ECLI:NL:GHDHA:2024:2531
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- C.M. Warnaar
- E.A. Mink
- K. van Barneveld-Peters
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake wijziging kinderalimentatie en draagkracht van ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de wijziging van kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 19 april 2023, waarin de kinderalimentatie voor hun minderjarige kind werd vastgesteld op € 299,- per maand. De man stelde dat er geen rechtens relevante wijziging van omstandigheden was die een herberekening van de kinderalimentatie rechtvaardigde. Hij voerde aan dat zijn draagkracht niet was gestegen door het niet meer betalen van partneralimentatie aan de vrouw, en dat de vrouw een hogere verdiencapaciteit had dan door de rechtbank was aangenomen.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht een wijziging van omstandigheden heeft aangenomen, aangezien de man geen partneralimentatie meer verschuldigd was, wat zijn draagkracht verhoogde. Het hof oordeelde dat de contractsvrijheid van ouders bij afspraken over kinderalimentatie begrensd wordt door de wettelijke maatstaven, en dat de in het ouderschapsplan vastgelegde afspraken kennelijk in strijd waren met deze maatstaven. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en de man in zijn grieven niet-ontvankelijk verklaard.
De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke normen voor kinderalimentatie en de noodzaak voor ouders om zich aan deze normen te houden, ongeacht hun onderlinge afspraken.