ECLI:NL:GHDHA:2024:2069

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
22-003405-23
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een Feyenoord-supporter voor groepsbelediging door het dragen van een T-shirt met de opdruk 'JHK' tijdens een voetbalwedstrijd

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerder vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, een Feyenoord-supporter, was in eerste aanleg vrijgesproken van groepsbelediging, maar de officier van justitie ging in hoger beroep. De verdachte had op 13 augustus 2023 in het openbaar, tijdens een voetbalwedstrijd in De Kuip, een T-shirt gedragen met de opdruk 'JHK', wat volgens de advocaat-generaal staat voor 'Joden hebben kanker'. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk beledigend heeft gehandeld jegens een groep mensen, te weten Joden, op basis van hun ras en/of godsdienst. Het hof oordeelde dat de uitlating van de verdachte, gezien de context, als beledigend kan worden ervaren en dat deze geen bijdrage levert aan het publieke debat of artistieke expressie. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis, met een voorwaardelijke straf.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003405-23
Parketnummer: 10-201534-23
Datum uitspraak: 25 oktober 2024
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van
26 oktober 2023 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2001,
adres: [woonadres], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 13 augustus 2023 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, zich in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Joden, wegens hun ras en/of godsdienst, door in voetbalstadion de Kuip, in elk geval in het openbaar, een T-shirt te dragen met daarop de tekst 'JHK'.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks13 augustus 2023 te Rotterdam
, in elk geval in Nederland,zich in het openbaar
mondeling,bij geschrift en/of bij afbeelding opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Joden, wegens hun ras en/of godsdienst, door in voetbalstadion de Kuip, in elk geval in het openbaar, een T-shirt te dragen met daarop de tekst 'JHK'.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat de afkorting “JHK” (zichtbaar op de achterkant van het T-shirt dat de verdachte droeg) staat voor “Joden hebben kanker”, hetgeen een negatieve uiting is die zonder meer kwetsend is bedoeld. Verdachte moet als fanatiek Feyenoord supporter bekend worden geacht met de werkelijke betekenis van de afkorting “JHK”. De aan de verdachte verweten groepsbelediging moet daarom bewezen worden verklaard.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat “JHK” niet staat voor “Joden hebben kanker”. En als dat wel zo zou zijn, wist en kon de verdachte dat ook niet weten. Hij heeft dus niet het (voorwaardelijk) opzet gehad om Joden te beledigen, en daarom kan ook geen sprake zijn geweest van groepsbelediging.
Het hof overweegt mede op basis van bestendige jurisprudentie als volgt.
Een uitlating kan als beledigend worden beschouwd wanneer zij de strekking heeft een ander bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hem aan te randen in zijn eer en goede naam. Dat betekent dat onder het zich beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras of godsdienst, als bedoeld in artikel 137c lid 1 van het Wetboek van strafrecht (Sr), moet worden verstaan het zich nodeloos krenkend uitlaten over een groep mensen omdat die groep van een bepaald ras is of een bepaalde godsdienst aanhangt. Het gaat er daarbij om dat men de mensen, die tot de groep behoren, collectief treft in wat voor die groep kenmerkend is, namelijk hun ras of godsdienst, en men hen beledigt juist omdat zij tot dat ras behoren of die godsdienst aanhangen. Vereist is dat de uitlating onmiskenbaar betrekking heeft op een bepaalde groep mensen die door hun ras of godsdienst wordt gekenmerkt en zich daardoor onderscheidt van anderen. Het oordeel of daarvan sprake is, zal bij een uitlating die in het algemeen op zichzelf niet beledigend is, afhangen van de context waarin de uitlating is gedaan.
Het, onder meer in art. 10 EVRM gegarandeerde, recht op vrijheid van meningsuiting staat aan een strafrechtelijke veroordeling ter zake van groepsbelediging in de zin van art. 137c Sr niet in de weg indien zo een veroordeling een op grond van art. 10, tweede lid, EVRM toegelaten
– te weten een bij de wet voorziene, een gerechtvaardigd doel dienende en daartoe een in een democratische samenleving noodzakelijke – beperking van de vrijheid van meningsuiting vormt. Bij de beoordeling van een uitlating in verband met de strafbaarheid daarvan wegens groepsbelediging in de zin van voormelde wettelijke bepaling, dient acht te worden geslagen op de bewoordingen van die uitlating alsmede op de context waarin zij is gedaan. Daarbij dient onder ogen te worden gezien of de gewraakte uitlating een bijdrage kan leveren aan het publiek debat of een uiting is van artistieke expressie. Tevens dient onder ogen te worden gezien of de uitlating in dat verband niet onnodig grievend is.
Het hof stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat de verdachte tijdens een voetbalwedstrijd van Feyenoord tegen Fortuna Sittard een T-shirt heeft gedragen met op de achterkant duidelijk en openlijk zichtbaar de letters (in Gotische stijl) “JHK". De verdachte heeft daarover verklaard dat deze letters ooit in het kader van een grap op het T-shirt zijn aangebracht en slechts verwijzen naar een voor hem bekende voetballer die “Jip Het Kanon” wordt genoemd. Naar eigen zeggen wist hij niet dat deze afkorting zou (kunnen) staan voor “Joden hebben kanker”.
Het hof acht de verklaring van de verdachte op grond van hetgeen nog zal worden besproken, ongeloofwaardig. De verdachte beschikt over een seizoenkaart voor Feyenoord. Hij is dan ook meer betrokken bij de voetbal dan een gemiddelde voetbalsupporter en hij moet daarom bekend worden geacht met de betekenis die binnen deze groep aan de afkorting “JHK” wordt toegekend, te weten “Joden hebben kanker”. Die betekenis was vanaf 2015 overigens ook volstrekt helder, zeker in voetballand. In dat jaar werd tijdens een voetbalwedstrijd tussen Ajax en Vitesse, door supporters van Vitesse een enorm spandoek uitgerold met daarop die drie letters. Zowel de supportersvereniging van Vitesse als haar directeur hebben daar direct publiekelijk afstand van gedaan en uitgesproken dat dergelijk “misselijkmakend” gedrag ongepast is. Het hof heeft deze, ook bij de verdediging bekende, gebeurtenis die nadrukkelijk naar voren komt in openbare (nieuws)bronnen ter terechtzitting aan de orde gesteld. Het hof betrekt hierin ook de animositeit tussen Feyenoord en Ajax, waarbij Ajaxsupporters vaak Joden worden genoemd. Voorts betrekt het hof daarbij dat de letters JHK in Gotische stijl zijn vormgegeven, wat een historische associatie oproept met Duitsland en daarmee met de jodenvervolging, en bovendien op hetzelfde T-shirt staan afgedrukt met het woord Feyenoord. Het hof is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de afkorting staat voor “Joden hebben kanker”, dat de makers van het T-shirt dit bedoeld hebben als een in hun ogen ongetwijfeld ludieke variant op (het beledigende) “kankerjoden” en dat de verdachte dit ook wist.
Het hof overweegt dat de door de verdachte gedane uiting, gelet op de context waarin zij is gedaan, zonder meer als beledigend kan worden ervaren voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst.
Daarbij is het hof op grond van voormelde feiten en omstandigheden van oordeel dat de uitlating geen bijdrage kan leveren aan het publieke debat en ook niet als uiting van artistieke expressie is gedaan, nu deze tijdens een voetbalwedstrijd is begaan. Dit betekent dat een nadere toetsing van het al dan niet onnodig grievende karakter van de uitlating achterwege kan blijven.
De tenlastegelegde groepsbelediging wordt bewezenverklaard en de verweren van de raadsvrouw worden verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
zich in het openbaar bij geschrift en/of afbeelding opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzettelijke belediging van een groep mensen, Joden, wegens hun ras en/of godsdienst. Hij heeft tijdens een voetbalwedstrijd, dus publiekelijk, een T-shirt gedragen met daarop de letters “JHK” wat staat voor “Joden hebben kanker”. Dit kan door leden van het Joodse volk als ernstig grievend worden ervaren. Het hof rekent dit de verdachte aan.
De omstandigheden waaronder het feit is begaan zijn enigszins strafmatigend. Het aantrekken van het T-shirt maakte immers geen deel uit van een georganiseerde actie van Feyenoord-supporters en Feyenoord speelde niet tegen Ajax maar tegen Fortuna Sittard. Het hof acht het aannemelijk dat de verdachte bij zijn kledingkeuze voor de gang naar de Kuip vooral op de voorzijde van het T-shirt heeft gelet en in mindere mate op de smakeloze beledigende achterzijde.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
27 september 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van een soortgelijk feit.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte een passende en geboden reactie vormt. De voorwaardelijke straf dient de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst strafbare feiten te plegen.
Bij de vaststelling van de geldboete is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 137c van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door
mr. B. Vogel, als voorzitter,
mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst en
mr. F.W. van Lottum, leden,
in bijzijn van de griffier mr. T.A. van den Berg.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 oktober 2024.