Uitspraak
[klaagster],
,
1.Het beklag
individuele ambtenaren van de Belastingdienst,beklaagden, niet te vervolgen ter zake van (beroepsmatige) discriminatie.
Gerechtshof Den Haag
In deze beschikking van het Gerechtshof Den Haag, gegeven op 20 februari 2024, wordt het beklag van klagers tegen de beslissing van de officier van justitie om individuele ambtenaren van de Belastingdienst niet te vervolgen, afgewezen. Klagers hebben aangifte gedaan van discriminatie door ambtenaren van de Belastingdienst, die naar hun mening strafbaar hebben gehandeld door etniciteit en nationaliteit als frauderisicosignalen in het anti-fraudesysteem in te voeren. De officier van justitie heeft echter besloten tot sepot, stellende dat de ambtenaren handelden in het algemeen belang en dat er geen bewijs is van handelen uit eigen gewin.
Het hof heeft vastgesteld dat de feiten waarover geklaagd wordt, verjaard zijn. De klagers hebben zich beroepen op het idee van een voortdurend delict, maar het hof oordeelt dat de opname in de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV) een eenmalige actie is en dat de verjaringstermijn dus is verstreken. Het hof concludeert dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor een strafvervolging van de ambtenaren, zelfs als verjaring niet aan vervolging in de weg zou staan. Het hof benadrukt dat de Toeslagenaffaire veel leed heeft veroorzaakt, maar dat op basis van het huidige dossier geen succesvolle vervolging kan worden ingesteld. De beslissing van het hof is dat het beklag wordt afgewezen.