Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 28 oktober 2023, waarmee SCT in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 29 juli 2022 (hierna: het bestreden vonnis);
- het arrest van dit hof van 24 januari 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast (deze is niet gehouden);
- de memorie van grieven, met bijlage;
- de memorie van antwoord, tevens vermeerdering van eis, met bijlagen;
- de akte uitlating producties en uitlating vermeerdering eis van SCT;
- de antwoordakte van Brovisuals.
3.Feitelijke achtergrond
Artikel 2 – Levering van dienst en vergoeding1. Partij 2[Brovisuals, hof]
stelt een online platform ter behoeve van het reserveren van afspraken en doorgeven van informatie aan derden ter beschikking aan Partij 1 genaamd ‘Speedcovidtest’[SCT, hof].
2. In ruil voor de in lid 1 genoemde diensten keert Partij 1 aan Partij 2 een fixed fee uit van EUR 1,- (een euro) exclusief 21% BTW per ingeplande afspraak door afnemers.3. Facturatie van de in lid 3 genoemde fixed fee vindt wekelijks plaats door Partij 2 aan Partij 1. (…)”
(…) Ik zag dat het in de afgelopen weken lekker oploopt met het aantal afspraken in de Speedcovidtest website. Fijn! Even het volgende: van week 21 en 22 heb ik nog geen overzicht van je ontvangen en er staat nog eenfactuuropen van week 19 en 20. Kun je daar zorg voor dragen? Lukt het jou om vanaf deze week weer even de routine op te pakken van het toesturen van een wekelijks overzicht per mail? Alvast dankt en ik zie bovenstaande zaken graag tegemoet.”
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
- bij de werkgeverstesten was sprake van een ander testmodel zonder marge voor SCT;
- SCT was feitelijk gedwongen om de werkgeverstesten aan te bieden met verlies;
- de vergoeding voor Brovisuals was overeengekomen toen er nog geen sprake was van gesubsidieerde werkgeverstesten, maar alleen van winstgevende commerciële testen;
- de overeengekomen werkzaamheden voor Brovisuals bleven gelijk, namelijk het beschikbaar stellen van het platform en het daarvoor verrichten van enkele werkzaamheden;
- Brovisuals was bekend met de uitvoering van de werkgeverstesten en met het feit dat die werkgeverstesten niet winstgevend waren voor SCT en dat daarvoor de vergoeding niet gold.
7.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 29 juli 2022;
- veroordeelt SCT tot betaling aan Brovisuals van € 6.699,- te vermeerderen met 21% btw en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente op grond van artikel 6:119a BW vanaf 30 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt SCT in de kosten van het principaal en incidenteel hoger beroep, wat betreft het principaal hoger beroep tot op heden aan de zijde van Brovisuals begroot op € 783,- aan verschotten (griffierecht) en € 1.821,- aan salaris advocaat (1,5 punt x tarief II) en in incidenteel hoger beroep aan de zijde van Brovisuals tot op heden begroot op nihil aan verschotten en € 607,- aan salaris advocaat (1 punt x factor 0,5 van tarief II) en € 178,- aan nasalaris, te verhogen met € 92,- en explootkosten indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.