ECLI:NL:GHDHA:2024:250

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
AV0001329-23
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de wrakingskamer; verzoeker niet-ontvankelijk

In deze zaak heeft verzoeker op 25 november 2023 een verzoek tot wraking ingediend tegen de wrakingskamer I, bestaande uit mrs. A. van Dongen, J.W. Frieling en O.E.M. Leinarts. Dit verzoek volgde op een eerdere wraking van de beklagkamer, die op 18 oktober 2023 had plaatsgevonden. De beklagkamer, bestaande uit mrs. Th. P.L. Bot, T.E. van der Spoel en P.J. van der Flier, had de klaagschriften behandeld en de verzoeker had zijn wrakingsverzoek schriftelijk onderbouwd. De wrakingskamer I heeft op 24 november 2023 het wrakingsverzoek zonder behandeling ter zitting afgewezen.

Vervolgens heeft verzoeker op 20 december 2023 een mondelinge behandeling aangevraagd bij wrakingskamer II, bestaande uit mrs. Schaffels, Wiersinga en Verduyn. Tijdens deze zitting heeft verzoeker opnieuw de raadsheren gewraakt. Het wrakingsverzoek van 20 december 2023 werd op 22 januari 2024 door wrakingskamer III, bestaande uit mrs. E.C. van Veen, E.M. Dousma-Valk en M.A.F. Tan-de Sonnaville, zonder behandeling ter zitting afgewezen en terugverwezen naar wrakingskamer II.

De kern van het wrakingsverzoek was de beschuldiging van partijdigheid van de raadsheren van wrakingskamer I, waarbij verzoeker stelde dat zij essentiële conclusies hadden verzwijgd en zich schuldig hadden gemaakt aan het fabriceren van een ‘confirmation bias’. Het hof heeft echter geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn wrakingsverzoek, omdat dit was ingediend nadat de wrakingszaak I al was afgesloten. De wet biedt geen mogelijkheid om wraking te verzoeken van rechters die al een beslissing hebben genomen. De beslissing van het hof werd op 19 februari 2024 gegeven door mrs. K. Schaffels, H.C. Wiersinga en C.J. Verduyn, in aanwezigheid van de griffier mr. A.M. Grasman.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Zaaknummer wrakingskamer II : AV0001329-23
Parketnummer beklagzaak : K22/220155 (FJR), K22/220206, K22/220564
A [A], B [B] en C [C].
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken (wrakingskamer II)
inzake het schriftelijk verzoek d.d. 25 november 2023 tot wraking van de wrakingskamer, als bedoeld in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:

[verzoeker],

wonende te [plaats],
hierna te noemen: verzoeker,
gericht tegen:

mrs. A. van Dongen, J.W. Frieling en O.E.M. Leinarts,raadsheren in de wrakingskamer als bedoeld in artikel 512 e.v. van het Wetboek van Strafvordering (hierna: wrakingskamer I)

Het geding

1. Verzoeker heeft met klaagster [klaagster] en klager [klager] op
18 maart 2022 (K22/220155), 11 april 2022 (K22/220206) en 8 november 2022
(K22/220564) op grond van artikel 12 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) telkens een klaagschrift met bijlagen bij dit gerechtshof ingediend.
2. Op 18 oktober 2023 heeft de beklagkamer van het gerechtshof, bestaande uit mrs. Th. P.L. Bot, T.E. van der Spoel en P.J. van der Flier (hierna: de beklagkamer), de klaagschriften behandeld in raadkamer. Ter zitting is de verzoeker overgegaan tot wraking van deze raadsheren. Op 18 oktober 2023 heeft de verzoeker zijn wrakingsverzoek schriftelijk nader onderbouwd. De raadsheren hebben niet in de wraking berust, waarna wrakingskamer I de behandeling van het wrakingsverzoek op zich heeft genomen.
3. Op 24 november 2023 heeft
wrakingskamer I, bestaande uit mrs. A. van Dongen, J.W. Frieling en O.E.M. Leinarts, het wrakingsverzoek van 18 oktober 2023 zonder behandeling ter zitting afgewezen.
4. Op 25 november 2023 heeft de verzoeker een schriftelijk verzoek tot wraking van wrakingskamer I ingediend, welk verzoek hij op 19 december 2023 schriftelijk heeft aangevuld. De raadsheren van wrakingskamer I hebben niet in de wraking berust, waarna wrakingskamer II de behandeling van dit wrakingsverzoek op zich heeft genomen.
5. Op 20 december 2023 heeft een mondelinge behandeling door
wrakingskamer II, bestaande uit mrs. Schaffels, Wiersinga en Verduyn, plaatsgevonden. Verzoeker heeft op deze zitting de raadsheren van wrakingskamer II aanstonds gewraakt. Verzoeker heeft het wrakingsverzoek op dezelfde dag schriftelijk toegelicht en aangevuld. Op 8 januari 2024 heeft de verzoeker het wrakingsverzoek van 20 december 2023 verder toegelicht. Verzoeker heeft toen ook een voorwaardelijk wrakingsverzoek ingediend tegen de nieuwe wrakingskamer. De raadsheren van wrakingskamer II hebben niet in de wraking berust, waarna wrakingskamer III de behandeling van dit wrakingsverzoek op zich heeft genomen.
6. Op 22 januari 2024 heeft
wrakingskamer III, bestaande uit mrs. E.C. van Veen, E.M. Dousma-Valk en M.A.F. Tan-de Sonnaville, het wrakingsverzoek van 20 december 2023 zonder behandeling ter zitting afgewezen en de zaak terugverwezen naar wrakingskamer II.
Het wrakingsverzoek van 25 november 2023
7. Het wrakingsverzoek houdt – zakelijk weergegeven – in dat de wrakingskamer I met de motivering van zijn beslissing van 24 november 2023 op, de schijn van partijdigheid heeft gewekt. De verzoeker heeft de volgende gronden voor wraking aangevoerd:
“Deze raadsheren (Haagse rechters) maken zich in de beslissing schuldig aan het verzwijgen van (a) de essentiële conclusies van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) en (b) de pedonetcomplottheorie onder justitieambtenaren met hun werkkamer in het Haagse Paleis en (c) de samenhang tussen de complottheorie over de pedofiele topambtenaar en de pedofiele ouder. Door dit verzwijgen hebben zij niet slechts de schijn van vooringenomenheid gewekt, maar daadwerkelijk partijdig gehandeld door het fabriceren van een ‘confirmation bias’.“
Voorts heeft de verzoeker aangevoerd dat de raadsheren zich schuldig hebben gemaakt aan het verdraaien en verzwijgen van de gronden voor wraking.

Ontvankelijkheid

8. Op grond van artikel 512 Sv kan op verzoek van de verdachte elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Blijkens vaste jurisprudentie geldt deze bevoegdheid ook voor een klager in een artikel 12 Sv-procedure.
9. De wet voorziet echter niet in een mogelijkheid om, wanneer de behandeling van de (wrakings)zaak is geëindigd door het nemen van een beslissing, wraking te
verzoeken van de rechters die deze beslissing hebben genomen (HR 18-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AD297). Een wrakingsverzoek dat is ingediend nadat in de desbetreffende zaak, hier: wrakingszaak I, uitspraak is gedaan behoeft daarom geen inhoudelijke behandeling. Het doel van een wrakingsverzoek, uitschakeling van de betrokken rechter(s), kan niet immers meer worden bereikt als de beslissing al is genomen.
10. Verzoeker heeft zijn verzoek tot wraking ingediend nadat uitspraak is gedaan in wrakingszaak I (zie onder 3 en 4). Verzoeker zat derhalve in zijn wrakingsverzoek niet-ontvankelijk worden verklaard.
Omdat in deze zaak al een mondelinge behandeling was bepaald voordat - kort voor de zitting - werd geconstateerd dat verzoeker niet-ontvankelijk was in het wrakingsverzoek, heeft het hof verzoeker niettemin in de gelegenheid willen stellen ter zitting het woord te voeren en zich uit te laten over de ontvankelijkheid van zijn wrakingsverzoek.

Beslissing

Het hof:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek van 25 november 2023;
  • bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaak niet in behandeling wordt genomen;
  • bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan verzoeker, de raadsheren mrs. A. van Dongen, J.W. Frieling en O.E.M. Leinarts (van wrakingskamer I), de raadsheren van de beklagkamer en de advocaat-generaal.
Deze beslissing is gegeven op 19 februari 2024 door mrs. K. Schaffels, H.C. Wiersinga en C.J. Verduyn, in aanwezigheid van de griffier mr. A.M. Grasman.
Deze beslissing is door de voorzitter en de griffier ondertekend.