Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Parketnummer beklagzaak : K22/220155 (FJR), K22/220206, K22/220564
[verzoeker],
mrs. A. van Dongen, J.W. Frieling en O.E.M. Leinarts,raadsheren in de wrakingskamer als bedoeld in artikel 512 e.v. van het Wetboek van Strafvordering (hierna: wrakingskamer I)
Het geding
wrakingskamer I, bestaande uit mrs. A. van Dongen, J.W. Frieling en O.E.M. Leinarts, het wrakingsverzoek van 18 oktober 2023 zonder behandeling ter zitting afgewezen.
wrakingskamer II, bestaande uit mrs. Schaffels, Wiersinga en Verduyn, plaatsgevonden. Verzoeker heeft op deze zitting de raadsheren van wrakingskamer II aanstonds gewraakt. Verzoeker heeft het wrakingsverzoek op dezelfde dag schriftelijk toegelicht en aangevuld. Op 8 januari 2024 heeft de verzoeker het wrakingsverzoek van 20 december 2023 verder toegelicht. Verzoeker heeft toen ook een voorwaardelijk wrakingsverzoek ingediend tegen de nieuwe wrakingskamer. De raadsheren van wrakingskamer II hebben niet in de wraking berust, waarna wrakingskamer III de behandeling van dit wrakingsverzoek op zich heeft genomen.
wrakingskamer III, bestaande uit mrs. E.C. van Veen, E.M. Dousma-Valk en M.A.F. Tan-de Sonnaville, het wrakingsverzoek van 20 december 2023 zonder behandeling ter zitting afgewezen en de zaak terugverwezen naar wrakingskamer II.
Het wrakingsverzoek van 25 november 2023
Ontvankelijkheid
Beslissing
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaak niet in behandeling wordt genomen;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan verzoeker, de raadsheren mrs. A. van Dongen, J.W. Frieling en O.E.M. Leinarts (van wrakingskamer I), de raadsheren van de beklagkamer en de advocaat-generaal.