In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de wijziging van het gezamenlijk gezag over de kinderen van de moeder en de vader. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.K.P.K. El Fadili, verzocht om het gezamenlijk gezag te wijzigen in eenhoofdig gezag, omdat de vader zich afzijdig hield en niet reageerde op verzoeken om toestemming. Het hof oordeelde dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk was om het gezag te wijzigen, gezien de gebrekkige communicatie tussen de ouders en de stress die dit voor de kinderen met zich meebracht. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.W. van den Hoek, had geen constructieve opstelling en weigerde medewerking aan een borgingsplan voor de kinderen.
Daarnaast heeft het hof de kinderalimentatie herzien. De rechtbank had eerder bepaald dat de vader € 25,- per kind per maand moest betalen, maar het hof heeft dit bedrag verhoogd. De vader moet nu vanaf 1 juni 2022 tot 1 juli 2023 € 90,- per kind per maand betalen, en vanaf 1 juli 2023 € 119,- per kind per maand. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders samen onvoldoende draagkracht hebben om in de behoefte van de kinderen te voorzien, en heeft daarom de alimentatie opnieuw berekend op basis van de draagkracht van de vader, die recentelijk weer fulltime is gaan werken. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd.