ECLI:NL:GHDHA:2024:2270
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- L. Koper
- J.M. van de Poll
- A.S. Mertens-de Jong
- A.A.F. Donders
- Rechtspraak.nl
Vernietiging omgangsregeling tussen vader en minderjarige in het belang van de kinderen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen was vastgesteld. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M.E. Hoogenraad, verzet zich tegen deze regeling, die volgens haar in strijd is met de belangen van de kinderen. De vader, vertegenwoordigd door mr. P.A. van Hecke, heeft zijn verweer gevoerd en vraagt het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De procedure is gestart na een eerdere beschikking van de rechtbank, waarin de vader voor een jaar de omgang met de kinderen was ontzegd. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om de omgang van de vader met de minderjarigen te ontzeggen, onderbouwd door zorgen over de veiligheid en het welzijn van de kinderen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, inclusief de psychologische impact op de minderjarigen, die in het verleden trauma's hebben opgelopen door de vader.
Na het horen van de minderjarigen en de betrokken partijen, concludeert het hof dat de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige [de minderjarige 1] in strijd is met haar zwaarwegende belangen. Het hof vernietigt de bestreden beschikking en ontzegt de vader het recht op omgang met [de minderjarige 1]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek van de moeder tot schorsing van de uitvoerbaarheid is afgewezen. Het hof benadrukt het belang van rust voor de minderjarigen en de noodzaak om juridische procedures te beëindigen, zodat zij zich kunnen richten op hun ontwikkeling.