaanster daarbij naar de ‘randvoorwaarden’ als genoemd in artikel 2.11 van de Overeenkomst. De verwijzing naar deze ‘randvoorwaarden’ baat Vaanster niet, en wel vanwege het navolgende.(…)Los van het voorgaande zijn partijen een opstartperiode overeengekomen. Overeenkomstig artikel 1.3 van de Overeenkomst dient Vaanster in die periode de aangeleverde projectdossiers te screenen op volledigheid. De naar de mening van Vaanster ontbrekende bescheiden zijn niet eerder dan in de brief van 1 september 2020 door Vaanster genoemd.Daarnaast wijs ik er nog op dat partijen bij wederkerige overeenkomsten gehouden zijn hun gedrag mede te doen bepalen door elkaars gerechtvaardigde belangen. Voor zover Vaanster de Overeenkomst al niet kon uitvoeren wegens het ontbreken van stukken of informatie, had Vaanster niet mogen nalaten dat aan cliënte te melden en daarom te vragen.Gezien het voorgaande verzoek en zonodig sommeer ik u om binnen drie weken na heden de verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst, als gespecificeerd in Bijlagen 1a en 1b, integraal na te komen, waaronder - maar niet uitsluitend - het onderhoud en technisch beheer, de monitoring, de coördinatie en afhandeling van storingen en klachten, rapportage op storingen en het financiële beheer, en die nakoming verifieerbaar aan te tonen.Voor zover Vaanster binnen de hiervoor genoemde termijn haar verplichtingen voortvloeiende uit de Overeenkomst niet, niet behoorlijk of niet volledig nakomt, wordt reeds nu voor alsdande Overeenkomst conform artikel 8.1 ontbonden. (…)”
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
- De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de feiten te beperkt en dus onvolledig weergegeven en verschillende bijlagen niet in zijn overwegingen betrokken (grief 1). Deze grief is hiervoor in 3.1 reeds aan de orde gekomen.
- Ten onrechte heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen sprake is van schuldeisersverzuim aan de zijde van DSV (grief 2).
- Gelet hierop is de volledige vordering van Vaanster inclusief rente en kosten ten onrechte niet toegewezen (grief 3).
- Er was geen basis voor toewijzing in reconventie van de gevorderde verklaring voor recht dat op 27 mei 2021 de beheerovereenkomst door DSV terecht is ontbonden (grief 4).
- Ten onrechte heeft de kantonrechter in het dictum in reconventie het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, nu een verklaring voor recht, zoals toegewezen, zich daar niet voor leent (grief 5).
- De kantonrechter heeft de proceskosten ten onrechte in conventie gecompenseerd en in reconventie aan DSV toegewezen (grief 6).