Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
2020te Rotterdam en/of [plaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 65,87 kilogram cocaïne, in ieder geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
reparerenvan de container. Deze zou een lekkage hebben gehad. Het lek zou door [verdachte] worden gedicht door middel van lassen. [medeverdachte 1] was met [verdachte] in de loods zodat hij hem het lek kon aanwijzen. Deze verklaring stuit af op hetgeen [medeverdachte 4] over de gang van zaken in de loods heeft verklaard. Ook overigens moet deze verklaring van [verdachte] en [medeverdachte 1] als ongeloofwaardig terzijde worden geschoven. Immers, nog daargelaten dat niet duidelijk is geworden dat er daadwerkelijk sprake was van een lek op het dak en dat evenmin duidelijk is geworden dat er voor de verdachten enige noodzaak was om een lek te dichten (de container was niet van de verdachte of zijn medeverdachten en schade aan de lading kon gemakkelijk worden voorkomen door deze vanuit de binnenzijde van de container te lossen), is geenszins gebleken dat het daadwerkelijk daarbij de bedoeling was dat er zou worden gelast. Niet gebleken is immers dat [verdachte] een lasapparaat bij zich had of dat zich in de buurt van de verdachten een lasapparaat heeft bevonden. Bij het uitgebreide onderzoek in de loods (daar geven tal van foto’s blijk van) is geen lasapparaat aangetroffen. Integendeel: bij de container is juist gereedschap aangetroffen waarmee de container kon worden opengemaakt, in plaats van gedicht. De verklaring dat [medeverdachte 1] en [verdachte] bezig waren met het repareren van een lekkage in de container moet dan ook worden verworpen.
of omstreeksde periode van 26 oktober 2020 tot en met 17 november 2020 te Rotterdam en
/of[plaats], althans in Nederland,
een of meeranderen,
althans alleen,
ongeveer 65,87 kilogram cocaïne, in elk gevaleen hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Ernst van het feit
Justitiële documentatie
Reclasseringsrapportage
De op te leggen straf
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
21 (eenentwintig) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: