ECLI:NL:GHDHA:2024:2351
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.A. Mink
- A.N. Labohm
- A.A.F. Donders
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dubbele geslachtsnaam van minderjarige
In deze zaak gaat het om de vraag of de man moet meewerken aan het verkrijgen van een dubbele geslachtsnaam voor de minderjarige, het kind van partijen. De ouders, die een affectieve relatie hebben gehad, hebben eerder afgesproken om de geslachtsnaam van de vrouw toe te voegen aan de naam van de minderjarige. Echter, de man heeft zich op het laatste moment bedacht en wil hier niet meer aan meewerken. De vrouw heeft hierop hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam, die de vorderingen van de vrouw had afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel afspraken in principe nagekomen moeten worden, de man niet langer achter de afspraak staat en dat de rechter geen taak heeft in deze kwestie. Het hof heeft het hoger beroep van de vrouw beoordeeld en geconcludeerd dat de voorzieningenrechter op goede gronden heeft beslist. Het hof heeft de gronden van de voorzieningenrechter overgenomen en voegde hieraan toe dat de aard van het geschil, namelijk de keuze voor geslachtsnamen, zich niet leent voor een veroordeling tot nakoming. De man kan niet gedwongen worden om een verklaring af te leggen waar hij niet achter staat. Het hof heeft daarom het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd.