ECLI:NL:GHDHA:2024:2353
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor verhuizing met minderjarige in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met haar minderjarige kind naar [plaats 1]. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L.E. Vries, was in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Den Haag van 29 mei 2024, waarin haar verzoek was afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door mr. S. Rahimzadeh, verzet zich tegen de verhuizing en heeft zijn eigen verzoeken ingediend. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waarbij het belang van het kind voorop staat. De moeder heeft aangegeven dat zij een nieuwe relatie heeft en dat de verhuizing noodzakelijk is voor het welzijn van het gezin. De vader heeft echter zorgen geuit over de thuissituatie bij de moeder en de impact van de verhuizing op de minderjarige. Na het horen van beide partijen en het afwegen van de belangen, heeft het hof geoordeeld dat de moeder toestemming moet krijgen om te verhuizen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de moeder vervangende toestemming verleend om met de minderjarige naar [plaats 1] te verhuizen, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.