ECLI:NL:GHDHA:2024:357

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
8 maart 2024
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
22-004873-19
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van niet-ambtelijke omkoping door medewerker containerbedrijf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, een medewerker van een containerbedrijf, was in eerste aanleg vrijgesproken van de tenlastegelegde niet-ambtelijke omkoping. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte ontvankelijk verklaard, maar niet-ontvankelijk verklaard voor zover het gericht was tegen de vrijspraak in eerste aanleg. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging dat de verdachte giften had aangenomen in ruil voor waardevolle informatie. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld, maar het hof oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging. De verdachte werd vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde feit. Tevens werd de teruggave van een in beslag genomen Samsung telefoon aan de verdachte gelast.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004873-19
Parketnummer: 10-750271-18
Datum uitspraak: 8 maart 2024
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 8 oktober 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [woonadres] [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar, met aftrek van voorarrest. Tevens is beslist op het beslag, zoals omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is door rechtbank Rotterdam vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – voor zover thans nog aan de orde - tenlastegelegd dat:
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 10 juli 2018 te Rotterdam en/of Ridderkerk en/of Schiedam en/of Spijkenisse en/of Rhoon en/of Rijswijk en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, anders dan als ambtenaar, namelijk als medewerker werkzaam in dienstbetrekking bij [bedrijf] naar aanleiding van hetgeen hij, verdachte, in zijn dienstbetrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een of meer gifte(n) en/of een of meer belofte(s), namelijk, één of meerdere grote, contante, geldbedragen heeft aangenomen, en dit aannemen in strijd met zijn plicht heeft verzwegen tegenover zijn werkgever.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
14 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich – op gronden zoals nader vermeld in het schriftelijke requisitoir en onder verwijzing naar het vonnis waarvan beroep - op het standpunt gesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde niet-ambtelijke omkoping.
Standpunt verdediging
Namens de verdachte is bepleit – op gronden zoals nader vermeld in de pleitnotities van de raadsman – dat de verdachte dient te worden vrijgesproken.
Oordeel van het hof
Gelet op de feitelijke uitwerking in de tenlastelegging van het verwijt dat aan verdachte wordt gemaakt, is voor een bewezenverklaring van doorslaggevend belang of de verdachte (in de tenlastegelegde periode) daadwerkelijk een of meer contante geldbedragen heeft aangenomen.
In dat verband bevat het dossier twee tapgesprekken die in die richting wijzen, in die zin dat aan verdachte ‘vier kop’ betaald zou zijn. Dit betreft tapgesprekken tussen de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], waarbij de verdachte zelf niet betrokken is. Overtuigend steunbewijs voor het daadwerkelijk plaatsgevonden hebben van een betaling aan de verdachte ontbreekt naar het oordeel van het hof echter in het omvangrijke dossier. Het verhandelde ter terechtzitting biedt ook overigens onvoldoende steun voor het verwijt dat de verdachte een bedrag in contanten heeft aangenomen. Daar komt bij dat in het algemeen de nodige behoedzaamheid dient te worden betracht bij het hanteren van tapgesprekken voor het bewijs, zeker indien - al dan niet door verhullend taalgebruik – niet zonder meer helder is hoe gesprekken moeten worden uitgelegd en/of welke betekenis en waarde moet worden gehecht aan de in die gesprekken gedane uitlatingen. Dit klemt te meer nu zich in het dossier wel tapgesprekken bevinden die
oververdachte gaan, maar er geen tapgesprekken zijn waaraan de verdachte
zelfheeft deelgenomen.
Tegen die achtergrond kan naar het oordeel van het hof dan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte als medewerker werkzaam in dienstbetrekking bij [bedrijf] naar aanleiding van hetgeen hij in zijn dienstbetrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, contant geld heeft aangenomen, en dit aannemen in strijd met zijn plicht heeft verzwegen tegenover zijn werkgever. Dat de verdachte wel op verschillende momenten en wijze contact heeft gehad met medeverdachten die zich hebben beziggehouden met (de voorbereiding van) de invoer van cocaïne doet aan het voorgaande niet af, nu uit die contacten niet valt af te leiden dat enige betaling aan de verdachte heeft plaatsgevonden.
Concluderend is het hof derhalve van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de aan verdachte toebehorende Samsung telefoon zal worden verbeurdverklaard.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen en niet teruggegeven Samsung telefoon zal het hof evenwel – gelet op de hiervoor gegeven beslissing tot vrijspraak – de teruggave aan verdachte gelasten.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 telefoon (Samsung).
Dit arrest is gewezen door mr. H.M.D. de Jong,
mr. M.A.J. van de Kar en mr. B.P. de Boer, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 8 maart 2024.