ECLI:NL:GHDHA:2024:2276
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag en zorgregeling na scheiding van ouders met minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag en de zorgregeling van de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2020. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 16 juni 2023, waarin het gezamenlijk gezag werd toegewezen aan zowel de moeder als de vader. De moeder stelde dat de vader geen goede communicatie had en dat hij zijn gezag misbruikte om macht over haar uit te oefenen. De vader verweerde zich tegen deze beschuldigingen en stelde dat er wel degelijk communicatie was en dat de moeder de zorgregeling niet naleefde. De raad voor de kinderbescherming heeft zich ook in de procedure gevoegd en maakte zich zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, gezien de conflicten tussen de ouders.
Het hof heeft vastgesteld dat de verhouding tussen de ouders ernstig verstoord is en dat de minderjarige daaronder lijdt. Ondanks de problemen heeft het hof geoordeeld dat eenhoofdig gezag niet in het belang van de minderjarige is, omdat dit de situatie niet zou verbeteren. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het gezamenlijk gezag is toegewezen aan beide ouders. Daarnaast heeft het hof de zorgregeling aangepast, zodat de vader de minderjarige op vrijdag om 13:00 uur van school ophaalt, in plaats van het eerder vastgestelde tijdstip. Het hof heeft partijen aangespoord om hulpverlening te zoeken om hun onderlinge verhouding te verbeteren, in het belang van de minderjarige.