Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 6 april 2023, waarmee de Gemeente in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 januari 2023;
- de memorie van grieven van Gemeente, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
(…) Hierbij ter info een indicatie van het meerjarenonderhoud van de Olympus. Hierin is nog geen rekening gehouden met de aanpassingen aan de brandmeldinstallatie en de brandcompartimenten (hier hopen we binnen een paar weken duidelijkheid over te hebben) (…)”
De 1e en 2e verdieping zullen met ingang van 1 april 2016 niet meer worden gebruikt. Dit houdt in dat deze verdiepingen permanent worden afgesloten waarbij er geen personen meer aanwezig zullen zijn.”
(…) - verkoper heeft koper gebreken gebouw voor zover bekend meegedeeld en zal haar mededelingsplicht naar behoren vervullen (…)”
(…) met uitzondering van de vervanging van de brandmeldinstallatie gebaseerd op het huidige gebruik (…)”
- dat de Olympus aan De Ballebak wordt geleverd in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van de overeenkomst bevindt, met alle daarbij behorende zichtbare en onzichtbare gebreken;
- dat de staat van onderhoud bij De Ballebak bekend is;
- dat de Gemeente er niet voor instaat dat het pand de eigenschappen bezit die nodig zijn voor het beoogde gebruik en dat de Gemeente het pand niet zelf feitelijk heeft gebruikt en De Ballebak dus niet heeft kunnen informeren over eigenschappen van en gebreken aan het pand.
- dat zij het verkochte grondig heeft geïnspecteerd;
- dat zij het pand gaat gebruiken volgens de door haar gepresenteerde plannen;
- dat zij de lasten en beperkingen die na onderzoek kenbaar (hadden kunnen) zijn aanvaardt;
- dat zij zich ervan bewust is dat zij zelf verantwoordelijk is voor alle benodigde vergunningen.
(…) Eerst de bestemming. (...) Anders gezegd valt het plaatsen van de springtoestellen binnen het bereik van de bestemming. In de praktijk is er geen sprake van activiteiten die strijdig zijn en naast de toets bestemmingsplan, die Han op mijn verzoek uitvoerde, zijn er geen aanvullende handelingen vereist. (…) Wat betreft de melding Brandveilig gebruik. Is het noodzakelijk om deze melding te doen. Jullie hebben hiervoor een afspraak met een deskundige, maar de gemeente is het bevoegd gezag. (…) Omdat het een melding betreft, is er geen wettelijke termijn, maar de afwikkeling kan tot vier weken duren. Neem deze vier weken niet als vaststaand feit, wat dit kan korter op langer zijn. Bij de melding hoort uiteraard een inspectie dus moet die plaatsvinden op het moment dat de werkzaamheden zijn afgerond.”
Vanmorgen hebben wij rond de tafel gezeten voor een overleg over uw plannen in het pand Voorweg 107. Uit eerdere gesprekken en correspondentie is gebleken dat uw wens om de activiteiten binnen het bedrijf uit te breiden, past in de bestemming van de locatie. Wat betreft de besproken activiteit, het plaatsen van trampolines op de eerste verdieping, heeft de Gemeente Zoetermeer een positieve grondhouding. Desondanks bestaat de mogelijkheid dat er een traject voor een nieuwe gebruiksmelding afgelegd dient te worden. In dat geval hebben wij te maken met een formele afhandeltermijn van 26 weken, waarbij ik wil opmerken dat die termijn een maximaal traject behelst. Om deze vraag te beantwoorden moet ik een beroep doen op de afdeling vergunningen, maar ik kan opmerken dat het in de dagelijkse praktijk onze ambitie is om inkomende aanvragen ruim binnen de formele termijn af te handelen. Het is niet mogelijk om hierover een concrete toezegging te doen, maar wij hebben afgesproken dat er een vooroverleg plaats zal vinden om met de betrokken afdeling naar uw situatie te kijken.(…)”
(…) In 2017 is de Ballebak gecontroleerd aan de hand van de nog geldende gebruiksmelding (dus alleen de begane grond). Destijds zijn er geen gebreken geconstateerd. Aangezien de bovenetage ook in gebruik genomen gaat worden heb ik aangegeven hiervoor een externe brandveiligheidsadviseur in te schakelen aangezien er in het verleden ook al discussies waren tussen de gemeente Zoetermeer en de brandweer over de brandcompartimentering en de brandmeldinstallatie (…)”
Brandonveilige situatie
(…) Dat de gemeente dit pand wilde slopen als wij eruit gingen was bij ons bekend en dat ze op het laatste moment zelf de bovenste etage’s niet meer gebruikte was doordat ons te kennen was gegeven dat ze geen geld meer wilde uitgeven aan het vervangen van de brandmeldinstallatie omdat er toch een nieuwe sporthal gebouwd werd. Het pand is ook niet door de gemeente aan ons verkocht met enige mededeling dat we de bovenste verdiepingen niet mogen of kunnen gebruiken.
(…) Aan de hand van de gebruiksmelding is het bouwwerk beoordeeld op de brandveiligheidsvoorschriften (…). De volgende situatie is brandonveilig gebleken:
Volgens documentnr. (…) heeft het bouwwerk een brandcompartiment 01 van 5.680 m2. Hiermee wordt niet voldaan aan het Bouwbesluit 2012. Een bouwwerk moet ingedeeld worden in brandcompartimenten van 1.000m2 (bijeenkomstfunctie nieuwbouw), maximaal 2.000m2 (bijeenkomstfunctie bestaande bouw) of volgens het van rechtens verkregen niveau van 1.500m2 (…). Onder bepaalde voorwaarden kan het toch mogelijk zijn een groter brandcompartiment te realiseren met een beroep op gelijkwaardigheid. Zie artikel 1.3 Gelijkwaardigheidsbepaling van het Bouwbesluit.
Volgens de gebruiksvergunning (…) d.d. 29 maart 2007 en het Programma van Eisen brandmeldinstallatie voor De Ballebak (…) d.d. 15-3-2015 mag het bouwwerk alleen de begane grond (ballenbak) en kelder (technische ruimte, CV en opslagruimten) gebruiken. De 1e en 2e verdieping moeten permanent gesloten zijn.
Volgens documentnr. (…) wordt er nu een bijeenkomstfunctie (begane grond, 1e en 2e verdieping) en een industriefunctie (kelder) aangevraagd. Op tekeningen (…) staat ook nog een sportfunctie vermeld (…)”
(…) We hebben het pand van jullie gekocht met de enige wetenschap dat het brandmeldsysteem van de 1e en 2e etage vervangen moest worden en dat het daarna volledig gebruikt kon worden. Uiteraard moesten we daarna de meldingen of vergunningen regelen maar ook dat hadden we van te voren gevraagd en zelf via jou gecommuniceerd. Het zou alleen een meldplicht hoeven te zijn. Immers de functie en bestemming veranderde niet.Die melding wordt nu telkens afgewezen. (...) Er wordt nu van alles bedacht en bekeken en wij moeten van alles aanleveren (...). We hebben tijdens ons vorige gesprek met de brandweer zelfs begrepen dat we niet eens mogen lopen op de 1e en 2e etage. Het schijnt dat de brandweer de gemeente al een verbod heeft opgelegd voor het gebruik van de 1e en 2e verdieping met uitzondering van de technische dienst. Daar brak wel onze klomp. Die wetenschap hebben wij nooit gehad en op die manier is het pand ook nooit aan ons verkocht. Dat zou betekenen dat we een pand hebben gekocht waarvan we de helft maar mogen gebruiken. En nu, doordat we maar mondjesmaat informatie hierover krijgen, en na iedere afwijzing weer iets anders te horen krijgen, lopen we achter de feiten aan. Als we in het begin over de juiste informatie hadden kunnen beschikken, dan hadden we direct aan de eisen kunnen voldoen (…)”
(…) In onze brief (…) van 29 april 2019[toevoeging hof: waarvan de inhoud op 30 april 2019 met BUV is gedeeld, zie onder 3.17 hiervoor]
is o.a. aangegeven dat het bouwwerk (…) qua brandcompartimentering niet voldoet aan het Bouwbesluit 2012. Het bouwwerk heeft een brandcompartiment 01 van 5.680m2.
4.Procedure bij de rechtbank
- primair, een verklaring voor recht dat de Gemeente toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst, althans dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld jegens BUV, en dat de Gemeente daardoor schadeplichtig is, en de schade in een schadestaatprocedure moet worden vastgesteld;
- subsidiair, gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst en een verklaring voor recht dat de Gemeente schadeplichtig is, en de schade in een schadestaatprocedure moet worden vastgesteld;
- meer subsidiair, gedeeltelijke vernietiging van de koopovereenkomst op grond van dwaling, en een verklaring voor recht dat de Gemeente gehouden is het nadeel op te heffen dat BUV als gevolg van de dwaling heeft geleden, waarbij het nadeel gelijk te stellen is aan de schade geleden door BUV, die in een schadestaatprocedure moet worden vastgesteld;
- in alle gevallen, de Gemeente te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten en de proceskosten, inclusief nakosten en te vermeerderen met wettelijke rente.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
op basis van de aanvraag en ingediende tekeningen (…) niet voldoet aan het Bouwbesluit 2012 (Beheersbaarheid van Brand) (…)”, maar is niet vermeld waarom niet aan het Bouwbesluit 2012 werd voldaan (zie 3.15 van dit arrest). Dat is wel vermeld in de afwijzing van de tweede gebruiksmelding (zie 3.17 van dit arrest). Daarin staat dat niet aan het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan omdat de Olympus een te groot brandcompartiment heeft. Daaraan is toegevoegd dat onder bepaalde voorwaarden een groter brandcompartiment kan worden toegestaan “
met een beroep op gelijkwaardigheid.” Dat beroep heeft BUV vervolgens gedaan in de derde gebruiksmelding. In het advies van de VRH naar aanleiding van deze derde melding is uitgelegd waarom het beroep op gelijkwaardigheid niet kon worden aanvaard
(“
(…) omdat er niet voldaan wordt aan de voorwaarden uit de NEN 6060 compartiment”, zie 3.19 van dit arrest). Vervolgens heeft BUV (na een vierde gebruiksmelding die zij weer heeft ingetrokken) een vijfde gebruiksmelding gedaan, en een omgevingsvergunning voor het plaatsen van scheidingswanden ten behoeve van brandcompartimentering aangevraagd (zie 3.20 van dit arrest). Toen is de gebruiksmelding uiteindelijk goedgekeurd, omdat met het plaatsen van de scheidingswanden was voldaan aan de eisen ten aanzien van brandcompartimentering. Daarmee kon ook gebruik worden gemaakt van de eerste en tweede verdieping.
(…) hooguit enkele weken niet zou kunnen exploiteren omdat gedurende deze periode de bouwtechnische- en brandveiligheidsaanpassingen zouden moeten worden doorgevoerd (…)” (randnummer 70 van de dagvaarding). Als BUV direct naast de gebruiksmelding een vergunning had aangevraagd voor het plaatsen van scheidingswanden ten behoeve van de brandcompartimentering, was deze verwachting waarschijnlijk uitgekomen. Nu heeft BUV eerst drie gebruiksmeldingen gedaan zonder dat de noodzakelijke brandveiligheidsaanpassingen waren gedaan. Het kan zijn dat BUV is afgegaan op mededelingen van de Gemeente dat volstaan kon worden met gebruiksmeldingen. In dat geval heeft de Gemeente BUV onjuist voorgelicht. Verder is BUV mogelijk in verwarring gebracht doordat in reactie op de eerste gebruiksmelding niet is gezegd aan welke brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit 2012 moest worden voldaan, en
daarnaastis opgemerkt dat alleen de begane grond en de kelder van de Olympus in gebruik mogen zijn en de eerste en tweede verdieping permanent gesloten zijn (zie 3.15 van dit arrest). Dit laatste is herhaald in de reactie op de tweede gebruiksmelding (zie 3.17 van dit arrest). Daardoor zou de indruk kunnen zijn ontstaan dat de eerste en de tweede verdieping
hoe dan ookniet mochten worden gebruikt,
los vande aanpassingen om aan de brandveiligheidseisen te voldoen. Pas in de reactie op derde gebruiksmelding is duidelijk uitgelegd dat de eerste en de tweede verdieping permanent gesloten moesten zijn omdat er niets was veranderd ten opzichte van de situatie in het Programma van Eisen van 15 maart 2015. In dat Programma van Eisen is ervan uitgegaan dat de eerste en tweede verdieping niet in gebruik waren omdat de Gemeente niet meer wilde investeren in de noodzakelijke brandveiligheidsaanpassingen. De vorderingen van BUV berusten echter niet op de onduidelijke berichtgeving van de Gemeente met betrekking tot de toepasselijke eisen. Alle vorderingen van BUV zijn gebaseerd op een vermeend gebruiksverbod ten aanzien van de eerste en tweede verdieping. Dat geldt voor de gestelde tekortkoming in de nakoming, de gestelde onrechtmatige daad én de gestelde dwaling. Van een dergelijk gebruiksverbod is geen sprake geweest. Daarom zijn de vorderingen van BUV niet toewijsbaar.
€ 1.126,-(2 punten x tarief € 563,-)
€ 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
7.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 januari 2023, en opnieuw rechtdoende:
- wijst de vorderingen van BUV af;
- veroordeelt BUV in de kosten van de procedure, aan de zijde van Gemeente begroot op € 3.300,52 in eerste aanleg en € 3.495,73 in hoger beroep, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als BUV deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- bepaalt dat als BUV niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, BUV de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als Gemeente/BUV deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan;
- verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.