3.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
i) [appellant 1] c.s. sloten met ingang van 1 april 1988 twee levensverzekeringen met lijfrenteclausule af. De verzekeringen hadden een looptijd tot 1 mei 2020. Het ging om een overlijdensrisicoverzekering en een kapitaalverzekering. De verzekeringen werden aan elkaar verbonden.
ii) De overlijdensrisicoverzekering met polisnummer [polis 1] werd afgesloten door [appellant 2]. De verzekering vermeldde [appellant 1] als verzekerde en [appellant 2] als medeverzekerde. De verzekering voorzag – voor zover van belang – in een uitkering aan [appellant 2] bij overlijden van [appellant 1] vóór de expiratiedatum van 1 mei 2020. Op deze polis was (onder meer) clausule 5531 (overrentewinstdeling) van toepassing.
iii) De kapitaalverzekering met polisnummer [polis 2] werd afgesloten door [appellant 1] en vermeldde hem als verzekerde. De verzekering voorzag in een uitkering van een verzekerd kapitaal bij leven van [appellant 1] op de expiratiedatum van 1 mei 2020. Ook op deze polis was (onder meer) clausule 5531 (overrentewinstdeling) van toepassing.
iv) Clausule nr. 5531 luidt als volgt:
“1. Aan deze verzekering is het recht op overrentewinstdeling verbonden. Het aandeel in de winst wordt afgeleid van de te behalen overrente op te beleggen gelden.
Onder overrente wordt verstaan het rendement op staatsleningen, voor zover dit de minimum-intrest, zijnde 4% per jaar, te boven gaat.
Onder rendement op staatsleningen wordt verstaan het gemiddelde reële rendement van een pakket guldenobligatieleningen, die zijn uitgegeven door de Staat der Nederlanden en die voldoen aan vooraf vastgestelde eisen, welk rendement indien dit in percenten uitgedrukt niet een veelvoud van ½ is, vervolgens naar beneden wordt afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van ½.
2. Elk jaar wordt het beschikbare winstaandeel aangewend voor verhoging van het kapitaal bij in leven zijn van de verzekerde op 01-05-2020.
3. Recht op overrentewinstdeling blijft bestaan indien de verzekering wordt omgezet in een premievrije.
4. De omvang van het winstaandeel is mede afhankelijk van de bedrijfsresultaten van de verzekeraar; zouden naar het oordeel van de verzekeraar de bedrijfsuitkomsten de overrentewinstdeling niet of niet geheel meer toelaten, dan kan de verhoging van de verzekerde uitkeringen in enig jaar geheel of ten dele achterwege blijven.
Reeds vastgestelde verhogingen van de verzekerde uitkeringen uit hoofde van winstdeling kunnen nooit op grond van het in dit lid bepaalde ongedaan worden gemaakt.”
v) In verband met een wijziging van het belastingstelsel, hebben [appellant 1] c.s. in 2001 besloten de verzekeringen per 1 januari 2001 premievrij voort te zetten. Op 31 oktober 2001 hebben zij een offerte van Aegon ondertekend, waarin over het verzekerd kapitaal het volgende is vermeld:
“Verzekerde bedragen polis [polis 1]
Kapitaal bij het in leven zijn van de verzekerde op de einddatum fl. 9.587,-
Kapitaal bij overleden zijn van de verzekerde voor de einddatum fl. 275.636,-
(…)
De verzekerde bedragen zijn inclusief de opgebouwde winst.
(…)
Verzekerde bedragen polis [polis 2]
Kapitaal bij het in leven zijn van de verzekerde op de einddatum fl. 306.242,-
Kapitaal bij overleden zijn van de verzekerde voor de einddatum fl. 49.526,-
Deze bedragen zijn inclusief de opgebouwde winst.”
vi) Aegon heeft voor beide verzekeringen een nieuwe polis van 29 november 2001 toegezonden. De polis voor de overlijdensrisicoverzekering ([polis 1]) vermeldt het volgende over het verzekerd kapitaal:
“Verzekerd kapitaal f 59.113,- (in euro: 26.824,31)
bij in leven zijn van de verzekerde op
01-05-2020
f 325.163,- (in euro: 147.552,54)
uit te keren op 01-05-2020 indien de verzekerde voordien is overleden
Winstdeling Deze verzekering deelt in de winst.
Door winstbijschrijving is in het verzekerde bedrag een verhoging van f 29.556,50 (in euro: 13.412,15) begrepen.”
De polis voor de kapitaalverzekering ([polis 2]) vermeldt over het verzekerd kapitaal het volgende:
“Verzekerd kapitaal f 314.829,- (in euro: 142.863,17)
bij in leven zijn van de verzekerde op
01-05-2020
f 59.113,- (in euro: 26.824,31)
uit te keren op 01-05-2020 indien de verzekerde voordien is overleden
Winstdeling Deze verzekering deelt in de winst.
Door winstbijschrijving is in het verzekerde bedrag een verhoging van f 29.556,50 (in euro: 13.412,15) begrepen.”
vii) Aan [appellant 1] c.s. is ieder jaar opgave gedaan van het bedrag aan winstdeling en het uit te keren kapitaal onder de beide verzekeringen. Uit de overgelegde stukken volgt dat (in ieder geval) in de periode 2004-2008 zowel aan [appellant 1] als aan [appellant 2] opgave is gedaan. In de periode vanaf 2009 heeft alleen [appellant 2] een opgave ontvangen. De brieven die Aegon in de periode 2004 tot en met 2007 hierover heeft gestuurd, hebben (steeds) de volgende inhoud:
“Uw levensverzekeringen onder polisnummers [polis 1] en [polis 2] zijn gesloten met overrentewinstdeling.
Daardoor profiteert u van de hogere rendementen die op de te beleggen gelden worden gemaakt. Die rendementen kunnen van jaar tot jaar wisselen.
Overrentewinstdeling leidt tot verhoging van de verzekerde bedragen.
Voor uw verzekeringen doen wij u daarom graag een opgave van het resultaat per (…)
Het uit te keren kapitaal bij in leven zijn op de einddatum is verhoogd tot (…)
Het totale kapitaal uit te keren op een later tijdstip na overlijden (zie uw polis) is met hetzelfde bedrag verhoogd als het kapitaal bij in leven zijn op de einddatum. (…)”
viii) Volgens de (bij het hof bekende) winstbrieven bedroeg het uit te keren kapitaal bij in leven zijn van [appellant 1] op de einddatum:
o eind 2004: € 146.482,-;
o eind 2005: € 147.072,-;
o eind 2006: € 147.385,-;
o eind 2007: € 147.521,-;
o eind 2008: € 147.539,- ;
o eind 2009: € 147.556,-;
o eind 2010: € 147.575,-;
o eind 2011: € 147.592,-;
o eind 2012: € 147.610,-;
o eind 2013: € 147.627,-;
o eind 2014: € 147.627,-;
o eind 2015: € 147.628,-;
o eind 2016: € 147.628,-;
o eind 2017: € 147.628,-;
o eind 2018: € 147.629,-;
o eind 2019: € 147.629,-.
ix) Vanwege een wijziging van de begunstigden voor de kapitaalverzekering, heeft Aegon in 2014 een gewijzigd polisblad van 5 december 2014 toegezonden. Daarop is een verzekerd kapitaal van € 147.627,- vermeld bij het in leven zijn van [appellant 1] op 1 mei 2020. Dit bedrag is inclusief de winstbijschrijving die volgens de polis € 15.794,- bedraagt.
x) Aegon heeft op 15 december 2014 opnieuw een polisblad afgegeven voor de kapitaalverzekering. Daarop is een verzekerd kapitaal van € 143.129,- vermeld bij het in leven zijn van [appellant 1] op 1 mei 2020. Dit bedrag is inclusief de winstbijschrijving die volgens de polis € 27.090,- bedraagt.
xi) Aegon heeft op 13 mei 2015 wederom een polisblad afgegeven voor de kapitaalverzekering. Daarop is een verzekerd kapitaal van € 143.129,- vermeld bij het in leven zijn van [appellant 1] op 1 mei 2020. Dit bedrag is inclusief de winstbijschrijving die volgens de polis € 27.090,- bedraagt.
xii) Op 2 september 2016 heeft Aegon ter zake van de kapitaalverzekering een duplicaatpolis afgegeven waarop is vermeld dat het verzekerd kapitaal € 170.221,- bedraagt bij het in leven zijn van [appellant 1] op 1 mei 2020. Dit bedrag is inclusief de winstbijschrijving die volgens de polis € 27.091,- bedraagt.
xiii) Vanaf 2016 is in de brieven over de winstdeling het volgende opgenomen:
“
U heeft de afgelopen jaren weinig winstdeling ontvangen
U heeft uw verzekering afgesloten in een tijd dat de rente een stuk hoger lag dan nu. Maar omdat de rente de afgelopen jaren steeds lager is geworden, profiteert u niet meer van winstdeling. De rente is nu namelijk lager dan 4%. Of die in de toekomst stijgt? Dat kunnen we niet voorspellen. Het is echter wel onwaarschijnlijk dat dit snel gebeurt. Daarom lijkt het ook onwaarschijnlijk dat u de komende jaren winstdeling krijgt.”
xiv) Op 14 november 2019 heeft Aegon Advies B.V. een adviesrapport aan [appellant 1] c.s. afgegeven. Daarin is vermeld dat bij de kapitaalverzekering de verzekerde som bij leven van [appellant 1] op de expiratiedatum € 170.221,- bedraagt. Het rapport vermeldt dat bij de overlijdensrisicoverzekering de verzekerde som bij leven van [appellant 2] op de expiratiedatum € 147.629,- bedraagt.
xv) Op 1 mei 2020 zijn de verzekeringen geëxpireerd. [appellant 1] was op deze datum in leven. Aegon heeft [appellant 1] laten weten dat de uitkering uit hoofde van de kapitaalverzekering is vastgesteld op € 143.131,-. Verder heeft Aegon aan [appellant 2] laten weten dat er aan haar op grond van de overlijdensrisicoverzekering een bedrag van € 4.498,- zal worden uitgekeerd. Deze bedragen heeft Aegon inmiddels uitgekeerd.