Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 19 december 2023 met bijlagen, ingekomen op 20 december 2023;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 26 februari 2024 met bijlage, ingekomen op 27 februari 2024;
- een journaalbericht van de zijde van de man van 24 september 2024 met bijlagen;
- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 30 september 2024 met bijlagen.
- de vrouw via beeld- en geluidsverbinding, bijgestaan door haar advocaat aanwezig ter zitting;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat.
3.De feiten
- de vrouw uitsluitend gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning;
- de man met ingang van 23 januari 2023 een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw (hierna ook: partneralimentatie) zal verstrekken van € 935,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
4.De omvang van het geschil
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- ten laste van de man aan de vrouw een uitkering tot levensonderhoud toegekend van € 935,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen voor het eerst op de dag dat de echtscheidingsbeschikking is of zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
- de wijze van verdeling van de eenvoudige gemeenschap gelast ten aanzien van de echtelijke woning, als overwogen in rechtsoverweging 2.7.7 – 2.7.16;
- bepaald dat de man € 4.016,- aan de vrouw dient te voldoen als vergoedingsrecht;
- de bestreden beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, behalve ten aanzien van de echtscheiding;
- beslist dat de proceskosten gecompenseerd worden aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
5.De motivering van de beslissing
- de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden (grief I van de vrouw);
- de echtelijke woning (grief II van de vrouw en grief 2 van de man);
- de hypotheeklasten: rente en aflossing (grief III van de vrouw en grief 1 van de man)
- de schulden (grief III van de vrouw en grief 1 van de man);
- de ING schuld en de schuld aan [Schuldeiser] (grief III van de vrouw).
- tussen de echtgenoten een gemeenschap van inboedel bestaat. Zij hebben elke andere gemeenschap van goederen uitgesloten (artikel 1);
- een echtgenoot een vergoedingsrecht heeft jegens de andere echtgenoot indien een bedrag of waarde ten behoeve van die andere echtgenoot aan zijn vermogen is onttrokken (artikel 7);
- de echtgenoten de kosten dragen van de gemeenschappelijke huishouding naar evenredigheid van ieders inkomen. Zijn de inkomens onvoldoende, dan worden de kosten gedragen naar evenredigheid van ieders vermogen (artikel 10);
- bij ontbinding van het huwelijk door echtscheiding wordt afgerekend alsof de echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd (artikel 15 lid 1);
- de beschrijving van de vermogens van de echtgenoten en de waardering van de daartoe behorende bezittingen en schulden, ingeval van echtscheiding, geschiedt op de datum waarop het daartoe strekkende verzoekschrift is ingediend. De waardering van de goederen en schulden vindt plaats in onderling overleg en bij gebreke daarvan door een of meer deskundigen, te benoemen door de kantonrechter genoemd in artikel 679 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (artikel 15 lid 4);
- de verrekening plaatsvindt doordat de ene partij aan de andere partij een zodanig bedrag uitkeert dat na de uitkering ieders vermogen gelijk is aan de helft van de gezamenlijke vermogens van de echtgenoten (artikel 15 lid 5);
- er geen verrekening plaatsvindt indien het vermogen van één der partijen zodanig negatief is dat meer dan de helft van hetgeen hij of zij zou ontvangen, naar de schuldeisers zou gaan (artikel 15 lid 7).
vergoedingsrecht’,in het lichaam van haar beroepschrift noemt ze het ‘
afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden’,een ‘
informele lening’ en ‘
informele grotere bijdrage aan de gezamenlijke huishouding’. Ter zitting kan de vrouw desgevraagd geen duidelijkheid verschaffen over de grondslag. In de huwelijkse voorwaarden van partijen staan drie mogelijke grondslagen: een vergoedingsrecht (artikel 7), een vordering wegens te hoge bijdrage aan de kosten van de gemeenschappelijke huishouding (artikel 10) en een finaal verrekenbeding (artikel 15). Het hof overweegt dat het voor de vaststelling van een vergoedingsrecht op de weg van de vrouw had gelegen om aan te tonen dat er een bedrag aan haar vermogen is onttrokken, hetgeen zij niet heeft gedaan. Niet in geschil is immers dat de man zijn voorhuwelijkse privéschulden met eigen gelden heeft voldaan. Voor zover de vrouw heeft bedoeld dat de vordering voortvloeit uit finale verrekening, overweegt het hof dat finale verrekening niet mogelijk is op basis van de beperkte gegevens die bij het hof bekend zijn. Uit artikel 15 van de huwelijkse voorwaarden blijkt immers dat een beschrijving van het vermogen (het saldo van alle bezittingen en schulden) van ieder van de echtgenoten daarvoor vereist is, hetgeen in deze procedure ontbreekt. Het hof kan in de verzoeken van de vrouw dan ook geen verzoek tot finale verrekening ontwaren. Daarbij komt dat partijen ter zitting hebben verklaard bewust geen verzoek te hebben ingediend tot finale afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. Tot slot overweegt het hof dat de vrouw ook voor een vordering op basis van een te hoge bijdrage aan de kosten van de gemeenschappelijke huishouding onvoldoende gegevens heeft overgelegd. De vrouw heeft niet aangetoond dat zij meer heeft bijgedragen dan waartoe zij op grond van de huwelijkse voorwaarden gehouden was. Uit artikel 10 van de huwelijkse voorwaarden volgt dat partijen hadden afgesproken dat zij de kosten van de huishouding naar evenredigheid van hun inkomens zouden dragen. De vrouw heeft nagelaten om gegevens in het geding te brengen waaruit blijkt hoeveel partijen hadden moeten bijdragen dan wel waaruit zou volgen dat zij te veel heeft bijdragen. Voor zover van dit laatste al sprake zou zijn, geldt ten slotte nog dat deze gang van zaken, blijkens hetgeen partijen op de zitting hebben verklaard, berust op uitdrukkelijke afspraken tussen de man en de vrouw hierover. Grief I van de vrouw slaagt niet.