Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
primairhij in of omstreeks de pleegperiode van 09 april 2018 tot en met 30 november 2018, in het arrondissement Den Haag, althans in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte op na te melden tijdstippen, op na te melden plaatsen, (telkens) na te melden goederen verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen (telkens) wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
subsidiairhij in of omstreeks de periode van 09 april 2018 tot en met 30 november 2018 te Waddinxveen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten
hij in of omstreeks 30 november 2018 te Waddinxveen, al dan niet opzettelijk, een of meer radioapparaten, te weten één of meer jammer(s), heeft aangelegd, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radioapparaten geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juli 2014 tot en met 21 april 2019, te Rijswijk, althans in Nederland, in de uitoefening van zijn bedrijf, (telkens) van voorwerpen de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbenden op voorwerpen waren en/of heeft verborgen en/of verhuld wie voorwerpen voorhanden hebben gehad, door van een (grote) hoeveelheid auto-onderdelen de productiekenmerken en/of de identificatiekenmerken te verwijderen en/of onleesbaar te maken en/of (vervolgens) auto-onderdelen te monteren in andere voertuigen, althans, een (grote) hoeveelheid auto-onderdelen (onder meer afkomstig van voertuigen genoemd in proces verbaal LEFC819006-295 (p. 264/265, zaaksdossier 4) en/of de eindrapportage inzake locatie Rijswijk van het VbV (p. 466, zaaksdossier 4)), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van voornoemde voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die auto-onderdelen geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en hij aldus van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
primairhij op of omstreeks 16 april 2019, te 's-Gravenhage, althans in Nederland, van een voorwerp, te weten een of meer geldbedrag(en) (totaal circa EUR 4.500,-), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld door voornoemd geldbedrag in een geprepareed blikje Cola en/of in een geprepareerd sierraden doosje en/of in een tas te stoppen en/of vervolgens achter een vastgeschoefd schot in een slaapkamer te verbergen, althans voornoemd geldbedrag heeft verworven, overgedragen, omgezet en/of voorhanden heeft gehad en/of gebruik van heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiairhij op of omstreeks 16 april 2019, te 's-Gravenhage, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag (circa EUR 4.500,-), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 juli 2014 tot en met 21 april 2019, te Rijswijk, althans in Nederland, als opkoper en handelaar in auto's en/of auto-onderdelen, aangewezen bij het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Staatsblad 1992/36) niet met inachtneming van de bij de algemene maatregel van bestuur geldende regels:
Oordeel van het hof
een (grote) hoeveelheid auto-onderdelen”. Tegen de achtergrond van het dossier, zoals hiervoor geschetst, is onvoldoende duidelijk waartegen de verdachte zich moet verdedigen, als genoemde auto-onderdelen niet nader geduid worden. In de tenlastelegging is na “
althans” weliswaar opgenomen “
afkomstig van voertuigen genoemd in proces-verbaal LEFC819006-295 (p. 264/265, zaaksdossier 4) en/of de eindrapportage inzake locatie Rijswijk van het VbV (p. 466, zaaksdossier 4)”, maar de bewuste paginanummers in het dossier behelzen slechts een overzicht van de gestolen voertuigen en geen informatie ten aanzien van de vraag om welke onderdelen het gaat. Hierbij komt dat de verdenking (gewoonte)witwassen behelst zodat bij een vermoeden van niet legale herkomst van voorwerpen van de verdachte verlangd wordt dat hij met een voldoende concrete, verifieerbare en niet op voorhand onwaarschijnlijke verklaring ten aanzien van die voorwerpen komt. Als niet duidelijk is om welke auto-onderdelen het gaat, dan kan de verdachte zich hiertegen niet (voldoende) verdedigen. Het hof is dan ook van oordeel dat de verdachte onder deze omstandigheden niet in staat is zich op basis van de tenlastelegging naar behoren te verdedigen.
subsidiairhij
in of omstreeks de periode van 09 april 2018 tot en metop30 november 2018 te Waddinxveen
, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal een of meergoederen, te weten
/of
één of meerkentekenpla
(a
)t
(en
), kenteken [kenteken 2] en
/ofkenteken [keneteken 3]
en/of
3. één of meer auto-onderde(e)l(en) van een personenauto, [automerk 2], kenteken [kenteken 4],
heeftgehad
en/of overgedragen, terwijl hij
(telkens)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van deze goederen wist
althans redelijkerwijs had moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij
in of omstreeksop30 november 2018 te Waddinxveen,
al dan nietopzettelijk,
een of meerradioapparaten, te weten
één of meerjammer
(s
),
heeft aangelegd,geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad
en/of heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radioapparaten geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet;
hij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 4 juli 2014 tot en met 21 april 2019, te Rijswijk
, althans in Nederland, als opkoper en handelaar in auto's en
/ofauto-onderdelen, aangewezen bij het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Staatsblad 1992/36) niet met inachtneming van de bij de algemene maatregel van bestuur geldende regels:
/of
één of meerderegebruikte en
/ofongeregelde goed
(eren
)heeft verworven van
één of meerperso
(o)n
(en
)zonder dat die perso
(o)n
(en
) zijn/hun identiteitsgegevens had
(den
)opgegeven en
/ofzonder dat hij, verdachte, die identiteitsgegevens in zijn administratie heeft aangetekend en/of heeft doen aantekenen.
Dagvaarding I, feiten 1 subsidiair en 2
“één of meer auto-onderde(e)l(en) van een personenauto, [automerk 2], kenteken [kenteken 4]”zal worden vrijgesproken, is omdat ten aanzien daarvan niet kan worden vastgesteld dat deze onderdelen – gelet op voornoemde valse aangifte – door misdrijf (van een ander) verkregen zijn.
Dagvaarding II, feit 3
Opzetheling, meermalen gepleegd.
en
BESLISSING
niet-ontvankelijkin het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-837317-19 (dagvaarding II) onder 4 tenlastegelegde.
nietig.
vrij.
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
geldboetevan
€ 2.000,00 (tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan [eigenaar gereedschapskist] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: