Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest 27 februari 2024
Het verloop van het geding
Het vonnis van 27 juli 2022
De vordering van appellanten
De beoordeling van het hoger beroep
Proceskosten
Beslissing
- Griffierecht € 783,-;
- Kosten advocaat € 13.284,-;
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen erfgenamen en de executeur-afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van [erflater 1]. De zaak is ontstaan na het overlijden van [erflater 1] op [datum 1] 2016, waarbij [executeur 1] was benoemd tot executeur. De erfgenamen hebben bezwaar gemaakt tegen de door [executeur 1] afgelegde rekening en verantwoording, alsook tegen de kosten die hij in rekening heeft gebracht. De rechtbank Den Haag heeft op 27 juli 2022 een vonnis gewezen waarin de rechtbank de door [executeur 1] afgelegde rekening en verantwoording heeft afgekeurd en hem heeft veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de nalatenschap. De zaak is in hoger beroep gekomen, waarbij de appellanten, bestaande uit de erfgenamen, de grieven hebben geformuleerd tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft de grieven van appellanten besproken en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld. Het hof heeft de kosten die door [executeur 1] in rekening zijn gebracht als excessief beoordeeld en heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bekrachtigd. Het hof heeft ook geoordeeld dat [executeur 1] onrechtmatig heeft gehandeld door buitensporig te declareren en heeft hem veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de nalatenschap. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van [executeur 1] gesteld.