ECLI:NL:GHDHA:2024:2296
Gerechtshof Den Haag
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de looptijd van de schuldsaneringsregeling en de verplichtingen van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 26 november 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellante] betreffende de verlenging van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank Noord-Holland had eerder op 28 december 2023 geoordeeld dat [appellante] haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren was nagekomen, wat leidde tot een boedelachterstand van € 21.897,62. De rechtbank weigerde een verlenging van de regeling, omdat [appellante] niet in staat was om de achterstand in te lopen. Het gerechtshof Amsterdam had echter op 13 februari 2024 de looptijd van de schuldsaneringsregeling met 24 maanden verlengd, maar de Hoge Raad vernietigde dit arrest op 12 juli 2024 en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 november 2024 heeft [appellante] haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat zij de tekortkomingen in de informatieverplichting had hersteld en dat de nieuwe schulden waren afgelost. [appellante] diende een plan van aanpak in om de boedelachterstand in te lopen, waarbij zij ook rekening hield met de belangen van de schuldeisers. Het hof oordeelde dat er een reëel vooruitzicht was dat [appellante] de achterstand kon inlopen en dat het plan van aanpak een passende compensatie bood voor de schuldeisers.
Het hof heeft uiteindelijk besloten om de looptijd van de schuldsaneringsregeling met 24 maanden te verlengen, tot 13 oktober 2025, en heeft bepaald dat [appellante] gedurende deze verlenging alleen het bewindvoerderssalaris verschuldigd is. De reguliere afdrachtverplichting en andere verplichtingen zijn gedurende de verlenging niet van toepassing. De zaak is verwezen naar de rechtbank Noord-Holland voor verdere uitvoering van de schuldsaneringsregeling.