De feiten
6. Het hof gaat uit van de volgende feiten.
7. Op [datum] 2018 is [erflater] (hierna: erflater) overleden. Erflater heeft uit zijn door echtscheiding ontbonden huwelijk met [ex vrouw] twee kinderen: [erfgenaam 1] (appellant onder 1, hierna: [erfgenaam 1] ) en [wettelijk vertegenwoordiger] (appellant onder 3, hierna: [wettelijk vertegenwoordiger] ).
8. [wettelijk vertegenwoordiger] heeft uit zijn inmiddels beëindigde relatie met [ex partner] twee kinderen: de meerderjarige [erfgenaam 2] (gedaagde onder 2, hierna: [erfgenaam 2] ) en de minderjarige [erfgenaam 3] .
9. Erflater heeft bij testament van 19 april 2016 over zijn nalatenschap beschikt. Daarin heeft hij [erfgenaam 1] en [wettelijk vertegenwoordiger] tot zijn enige erfgenamen benoemd, onder opneming van een zogenaamde tweetrapsmaking. Het testament houdt – voor zover van belang - het volgende in:
III ERFSTELLING
Onder de verplichting van de (...) vermelde legaten, benoem ik tot mijn enige erfgenamen, gezamenlijk en voor gelijke delen:
1. mijn dochter [erfgenaam 1] (...); en
2. mijn zoon [wettelijk vertegenwoordiger] (...).
(...)
1.Benoeming bezwaarde en verwachters
Eerste trap: bezwaarde.
Mijn zoon en mijn dochter – ieder van hen hierna ook te noemen “de bezwaarde” – is benoemd onder de hierna te vermelden ontbindende voorwaarde.
Tweede trap: verwachters.
Ik benoem de hierna te noemen verwachters tot erfgenamen onder de bij de ontbindende voorwaarde aansluitende opschortende voorwaarde.
Verwachters zijn de kinderen van de desbetreffende bezwaarde, gezamenlijk en voor gelijke delen.
(...)
2.Strekking van de tweetrapsmaking
Al wat de bezwaarde bij het einde van zijn recht van zijn verkrijging nalaat, zal, binnen het kader van het hierna bepaalde, toekomen aan de verwachters.
3.Overgang van de eerste naar de tweede trap
Het recht van de bezwaarde op de verkrijging eindigt door:
- (....)
- faillissement van de bezwaarde; of
- (...)
- bij het op de bezwaarde van toepassing worden van de schuldsaneringsregeling. natuurlijke personen.
(...)
1. Ik benoem tot executeur: mijn dochter.
10. Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 17 september 2013 is het faillissement uitgesproken van [wettelijk vertegenwoordiger] . Daarna heeft de rechtbank Den Haag bij vonnis van 15 maart 2018 het faillissement opgeheven en gelijktijdig de wettelijke schuldsaneringsregeling uitgesproken, met benoeming van geïntimeerde tot bewindvoerder .
11. In de verklaring van erfrecht en executele, opgemaakt door notaris mr. [notaris] op 15 maart 2018, is het volgende opgenomen:
In gemeld testament heeft erflater tot zijn enige erfgenamen benoemd: zijn genoemde kinderen en wel voor ieder voor de helft van zijn nalatenschap. Aan dit erfgenaamschap is een zogenaamde “tweetrapsmaking” verbonden. Dat betekent dat de erfgenamen zijn benoemd onder een ontbindende voorwaarde. Deze ontbindende voorwaarde treedt in na het overlijden van de bezwaarde, bij faillissement van de bezwaarde, indien aan de bezwaarde surseance van betaling is verleend of op de bezwaarde de schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard. Indien één van de voormelde ontbindende voorwaarden intreedt komt hetgeen de desbetreffende erfgenaam van erflater heeft geërfd toe aan de kinderen van de desbetreffende erfgenaam. (...)
Tengevolge van hetgeen is bepaald in het testament van erflater, (...) vindt ten aanzien van de heer [wettelijk vertegenwoordiger] voornoemd de overgang van de eerste naar de tweede trap plaats. Op grond van het vorenstaande laat erflater als zijn enige erfgenamen achter:
1. zijn dochter [erfgenaam 1] (...) voornoemd, voor de helft van de nalatenschap,
2. zijn kleindochter [erfgenaam 2] (...) voor één/vierde (1/4e) gedeelte van zijn nalatenschap; en
3. zijn kleindochter [erfgenaam 3] (...) voor één/vierde (1/4e) gedeelte van zijn nalatenschap.
12. In de verklaring van erfrecht is verder nog het volgende opgenomen: [wettelijk vertegenwoordiger] en [ex partner] hebben als wettelijk vertegenwoordigers van hun toen nog twee minderjarige dochters de nalatenschap van erflater beneficiair aanvaard. [erfgenaam 1] heeft de nalatenschap zuiver aanvaard en heeft ook haar benoeming tot executeur aanvaard. De nalatenschap behoeft niet wettelijk te worden vereffend omdat [erfgenaam 1] als executeur heeft verklaard dat de nalatenschap ruimschoots toereikend is om de schulden van de nalatenschap te voldoen.
13. De bewindvoerder heeft bij brief van 17 april 2018 aan [erfgenaam 1] gemeld dat hij de nalatenschap namens [wettelijk vertegenwoordiger] beneficiair aanvaardt en hij heeft verzocht om een boedelbeschrijving en om de baten uit de nalatenschap aan hem, de bewindvoerder, over te maken.
14. [erfgenaam 1] heeft hierop in augustus 2018 aan de bewindvoerder meegedeeld dat [wettelijk vertegenwoordiger] geen erfgenaam is door de tweetrapsmaking in het testament. Bij e-mail van 14 augustus 2018 heeft de bewindvoerder aanspraak gemaakt op de legitieme portie van [wettelijk vertegenwoordiger] .
15. [erfgenaam 1] heeft de nalatenschap afgewikkeld door verdeling tussen haarzelf en [erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] . Zij heeft geen enkele betaling aan de bewindvoerder gedaan.
16. De bewindvoerder heeft (onder meer) bij brief van 21 augustus 2021 de drie erfgenamen, [erfgenaam 1] , [erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] , gesommeerd tot betaling van een voorschot op de legitieme portie van [wettelijk vertegenwoordiger] van € 159.760,40. Bij dagvaarding van 24 maart 2022 heeft de bewindvoerder de vordering bij de rechtbank Den Haag aanhangig gemaakt tegen de executeur en de gezamenlijke erfgenamen.