ECLI:NL:GHDHA:2024:292
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- F. Ibili
- E. A. Mink
- J.M. van de Poll
- Rechtspraak.nl
Internationale Kinderontvoering en teruggeleiding van kinderen naar Polen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om de teruggeleiding van twee minderjarige kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2], van Nederland naar Polen. De moeder had de rechtbank Den Haag verzocht om de terugkeer van de kinderen, wat op 22 december 2023 werd toegewezen. De vader, die in hoger beroep ging, verzet zich tegen deze beslissing en wil dat de kinderen in Nederland blijven. Hij voert aan dat de kinderen in Polen mishandeld worden door de moeder en haar familie, en dat hun terugkeer naar Polen hen in een ondragelijke situatie zou brengen. Het hof heeft de zaak op 30 januari 2024 behandeld en de vader's beroep afgewezen. Het hof oordeelt dat de vader onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van mishandeling en dat de kinderen niet de benodigde rijpheid hebben om hun mening over de terugkeer te laten meewegen. De rechtbank's beslissing om de kinderen terug te laten keren naar Polen is bekrachtigd, met de verplichting voor de vader om de kinderen uiterlijk op 13 februari 2024 terug te brengen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.