Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- de dagvaarding van 24 juli 2023 van [eiser], met bijlagen,
- de conclusie van antwoord van Transport Partners, met bijlagen;
- de conclusie van repliek van [eiser], met één bijlage;
- de conclusie van dupliek van Transport Partners.
3.Feitelijke achtergrond
4.De vordering van [eiser]
- Voorafgaand aan of ten tijde van het sluiten van de overeenkomst van december 2021 is niet verwezen naar de algemene voorwaarden waarin de arbitrageclausule is opgenomen. De algemene voorwaarden zijn voor deze overeenkomst dus niet overeengekomen en gelden dan ook niet. Bij andere opdrachten is jaren daarvoor wel verwezen naar de algemene voorwaarden, maar dat betekent niet dat de voorwaarden voor de overeenkomst van december 2021 ook gelden.
- Als dit niet zou opgaan, dan geldt in ieder geval dat het arbitragebeding vernietigbaar is omdat de algemene voorwaarden waarin dit beding is opgenomen niet ter hand zijn gesteld. Dat betekent dat [eiser] geen redelijke mogelijkheid is geboden om van deze voorwaarden kennis te nemen zoals vereist in artikel 6:233 BW. Ook is het arbitragebeding vernietigbaar omdat [eiser] als consument heeft gecontracteerd en het beding, gelet op artikel 6:236 onder n BW, voor hem als consument onredelijk bezwarend is. Als zou worden geoordeeld dat [eiser] geen consument is, dan is hij in ieder geval slechts een kleine ondernemer die dezelfde bescherming moet krijgen als een consument (reflexwerking).
- Tot slot heeft [eiser] een beroep gedaan op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 2 BW).
5.Beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
“Mr. [eiser] is a private person in this matter”, is zonder nadere toelichting onvoldoende om te concluderen dat [eiser] in relatie tot Transport Partners in het kader van de overeenkomst van december 2021 als consument handelde.
6.Beslissing
- wijst de vordering van [eiser] af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Transport Partners begroot op € 6.739,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [eiser] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- bepaalt dat als [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [eiser] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [eiser] deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan.