Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellante 1] ,
[appellante 2],
1.De zaak in het kort en enige feiten
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Procedure bij de rechtbank
4.Vorderingen in hoger beroep
het hof begrijpt: voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en, opnieuw recht doende, de vorderingen van [apellanten] zoals hieronder verwoord toewijst, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van de procedure in beide instanties.
primair:
5.Beoordeling in hoger beroep
Procesrechtelijk
4 november 2021 van de rechtbank Den Haagbenoemde vereffenaar alsnog in het geding te doen oproepen. Weliswaar vertegenwoordigt de vereffenaar op grond van artikel 4:211 lid 2 BW de erfgenamen in en buiten rechte bij de vervulling van zijn taak, in casu het beheren en vereffenen als een goed vereffenaar van de boedel van erflater die zich op het tijdstip van zijn overlijden in Nederland bevond, maar nu de vorderingen van partijen geen vorderingen ten behoeve van de nalatenschap betreffen, vallen deze buiten de taakuitoefening van de vereffenaar. De advocaat van appellanten heeft ter zitting meegedeeld dat de vereffenaar op de hoogte is van deze procedure.
Matrimonial Rights and Inheritance Ordinance(
MRIO) juncto artikel 34 Erfrechtverordening, zoals de rechtbank in het bestreden vonnis ook heeft geoordeeld. Op grond van voormelde wetsartikelen wordt het toepasselijke recht bepaald volgens de verwijzingsregels van Sri Lanka. Krachtens die verwijzingsregels geldt dat wanneer erflater roerende zaken en vermogensrechten in Sri Lanka nalaat, Sri Lankaans recht van toepassing is, behoudens bewijs dat erflater zijn
domicileergens anders had dan in Sri Lanka, ofwel dat Sri Lanka niet de
domicile of choicevan erflater is geweest. In dat geval moet worden teruggevallen op het recht van de
domicile of originvan erflater, zijnde Nederland. Dat sprake is van een
domicile of choicewordt niet snel aangenomen. Slechts in bijzondere omstandigheden wordt afgeweken van de
domicile of origin. Het gaat erom of erflater afstand heeft gedaan van Nederland als zijn
domicile of originen Sri Lanka heeft gekozen als zijn
domicile of choiceen daarbij de wens had om permanent in Sri Lanka te blijven.
domicile of choicevan erflater, zodat Sri Lankaans recht van toepassing is op de roerende zaken en vermogensrechten van erflater. Zij hebben daartoe feiten en omstandigheden aangevoerd. [geïntimeerde] verweert zich tegen de zienswijze van [apellanten] en stelt dat moet worden uitgegaan van de
domicile of origin, zodat Nederlands recht van toepassing is op de roerende zaken en vermogensrechten van erflater.
domicile of origin(Nederland) heeft opgegeven en Sri Lanka als zijn
domicile of choicedaarvoor in de plaats heeft gesteld, zodat op basis van artikel 21 lid 2 MRIO Nederlands recht van toepassing is op de vererving en afwikkeling van de roerende zaken en vermogensrechten van erflater. Het hof neemt de gronden van de rechtbank over en maakt deze, na eigen afweging, tot de zijne. [apellanten] hebben in hoger beroep geen nieuwe feiten en omstandigheden naar voren gebracht die tot een ander oordeel leiden. Het hof neemt mede in aanmerking dat erflater pas in 2011 naar Sri Lanka is verhuisd. Daarvoor woonde hij in [plaats 3] (Verenigde Arabische Emiraten). Dat erflater in Sri Lanka is gaan wonen en daar tot aan zijn overlijden in 2019 woonde, betekent nog niet dat hij de bedoeling had niet meer naar Nederland terug te keren om zich daar definitief te vestigen. Het hof is voorts van oordeel dat de fiscale gevolgen van het wonen en overlijden van erflater in Sri Lanka voortvloeien uit de geldende fiscale wetgeving en geen aanwijzing vormen voor het bestaan van een
domicile of choice, zoals [apellanten] betogen (randnummer 2.17 e.v. memorie van grieven). De nadere stellingen van [apellanten] naar aanleiding van de eerder door hen overgelegde legal opinion van 11 mei 2023 (r.o. 2.21 e.v. memorie van grieven) kunnen hen evenmin baten. Immers, wat de
domicile of choicebetreft, gaat het er niet om of bij erflater geen intentie bestond om Sri Lanka te verlaten, maar of hij de intentie had om zich niet meer definitief in Nederland te vestigen. [apellanten] draaien dit om. Anders dan [apellanten] betogen, acht het hof ten slotte het in 2018 en 2019 door erflater regelmatig overmaken van grote sommen geld van de Nederlandse bankrekening naar die in Sri Lanka niet van doorslaggevende betekenis voor het aannemen van een
domicile of choice. Erflater had onweersproken een onderneming (de retreat) in Sri Lanka ten gevolge waarvan hij de gelden nodig had. Dat hij een onderneming in Sri Lanka dreef, brengt niet mee dat hij voornemens was zijn
domicile of originNederland op te geven.
domicile of choicevan erflater is geweest zodat Sri Lankaans recht van toepassing is op de tot zijn nalatenschap behorende roerende zaken en vermogensrechten hebben [apellanten] - samengevat - nog partijgetuigenbewijs aangeboden over onder meer hun band met erflater en [geïntimeerde] , de hoeveelheid bezoeken van [apellanten] aan erflater en [geïntimeerde] , alsmede over de verklaringen van erflater over zijn wensen en (toekomst)plannen. Het hof gaan aan dit bewijsaanbod voorbij nu dit niet ter zake dienend is en niet tot een beslissing van de zaak kan leiden. De band met erflater, de hoeveelheid bezoeken, alsmede de wensen en (toekomst)plannen van erflater zijn niet doorslaggevend voor de beantwoording van de vraag of erflater de
domicile of originheeft op gegeven ten faveure van de
domicile of choiceten tijde van zijn overlijden.
domicile of originen
domicile of choiceen de rechtsgevolgen die daaruit voortvloeien. Het hof ziet dan ook geen aanleiding gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid ex artikel 200 Rv de door [apellanten] meegebrachte partij-deskundige [persoon x ] te horen.
het hof begrijpt: de roerende zaken) en vermogensrechten als bedoeld in 3.3 van het bestreden vonnis welke buiten Nederland zijn gelegen waaronder de aandelen in de vennootschappen van erflater.