ECLI:NL:GHDHA:2024:1764

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
200.314.494/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedrog bij de verkoop van vakantiewoningen met gevolgen voor de onderneming Tradebits B.V.

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om een hoger beroep van Belaggio Vastgoed B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft bedrog bij de verkoop van drie vakantiewoningen door [geïntimeerde 1] aan Belaggio, waarbij de opbrengst ten goede zou komen aan de onderneming Tradebits B.V. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Belaggio c.s. bedrog hadden gepleegd door onjuiste informatie te verstrekken over de waarde van de aandelen en de tokens die onderdeel uitmaakten van de koopprijs. Het hof bevestigt dat de overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio tot stand is gekomen door bedrog, waardoor deze vernietigbaar is. Het hof oordeelt dat de vernietiging terugwerkende kracht heeft, wat betekent dat de partijen ongedaanmakingsverplichtingen hebben. Belaggio moet de vakantiewoningen teruggeven aan [geïntimeerde 1], en [geïntimeerde 1] moet de ontvangen tokens en aandelen teruggeven aan Belaggio. Daarnaast wordt Belaggio veroordeeld tot schadevergoeding aan [geïntimeerde 1] voor gederfde huuropbrengsten. De vorderingen van Tradebits worden eveneens in het kader van de samenhangende overeenkomsten behandeld, en het hof vernietigt ook de overeenkomst tussen Belaggio en Tradebits. De proceskosten worden toegewezen aan [geïntimeerde 1] c.s. en Belaggio c.s. worden hoofdelijk in de proceskosten van het hoger beroep veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.314.494/01
Zaaknummers rechtbank : C/09/578434/ HA ZA 19-847 (hoofdzaak)
C/09/590405 / HA ZA 20-321 (vrijwaring)
Arrest van 1 oktober 2024
in de zaak van

1.Belaggio Vastgoed B.V.,

gevestigd te Den Haag,
2.
[appellant 2],
wonende te [woonplaats],
appellanten in principaal hoger beroep,
geïntimeerden in incidenteel hoger beroep,
hierna tezamen aan te duiden als Belaggio c.s. en ieder afzonderlijk als respectievelijk Belaggio en [appellant 2],
advocaat: mr. P. Wezelenburg te Naaldwijk,
tegen

1.[geïntimeerde 1],

wonende te [woonplaats],
2.
Tradebits B.V.,
gevestigd te Den Haag,
3.
[geïntimeerde 3] B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
4.
[geïntimeerde 4],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerden in principaal hoger beroep,
appellanten in incidenteel hoger beroep,
hierna tezamen aan te duiden als [geïntimeerde 1] c.s. en ieder afzonderlijk als respectievelijk
[geïntimeerde 1], Tradebits, [geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 4],
advocaat: mr. M.A. Poelman te Amsterdam.

1.De zaak in het kort

1.1
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar het vonnis in incident van 12 februari 2020, het vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 16 maart 2022 en het herstelvonnis van 6 april 2022 van de rechtbank Den Haag.
1.2
De hoofdzaak werd bij dagvaarding van 2 juli 2019 door [geïntimeerde 1], Tradebits en [geïntimeerde 3] aanhangig gemaakt tegen Belaggio c.s. Bij het vonnis in incident van 12 februari 2020 werd de vordering van Belaggio c.s. om [geïntimeerde 4] in vrijwaring op te roepen toegewezen. De vorderingen van [geïntimeerde 1], Tradebits en [geïntimeerde 3] in de hoofdzaak in conventie zijn door de rechtbank opgesomd in r.o. 4.1 van het vonnis van 16 maart 2022. De rechtbank heeft de vordering tot vernietiging van de overeenkomst vanwege bedrog, teruglevering van de vakantiehuizen en schadevergoeding toegewezen. Belaggio c.s. hebben in de hoofdzaak in (voorwaardelijke) reconventie de vorderingen ingesteld als door de rechtbank in het vonnis van 16 maart 2022 in rechtsoverweging 4.5. weergegeven. Daarvan is door de rechtbank toegewezen € 100.000, te betalen door [geïntimeerde 1] en € 296.891,19 door Tradebits aan Belaggio c.s. De vorderingen in de vrijwaringszaak van Belaggio c.s. tegen [geïntimeerde 4], zoals deze na wijziging van eis zijn komen te luiden, zijn vermeld in r.o. 4.9 van het vonnis in hoofzaak en vrijwaring van 16 maart 2022. Het in vrijwaring gevorderde is afgewezen. Het herstelvonnis van 6 april 2022 betreft uitsluitend de wijziging van de in r.o. 6.2 van het vonnis van 16 maart 2022 abusievelijk vermelde naam van [geïntimeerde 1] waar Belaggio was bedoeld.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 14 juni 2022, waarmee Belaggio c.s. in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 16 maart 2022 en het herstelvonnis van 6 april 2022;
  • de memorie van grieven van Belaggio c.s. (met producties);
  • de memorie van antwoord in principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, tevens akte houdende wijziging van eis van [geïntimeerde 1] c.s. (met producties);
  • de memorie van antwoord in incidenteel appel van Belaggio c.s. (met een productie);
  • de akte uitlating productie, tevens overlegging producties van [geïntimeerde 1] c.s. (met producties);
  • de akte uitlating producties van Belaggio c.s.
2.2.
Het hof heeft hierna een datum voor arrest bepaald en doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.
Bij de stukken van de eerste aanleg ontbreken het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 21 mei 2021 en het commentaar van Belaggio c.s. daarop bij brief van 1 juli 2021 (genoemd in r.o. 2.3 van het vonnis van 16 maart 2022). De bij de mondelinge behandeling overgelegde pleitnota’s bevinden zich wel in het procesdossier van de eerste aanleg. Het hof heeft van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling ambtshalve kennis genomen.
Het hof zal, evenals de rechtbank, alle processtukken als zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaringszaak overgelegd beschouwen en bij de beoordeling van beide zaken betrekken.

3.Feitelijke achtergrond, vorderingen en beslissingen in eerste aanleg

in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak:
3.1.1. Het gaat in deze zaak om het volgende:
Tradebits is een in februari 2014 opgerichte startup die zich bezig houdt met het opzetten en onderhouden van een digitaal platform waarop (onder meer) cryptocurrencies/digitale valuta kunnen worden verhandeld. Tradebits heeft tevens een eigen cryptocurrency ontwikkeld, de Xbit.
Bij oprichting waren [geïntimeerde 3], [appellant 2] en [betrokkene] (verder: [betrokkene]) de aandeelhouders van Tradebits. Per 28 augustus 2018 werden dat [geïntimeerde 3], Belaggio en Alloy 1090 B.V. (verder: Alloy). Zij hadden – na een Statutenwijziging en uitgifte van 1.189.800 nieuwe aandelen door Tradebits voorafgaande aan de hierna nader te noemen transactie van 3 september 2018 (prod. 35 cva conv.) - elk 400.000 aandelen van nominaal € 0,01. Bij voormelde Statutenwijziging werden de aanvankelijk geplaatste 102 aandelen van nominaal € 1,= gesplitst in 10.200 aandelen van nominaal € 0,01 en bedroeg het totaal aantal uitgegeven aandelen 1.200.000.
[geïntimeerde 4] is enig aandeelhouder en bestuurder van [geïntimeerde 3], [appellant 2] enig aandeelhouder en bestuurder van Belaggio en [betrokkene] enig aandeelhouder en bestuurder van Alloy.
Aanvankelijk waren [geïntimeerde 3] en Belaggio bestuurder van Tradebits, maar vanaf 22 maart 2019 is alleen [geïntimeerde 3] nog bestuurder. Via hun vennootschappen vervulden [geïntimeerde 4], [appellant 2] en [betrokkene] in Tradebits de taken van respectievelijk CEO (chief executive officer), CFO (chief financial officer) en CTO (chief technical officer).
[geïntimeerde 1] heeft, na een ontmoeting met [geïntimeerde 4] in april 2018 tijdens een evenement over cryptocurrencies, interesse getoond om in Tradebits te investeren. [geïntimeerde 1] was geïnteresseerd in het nemen van aandelen en het afnemen van Xbits, verder ‘tokens’ te noemen. Hij beschikte niet over liquide financiële middelen maar wel over drie vakantiehuizen in Zeeland die hij zou kunnen ‘inbrengen’.
Bij email van 18 juli 2018 (prod. 39 cva conv.) heeft [geïntimeerde 4] namens Tradebits aan [geïntimeerde 1] een voorstel gedaan om, uitgaande van een door [geïntimeerde 1] voor de vakantiehuizen gestelde waarde van € 2.035.100,= (excl. btw), de vakantiehuizen over te nemen voor 80% van de waarde (€ 1.628.080,= excl. btw) tegen levering van 4.07% van de aandelen (met op dat moment in totaal een gestelde waarde van € 40.000.000,=) en een vergoeding voor de 20% korting op de waarde van de vakantiehuizen door levering van 8.140.400 tokens met een waarde op dat moment van € 0,05 (= € 407.020,=) en een goodwill bonus van 40%, resulterende in een totale vergoeding in tokens van 11.396.560.
Uiteindelijk zijn de drie vakantiehuizen door [geïntimeerde 1] verkocht en geleverd aan Belaggio in plaats van aan Tradebits zoals het voornemen was.
In de notariële akte van levering van de woningen d.d. 3 september 2018 (prod. 2 inl. dagv., prod. 33 cva conv.) is ten aanzien van de koopovereenkomst vermeld:

Artikel 3. De koopprijs van het verkochte bedraagt (€ 1.915.000,00). Aan de mee verkochte roerende zaken is door partijen een waarde toegekend van (€ 120.000,00). De koopprijs voor de roerende zaken is niet begrepen in de koopprijs voor het verkochte. De voldoening van de totale koopprijs groot (€ 2.035.000,00) geschiedt als volgt:- voor een gedeelte groot (€ 100.000,00) in geld. Dit bedrag is door koper aan de notaris voldaan.- voor een bedrag groot (€ 967.500,00) door de levering aan verkoper van tokens. De tokens zijn mede op heden geleverd aan verkoper door deze op zijn naam te stellen casu quo door deze op zijn account bij te doen schrijven.- voor een gedeelte groot ( € 967.500,00) door de levering van (29.505) aandelen, elk nominaal groot (€ 0,01) in het kapitaal van (…) Tradebits (..). Gemelde aandelen zijn reeds geleverd aan verkoper bij akte, mede op heden, voor de in de aanhef van deze akte genoemde notaris verleden.(…)’
De als deel van de koopsom te leveren 29.505 aandelen in Tradebits zijn voorafgaande aan de levering van de vakantiewoningen door Belaggio aan [geïntimeerde 1] geleverd bij akte van levering aandelen d.d. 3 september 2018 (prod. 1 inl. dagv., prod. 34 cva conv.). In de akte zijn als verschenen partijen vermeld: Belaggio, [geïntimeerde 1] en Tradebits (in de akte aangeduid als ‘de vennootschap’). In de inleiding van de akte is vermeld
: ‘Belaggio is één van de drie aandeelhouders in het kapitaal van de vennootschap. De vennootschap houdt zich bezig met de handel in cryptocurrencies/digitale muntenhandel en is daarvoor een platform aan het ontwikkelen. In dat kader is behoefte aan werkkapitaal binnen de vennootschap. [geïntimeerde 1] is bereid aandeelhouder te worden in de vennootschap en te investeren in de vennootschap en heeft zich bereid verklaard dat te doen, doch beschikt momenteel niet over liquide middelen om zulks te doen. [geïntimeerde 1] en Belaggio en de vennootschap hebben daartoe het volgende besloten en zijn het volgende overeengekomen. [geïntimeerde 1] is eigenaar van drie vakantiewoningen in Colijnsplaat. Belaggio heeft zich bereid verklaard die woningen te kopen van [geïntimeerde 1]. In dat kader heeft Belaggio een partij gevonden die bereid is de aankoop (deels) te financieren. Daarmee komen liquide middelen beschikbaar. De vennootschap is eigenaar van zogenaamde tokens (uitgegeven door de vennootschap) welke, volgens Belaggio en [geïntimeerde 1], een bepaalde waarde vertegenwoordigen in het economische verkeer. [geïntimeerde 1] en Belaggio zijn overeengekomen dat de koopprijs voor de hiervoor bedoelde vakantiewoningen door Belaggio deels zal worden voldaan door een aantal tokens op naam te doen stellen van [geïntimeerde 1]. Het betreft een overeengekomen aantal van (31.600.000) tokens ter zake waarvan in de verhouding [geïntimeerde 1] en Belaggio door hen een waarde is toegekend groot (€ 967.500,00). [geïntimeerde 1] en Belaggio zijn voorts overeengekomen dat het resterende deel van de koopprijs voor de hiervoor bedoelde vakantiewoningen zal worden voldaan doordat Belaggio aan [geïntimeerde 1] zal leveren (29.505) aandelen (…), elk nominaal groot (€ 0,01) in het kapitaal van de vennootschap. Aan deze aandelen is in hun onderlinge verhouding door [geïntimeerde 1] en Belaggio een waarde toegekend van (€ 967.500,00). De vennootschap heeft de hiervoor bedoelde tokens per heden ten name van [geïntimeerde 1] bijgeschreven op diens account ter zake aangehouden door de vennootschap. (…). [geïntimeerde 1] verklaarde dat hij ter zake de waarde van de tokens en de handel in cryptocurrencies en tokens een deskundige is en zich daar zelfstandig een oordeel over heeft gevormd. (..)’
Bij een – ongedateerde – nota van afrekening nr. 201802859.1 van Caminada Notarissen prod. 5 inl. dagv.) wordt aan Belaggio in rekening gebracht:
‘koopsom tokens € 600.000,= ‘in de nota is daaraan de tekst toegevoegd:
‘Het eindbedrag zal worden verrekend met het saldo van afrekening met nr. 20182857.2 zodat resteert te voldoen een bedrag groot € 143.461,49’.
De, eveneens ongedateerde, nota nr. 20182857.2 betreft: de koopprijs van € 1.915.000,= voor de woningen en € 120.000,= voor roerende zaken, minus een uit hypotheek te ontvangen bedrag van € 600.000,= en de kooprijs voor de tokens en aandelen (tweemaal € 967.500,=), en te vermeerderen met te verrekenen lasten ten bedrage van € 295,=, notariskosten (1.950 akte van levering en 1.500 hypotheek) en diverse externe kosten (overdrachtsbelasting, kadasterkosten, leges en omzetbelasting), resulterende in een per saldo door Belaggio te ontvangen bedrag van € 456.538,51 (totaal te voldoen € 2.078.461,49, totaal te ontvangen/verrekenen € 2.535.000,=).
Bij email van 30 augustus 2018 (prod. 36 cva conv.) heeft de notaris aan [appellant 2], [geïntimeerde 4] en [betrokkene] op hun Tradebits-emailadressen voormelde nota’s van afrekening toegezonden. In de email schrijft de notaris:
‘(..) Ik verzoek [appellant 2]{toev. hof: [appellant 2]}
om het saldo van beide nota’s groot (€ 143.461,49) (…) vanaf een bankrekening ten name van Belaggio Vastgoed B.V. over te laten maken (…)’.
Bij email van 9 januari 2019 16.00 uur (prod. 9 inl. dagv.) heeft [appellant 2] als bestuurder van Belaggio aan [geïntimeerde 4] en [betrokkene] bericht:
‘In verband met de afwikkeling van de transactie van Belaggio Vastgoed B.V. en [geïntimeerde 1] c.q. Tradebits B.V. en BPRNAF 11 B.V. heb ik vandaag de laatste betaling verricht van Belaggio Vastgoed B.V. naar BRPNAF11 B.V. (op die afgesproken lening van EUR 90.000 na) vanEUR 891,19tegen finale kwijting. Ik moest EUR 456.539,00 overmaken, hiervan heb ik reeds EUR 152.982,18 overgemaakt en EUR 150.000,00 =EUR 302.982,18. Ik heb de volgende kosten voorgeschoten (…) totaalEUR 21.995,63. De afgesproken nabetaling vanEUR 90.000maak ik over in April 2019. Totaal is dat dan EUR 414.977,81. Zoals besproken tellen we daar dan de volgende kosten bij op (…): EUR40.670,00Totaal reeds betaald + lening 90k en de genoemde kosten = EUR455.647,81TOTAAL nog te betalen456.539 – 455.647,81 = EUR 891,91Na ontvangst van EUR 891,91 door BPRNAF 11 B.V. verlenen Tradebits B.V. en BPRNAF 11 B.V. aan Belaggio Vastgoed B.V. finale kwijting (…)’
Bij email van 22 januari 2019 (prod. 37 cva conv.) heeft [geïntimeerde 4] vanaf zijn Tradebits-email hierop gereageerd met ‘Akkoord’.
Op 22 maart 2019 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van Tradebits plaatsgevonden (prod. 6 inl. dagv.) waarop als een van de onderwerpen het ontslag van Belaggio als bestuurder van Tradebits was geagendeerd. Voor Belaggio/[appellant 2] is op die vergadering zijn advocaat mr. P. Wezelenburg als schriftelijk gevolmachtigde aanwezig geweest. [betrokkene] was voorzitter van de vergadering, [geïntimeerde 4] notulist. Verder was [geïntimeerde 1] als aandeelhouder aanwezig. Tijdens de vergadering is onder meer gesproken over de gang van zaken van de notariële aktes van 3 september 2018 inzake de levering van de aandelen en de vakantiewoningen. Aan de orde kwam daarbij de gang van zaken inzake de levering van de tokens die door Belaggio aan [geïntimeerde 1] voor een waarde van € 967.500,= zijn geleverd en waarvan de koopsom tussen Belaggio en Tradebits € 600.000,= heeft bedragen, van welk bedrag Tradebits maar circa € 320.000 heeft ontvangen. Verder kwam ter sprake dat de aandeelhouders geen inzicht hadden in wie de kosten van de financiering zou moeten betalen en in welke verhouding en wanneer de resterende bedragen worden ontvangen. Omdat mr. Wezelenburg deze vragen niet kon beantwoorden, werd afgesproken dat deze na afstemming daarover met [appellant 2] na de vergadering hierover schriftelijk nader zou reageren. In de vergadering werd op een aantal andere gronden besloten tot ontslag van Belaggio als bestuurder van Tradebits.
Na het vonnis van 16 maart 2022 zijn de drie vakantiewoningen in het kadaster weer als eigendom van [geïntimeerde 1] komen te staan. Zij zijn nog steeds belast met de door Belaggio daarop gevestigde hypotheek en met een daarop ten laste van Belaggio op 6 juni 2019 door derden gelegd beslag (prod. 45 mva).
in de hoofdzaak3.1.2. [geïntimeerde 1] c.s. vorderden in eerste aanleg in conventie, kort en globaal samengevat:
I.
primair:(i) nietig verklaring, althans vernietiging van de door hen gestelde overeenkomst die heeft geleid tot de in r.o. 3.1.1. sub e en f genoemde transacties van 3 september 2018, op grond van bedrog en/of dwaling , (ii) teruglevering door Belaggio van de drie vakantiewoningen aan [geïntimeerde 1], onbezwaard en vrij van beslagen, (iii) veroordeling van Belaggio tot betaling van schadevergoeding aan [geïntimeerde 1], nader op te maken bij staat, op grond van onrechtmatig handelen van Belaggio;
II.
subsidiair:(i) ontbonden verklaring dan wel ontbinding van de overeenkomst, (ii) teruglevering van de woningen aan [geïntimeerde 1], (iii) veroordeling van Belaggio tot vergoeding van schade als bedoeld in art. 6:74 lid 1 BW aan [geïntimeerde 1] en Tradebits, nader op te maken bij staat;
III.
meer subsidiair:veroordeling van Belaggio tot betaling aan Tradebits van een bedrag van € 1.499.108,81 ten titel van nakoming, althans € 297.017,82;
IV.
meer subsidiair:voor het geval geen overeenkomst als door [geïntimeerde 1] c.s. tot stand is gekomen: hoofdelijke veroordeling van Belaggio c.s. op grond van art. 6:162 BW (a) tot betaling van een bedrag van € 1.935.000,= aan schadevergoeding aan [geïntimeerde 1] en (b) vergoeding van schade, nader op te maken bij staat, aan Tradebits;
V.
meer subsidiair: (voor zover de vorderingen I t/m IV worden afgewezen): veroordeling van Belaggio c.s. tot schadevergoeding aan [geïntimeerde 1] en Tradebits op grond van overtreding van de tegenstrijdig belang regeling;
VI.
:meer subsidiair:(voor zover de vorderingen I t/m IV worden afgewezen): (i) verklaring voor recht dat Belaggio zich ongerechtvaardigd heeft verrijkt, (ii) veroordeling van Belaggio tot vergoeding van een schadebedrag van € 367.500,= wegens ongerechtvaardigde verrijking aan Tradebits.
3.1.3.
[geïntimeerde 1] c.s. leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat de verkoop van de drie vakantiewoningen aan Belaggio is overeengekomen bij een overeenkomst tussen [geïntimeerde 1], Tradebits en Belaggio die ten doel had dat het vermogen van Tradebits zou worden versterkt en Tradebits door de transactie een bedrag van ca. € 1.8 miljoen aan liquiditeit zou verwerven. Van die extra liquiditeit is echter slechts een klein gedeelte gerealiseerd. [geïntimeerde 1] verwijt Belaggio bedrog en het geven van een verkeerde voorstelling van zaken, onder meer doordat Belaggio heeft verzwegen dat zij de tokens, die een gedeelte van € 967.500,= van de koopprijs uitmaakten, zelf voor een bedrag van € 600.000,= van Tradebits had verworven/ zou verwerven, waardoor zij zichzelf ten koste van Tradebits met een bedrag van € 367.000,= heeft verrijkt. [geïntimeerde 1] verwijt Belaggio voorts dat zij ten onrechte heeft verklaard dat de waarde van de aandelen € 40 miljoen bedroeg en dat de aandelen door derden op deze basis van die waarde waren gekocht. Volgens [geïntimeerde 1] c.s. hebben Belaggio c.s. onrechtmatig jegens hen gehandeld door de door hen gegeven onjuiste voorstelling van zaken en door het feit dat zij zichzelf ten koste van Tradebits ongerechtvaardigd hebben verrijkt. Belaggio heeft de woningen in eigendom verkregen doch de verwervingskosten daarvan voor rekening van Tradebits gebracht en aan Tradebits slechts een gering bedrag doen toekomen van de liquiditeiten die met de koop van de woningen werden verkregen.
3.1.4.
Belaggio c.s. betwisten de door [geïntimeerde 1] c.s. gestelde aard en strekking van de overeenkomst. Zij betwisten dat met de overeenkomst zou zijn beoogd om € 1.8 miljoen extra liquiditeiten voor Tradebits te realiseren en dat dit oogmerk onderdeel was van de overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio. Die overeenkomst betrof volgens hen louter de verkoop van de woningen aan Belaggio tegen een koopprijs van € 2.035.000,=, te voldoen door betaling van € 100.000,= in geld en levering van 31.600.000 Xbits en 29.505 aandelen in Tradebits. Daarnaast is volgens hen tussen Belaggio en Tradebits afgesproken dat Tradebits aan Belaggio de 31.600.000 tokens zou leveren tegen het bedrag van de financiering die voor de woningen kon worden verkregen, welke € 600.000,= heeft bedragen. Tradebits heeft, naar Bellagio c.s. stellen, van dat bedrag, na aftrek van het uit de financiering aan [geïntimeerde 1] te betalen bedrag van € 100.000,= en de met de overdracht van de woningen gemoeide kosten, een bedrag van € 415.869,= ontvangen.
3.1.5.
Belaggio c.s. vorderden in reconventie, voor het geval de vorderingen van [geïntimeerde 1] c.s. in conventie zouden worden afgewezen: (1) schadevergoeding wegens onrechtmatig onder Belaggio gelegde beslagen en (2) opheffing van de beslagen. Voor het geval de vorderingen I of II in conventie zouden worden toegewezen, vorderden zij verder: (3) veroordeling van [geïntimeerde 1] tot betaling aan Belaggio van een bedrag van € 1.530.000,=, vermeerderd met wettelijke rente, (4) veroordeling van [geïntimeerde 1] tot betaling aan Belaggio van een bedrag van € 100.000,=, vermeerderd met wettelijke rente en (5) hoofdelijke veroordeling van Tradebits en [geïntimeerde 3] tot (i) betaling aan Belaggio van een bedrag van € 500.000,= en (ii) vergoeding van alle overige schade aan Belaggio c.s., nader op te maken bij staat.
3.2.1.
De rechtbank deelde in het vonnis van 16 maart 2022 (verder: het vonnis) in de hoofdzaak het standpunt van [geïntimeerde 1] c.s. dat sprake was van een meerpartijenovereenkomst (r.o. 5.5). Zij achtte in conventie het beroep van [geïntimeerde 1] c.s. op door Belaggio gepleegd bedrog, bestaande uit de verzwijging van de inkoopprijs van de tokens en, in verband hiermee, bevoordeling van Bellagio zelf, gegrond (r.o. 5.20). Zij verklaarde de transactie op die grond nietig en overwoog dat bij die stand van zaken de gestelde onjuiste mededeling over de waarde van de onderneming in het midden kon blijven (r.o. 5.21).
3.2.2.
De rechtbank overwoog dat de vernietiging ingevolge art. 3:53 lid 1 BW terugwerkende kracht had en leidde tot teruggaveverplichtingen over en weer (r.o. 5.22). Zij wees op die grond vordering I sub ii in conventie (teruggave vakantiewoningen) en vordering 4 in reconventie (terugbetaling € 100.000,00) toe (r.o. 5.24 en 5.25). De rechtbank verwierp het beroep van Belaggio c.s. op het bepaalde in art. 6:278 BW en wees vordering 3 in reconventie af (r.o. 5.29). Vordering 5 (i) in reconventie werd, voor zover ingesteld tegen Tradebits, toegewezen voor een door Belaggio aan Tradebits betaald bedrag van € 296.891,19 (r.o. 5.31). Vordering 5 (ii) in reconventie werd afgewezen (r.o. 5.33 t/m 5.36 ).
3.2.3.
De rechtbank honoreerde in conventie verder de vordering van [geïntimeerde 1] tot schadevergoeding door Belaggio op grond van aan Belaggio te verwijten onrechtmatig handelen (r.o. 5.37 t/m 5.39). Zij veroordeelde in conventie Belaggio c.s. in de proceskosten van [geïntimeerde 1] en van Tradebits (r.o. 5.42), compenseerde in reconventie de proceskosten tussen partijen (r.o. 5.49) en verklaarde de veroordelingen in conventie uitvoerbaar bij voorraad (r.o. 5.45 t/m 5.47).
in de vrijwaringszaak
3.3.1.
De (gewijzigde) vorderingen in de vrijwaringszaak berusten op de door Belaggio c.s. gestelde grondslag dat, indien en voor zover Belaggio c.s. wegens onrechtmatig handelen als (indirect) bestuurder van Tradebits aansprakelijk worden gehouden en tot schadevergoeding worden veroordeeld [geïntimeerde 4] daarvoor als (indirect) medebestuurder hoofdelijk aansprakelijk is. Belaggio c.s. stellen verder dat, voor zover Tradebits na een vernietiging of ontbinding enige ongedaanmakingsverbintenis niet kan nakomen, [geïntimeerde 4] daarvoor als (indirect) bestuurder van Tradebits op grond van hem persoonlijk te verwijten onrechtmatig handelen aansprakelijk moet worden gehouden. Dit omdat hij namens Tradebits de vorderingen tot vernietiging heeft ingesteld terwijl hij wist of behoorde te weten dat Tradebits aan de ongedaanmakingsverbintenissen niet zou kunnen voldoen en aldus heeft bewerkstelligd dat Tradebits aan dergelijke vorderingen niet zou voldoen. Belaggio c.s. vorderen (A) minimaal 50% van de nadelige gevolgen van een veroordeling van Belaggio c.s. in de hoofdzaak en (B) vergoeding van de schade die zij zullen lijden als Tradebits in geval van vernietiging of ontbinding niet aan haar ongedaanmakingsverplichtingen kan voldoen.
3.3.2.
De rechtbank heeft de vorderingen in de vrijwaringszaak afgewezen. Ten aanzien van vordering (A) overwoog de rechtbank dat, voor zover [geïntimeerde 4] al hoofdelijk aansprakelijk kan worden gehouden, zijn bijdrageplicht aan Belaggio op nihil moet worden gesteld (r.o. 5.53 t/m 5.56). Voor de afwijzing van vordering (B) verwees de rechtbank naar hetgeen zij in verband met vordering 5 (ii) in reconventie (r.o. 5.33 en 5.34) had overwogen.
4. de grieven en eiswijzigingen in het principaal en het incidenteel hoger beroep
de grieven en eiswijzigingen
4.1.1.
Belaggio c.s. hebben in het principaal hoger beroep tegen het vonnis van 16 maart 2022 en het herstelvonnis van 6 april 2022 23 grieven aangevoerd. De grieven 1 t/m 18 zijn gericht tegen het vonnis in conventie en in reconventie in de hoofdzaak. Grief 19 is gericht tegen de oordelen in de vrijwaringszaak. Met grief 21 hebben Belaggio c.s. hun eis in reconventie gewijzigd. De grieven 20, 22 en 23 hebben naast de overige grieven geen zelfstandige betekenis. Deze behelzen als conclusie uit de daaraan voorafgaande grieven dat de rechtbank de vorderingen in conventie ten onrechte heeft toegewezen (grief 20), de samenvatting van de zaak in de rechtsoverwegingen 1.1 tot en met 1.5 van het vonnis en de dicta in het vonnis van 16 maart 2022 en het herstelvonnis van 6 april 2022 geen stand kunnen houden (grief 22) en dat met de grieven wordt beoogd het geschil in volle omvang aan het hof voor te leggen (grief 23). Het hof zal de grieven niet alle afzonderlijk bespreken. Op de inhoud/ strekking daarvan zal hierna, waar nodig, nader worden ingegaan.
In de conclusie van de memorie van grieven vermelden Belaggio c.s. thans ook een vordering tot teruglevering van de aandelen en tokens die onderdeel waren van de aan [geïntimeerde 1] betaalde koopsom van de woningen. Het gaat hier om een vordering die door hen in eerste aanleg niet in reconventie is ingesteld (zie r.o. 5.26 vs) en waarvan zij in de memorie van grieven niet kenbaar hebben aangegeven dat zij hiermee in hoger beroep hun (voorwaardelijke) eis in reconventie beoogden te vermeerderen. Nu [geïntimeerde 1] c.s. deze toegevoegde vordering wel hebben opgemerkt en niet hebben betwist, zal het hof deze bij de beoordeling in hoger beroep betrekken.
4.1.2.
[geïntimeerde 1] c.s. hebben in incidenteel hoger beroep geen concrete grieven aangevoerd en het incidenteel beroep alleen ingesteld ten behoeve van eiswijziging van (a) de vorderingen van [geïntimeerde 1], (b) de vordering van Tradebits en (c) de vordering van [geïntimeerde 1] c.s. In hun reactie op de grieven 17 en 18 in principaal appel is wel een verkapte grief tegen de beslissing over de proceskosten in reconventie besloten.
[geïntimeerde 1] vordert thans een concreet bedrag aan schadevergoeding wegens gederfde huuropbrengsten, welk bedrag door [geïntimeerde 1] bij akte van 6 juni 2023 nader is gesteld op € 41.812,32. [geïntimeerde 1] handhaaft voor overige schade zijn vordering tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat. In hoger beroep vordert hij verder veroordeling van Belaggio om ervoor te zorgen dat de inschrijving van de ten laste van Belaggio op een van de vakantiewoningen gevestigde hypotheek wordt doorgehaald, op straffe van verbeurte van een dwangsom bij niet nakoming, en, voor het geval de hypotheek niet wordt doorgehaald, vergoeding van de door [geïntimeerde 1] daardoor geleden schade van € 600.000,=.
[geïntimeerde 1] vordert voorts een verklaring voor recht dat hij zijn terugbetalingsverplichting met tegenvorderingen zijnerzijds kan verrekenen. Ten aanzien van de teruggaveplicht van de tokens beroept hij zich op een opschortingsrecht.
Tradebits vermeerdert haar eis aldus dat zij thans aan schadevergoeding een concreet bedrag van € 176.451,= vordert, te vermeerderen met de overige schade, nader op te maken bij staat. Zij vordert verder een verklaring voor recht dat zij zich ten aanzien van de door haar van Bellagio ontvangen bedragen kan beroepen op verrekening met haar tegenvorderingen en een opschortingsrecht.
[geïntimeerde 1] c.s. hebben hun eis in die zin gewijzigd dat zij, voor het geval de vernietiging van de transactie wegens bedrog niet in stand blijft, nader wordt omschreven op welke registergoederen de vernietiging betrekking heeft.

5.de beoordeling in hoger beroep

de beoordeling in de hoofdzaak
samenhangende overeenkomsten (grieven 6 en 7)
5.2.1. Het hof zal eerst ingaan op de in de grieven 6 en 7 aan de orde gestelde aard en inhoud van de overeenkomst/ overeenkomsten.. In dit verband zal dienen te worden vastgesteld welke op een rechtsgevolg gerichte wilsovereenstemmingen tussen welke partijen zijn geopenbaard en welke uitleg aan de tot stand gekomen wilsovereenstemmingen moet worden gegeven. Bij die uitleg dient te worden uitgegaan van de zogenaamde Haviltex-maatstaf. Het gaat om de vraag welke zin partijen in de gegeven omstandigheden aan elkaars verklaringen en gedragingen hebben mogen toekennen en wat zij te dien aanzien redelijkerwijze van elkaar hebben mogen verwachten.
5.2.2. Tussen partijen is niet in geschil dat de verkoop en levering van de vakantiewoningen aan Belaggio voortvloeit uit onderhandelingen die hebben plaatsgevonden tussen [geïntimeerde 1] en Tradebits. De kern daarvan was gelegen in het feit dat Tradebits behoefte had aan werkkapitaal en [geïntimeerde 1] bereid was in Tradebits te investeren en aandeelhouder van Tradebits te worden.
Omdat [geïntimeerde 1] niet over liquide middelen beschikte maar wel drie vakantiewoningen in eigendom had, is in het kader van die onderhandelingen gesproken over een overname van de woningen door Tradebits voor een koopprijs die in tokens en aandelen zou worden voldaan.
Tradebits zou dan voor de koop van de woningen een financiering kunnen verkrijgen die als financiële middelen in het bedrijf zouden kunnen blijven omdat de koopsom voor de woningen niet in geld maar in aandelen en tokens zou worden voldaan. In een email van 14 juli 2018 (prod. 27 cva conv.) schrijft [geïntimeerde 4] in een namens Tradebits aan [geïntimeerde 1] gedaan eerste voorstel als aanhef:
‘Beste [geïntimeerde 1], Wij zijn verheugd dat je toetreedt als een grote investeerder. Het voorstel van gisteren daar gaan wij graag op in. [appellant 2] heeft gesproken met zijn bankier en kan een financiering op de 3 vakantiewoningen krijgen. (…) ’.
5.2.3. In haar voorstel van 18 juli 2018 (prod. 10 inc. concl. vrijw.) stelde Tradebits een overname voor op basis van 80% van de in dat voorstel op € 2.035.100,= gestelde waarde van de woningen (= € 1.628.080,=). Tot een overname door Tradebits is het niet gekomen. Er is een overeenkomst tot verkoop van de woningen tot stand gekomen tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio als in de akte van levering van 3 september 2018 (zie r.o. 3.1.1 sub e) omschreven: een koopprijs van € 1.915.000,= voor de woningen en een koopprijs van € 120.000,= voor de roerende zaken (totaal € 2.035.000,=), te voldoen door betaling van € 100.000,= in geld, en levering van tokens en aandelen in Tradebits met een tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio daaraan toegekende waarde van 2 x € 967.500,=.
In de akte van 3 september 2018 van de levering van de aandelen in Tradebits is in de inleiding (hiervoor geciteerd in r.o. 3.1.1 sub f) uiteengezet dat [geïntimeerde 1], Belaggio en Tradebits tezamen hebben besloten/zijn overeengekomen dat Belaggio de woningen zou kopen. Zij had een partij gevonden die tot (gedeeltelijke) financiering bereid was, waardoor financiële middelen beschikbaar zouden komen.
5.2.4. Uit de toelichting in de akte van levering van de aandelen kan naar het oordeel van het hof niet worden geconcludeerd dat de genoemde partijen zich jegens elkaar tot het aangaan van een meerpartijenovereenkomst hebben verbonden. Wel kan daaruit, evenals uit de andere hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, worden geconcludeerd dat [geïntimeerde 1] met een verkoop van de vakantiewoningen tegenover het verkrijgen van aandelen en tokens (mede) een vermogensversterking voor Tradebits beoogde. Duidelijk is ook dat dit zou kunnen worden gerealiseerd met een verkoop van de woningen waarbij de koopsom grotendeels op andere wijze dan door betaling in geld kon worden voldaan en met de eigendom van de woningen gelden zouden kunnen worden verkregen, zoals huurinkomsten, financiering en/of gelden uit doorverkoop. Uit de genoemde feiten en omstandigheden kan wel worden geconcludeerd dat Belaggio voor het genereren van financiële middelen met de woningen mogelijkheden had die Tradebits niet had. Het feit, dat tussen de drie partijen is besproken dat de woningen aan Belaggio zouden kunnen worden verkocht, heeft echter niet geleid tot een meerpartijenovereenkomst tussen partijen maar tot twee afzonderlijk van elkaar aangegane transacties tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio enerzijds en Belaggio en Tradebits anderzijds.
5.2.5. Het hof acht grief 6 derhalve in zoverre gegrond dat naar zijn oordeel geen sprake is van een meerpartijenovereenkomst tussen de drie partijen maar van twee afzonderlijke, met elkaar samenhangende, overeenkomsten. Hetzelfde geldt voor grief 7 voor zover daarin wordt opgekomen tegen de conclusie in rechtsoverweging 5.5. van het vonnis van 16 maart 2022 (hierna verder kortweg het vonnis te noemen) dat sprake is van een meerpartijenovereenkomst en voor zover in r.o. 5.4 de tussen steeds twee partijen gemaakte afspraken zijn weergegeven als tussen drie partijen gemaakte afspraken.
5.2.6. Het in zoverre slagen van de grieven 6 en 7 laat onverlet dat voor de uitleg van de overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio bij toepassing van de – door de rechtbank in r.o. 5.3 van het vonnis eveneens toegepaste – Haviltexmaatstaf op gelijke wijze relevantie toekomt aan de tussen de drie partijen afgesproken samenhang tussen de verkoop van de woningen aan Belaggio en de mogelijkheid voor Belaggio om daarmee financiële middelen voor Tradebits te verwerven. Grief 7 faalt voor zover daarin de juistheid wordt bestreden van de weergave door de rechtbank onder 1.1 van het vonnis.
5.2.7. Het hof deelt het, in r.o. 3.14 van het vonnis besloten, oordeel van de rechtbank dat [geïntimeerde 1], naar aan Belaggio c.s. ook duidelijk moet zijn geweest, uit de hiervoor besproken feiten en omstandigheden heeft mogen begrijpen dat door de tussen hem en Belaggio enerzijds en een tussen Belaggio en Tradebits anderzijds te sluiten overeenkomsten zou worden bereikt dat Belaggio weliswaar de juridische eigenaar van de vakantiewoningen zou worden maar de met de woningen te genereren financiële middelen ten goede van Tradebits zouden komen. Hiermee is in overeenstemming de in r.o. 3.30 van het vonnis van de rechtbank gerelateerde opmerking van [appellant 2] in zijn email van 19 februari 2019:
‘Overigens heb ik er geen geheim van gemaakt dat Belaggio Vastgoed de wens heeft nog meer te investeren in Tradebits uit de opbrengst van de vakantiewoningen.’
Bedrog ( grieven 8 en 9)
5.3.1. Het hof zal thans ingaan op de in de grieven 8 en 9 aan de orde gestelde vraag of [geïntimeerde 1] door bedrog van Belaggio c.s. tot de overeenkomst tot verkoop van de vakantiewoningen aan Belaggio is bewogen.
Volgens artikel 3:44 lid 3 BW is bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep.
Onder opzet wordt verstaan dat de bedrieger de ander willens en wetens misleidt, althans willens en wetens de reële kans neemt dat zijn gedrag de ander misleidt.
Bovendien moet er causaal verband bestaan tussen het bedrieglijke gedrag en het verrichten van de rechtshandeling, van welk verband sprake is indien betrokkene de overeenkomst niet of niet op dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten als het bedrog niet had plaatsgehad.
De stelplicht en bewijslast liggen op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv bij degene die zich beroept op de rechtsgevolgen van het door hem gestelde bedrog.
Bij de beantwoording van de vraag of Belaggio c.s. [geïntimeerde 1] heeft bedrogen, zal het hof uitgaan van voormelde maatstaven en van hetgeen hiervoor ten aanzien van de inhoud en strekking van de overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio is overwogen.
5.3.2. Uit niets blijkt dat [geïntimeerde 1] op enigerlei wijze is betrokken bij of geïnformeerd over de wijze waarop de relatie tussen Belaggio en Tradebits gestalte zou krijgen. In de inleiding van de akte van levering van de aandelen wordt daarover niet meer vermeld dan dat Belaggio een particulier bereid heeft gevonden de koopsom (deels) te financieren en dat daarmee financiële middelen beschikbaar komen. De afwikkeling tussen Belaggio en Tradebits is door [appellant 2] namens die beide partijen gedaan. Belaggio c.s. verwijzen wel naar een door [appellant 2] informeren van zijn mede-bestuurder/mede-aandeelhouders in Tradebits, maar in het ter ondersteuning van die stelling overgelegde Telegramgesprek d.d. 19 augustus 2018 (prod. 32 cva conv.) gaat het in essentie alleen over de omvang van de met een particuliere financiering te realiseren liquide middelen. In die – niet aan [geïntimeerde 1] gerichte - communicatie vermeldt [appellant 2] ten aanzien van de vakantiewoningen niet meer dan dat hij, als hij het risico van de financiering neemt, graag de woningen bij hem privé in eigendom wil hebben staan. De wijze waarop hij dit namens Belaggio en Tradebits beoogt te realiseren, is door [appellant 2] niet met [geïntimeerde 4] en [betrokkene] besproken. Zij hebben daarvan alleen kennis kunnen nemen uit de emails en bescheiden die de notaris ten behoeve van de uitvoering van de door Belaggio c.s. gekozen constructie mede aan hen heeft doen toekomen (o.m. email 29 augustus 2018, prod. 35 cva conv. en email 30 augustus 2018, prod. 36 cva conv.).
5.3.3. Door Belaggio c.s. is een constructie opgezet die erop neerkomt dat de tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio te sluiten overeenkomst tot verkoop van de drie vakantiewoningen slechts in beperkte mate aan vermogensversterking van Tradebits ten goede komt. Tradebits ontvangt slechts een gedeelte van het door Belaggio uit financiering te verkrijgen bedrag van € 600.000,= doordat het als onderdeel van de koopprijs te betalen bedrag van € 100.000,= en de met de verkoop en eigendomsoverdracht van de woningen te maken kosten door Belaggio uit het financieringsbedrag worden voldaan en in mindering komen op het daarvan aan Tradebits ter beschikking te stellen bedrag. Onder 2.40 van de conclusie van antwoord in conventie spreken Belaggio c.s. over een per saldo aanspraak van Tradebits van € 459.330,= (€ 600.000,= min € 40.700,= aan kosten) en in de email van 9 januari 2019 van [appellant 2] aan [geïntimeerde 4] (prod. 37 cva conv.) over een nog over te maken bedrag van € 456.539,=. Het hof zal van dit laatste bedrag uitgaan, nu dit overeenkomt met het in de nota van afrekening nr. 201802857.2 genoemde resterende bedrag (€ 456.538,51). In de constructie wordt dit aldus vorm gegeven dat Belaggio de als onderdeel van de koopprijs aan [geïntimeerde 1] te leveren 31.600.000 tokens van Tradebits koopt voor een bedrag van € 600.000,= en dit verrekent met de voor de koop van de woningen door haar, Bellagio, aan de notaris betaalde bedrag (voor het in geld te betalen deel van de koopsom en met de koop gemoeide kosten). Enige intentie van Belaggio om verdere met de woningen te realiseren financiële middelen ten goede van Tradebits te doen komen wordt in de overeenkomst tussen Belaggio en Tradebits niet vastgelegd. Tradebits kan onder de noemer van koopsom tokens weliswaar aanspraak maken op het financieringsbedrag van € 600.000,= maar betaalt dan wel voor een bedrag van € 143.461,49 (€ 600.000 - € 456.538,51) mee aan de koopsom en kosten van de koop van de woningen door Belaggio. Enige verdere aanspraak op met de woningen te verwerven financiële middelen (huurinkomsten en/of een positieve verkoopopbrengst) is voor Tradebits in de constructie niet voorzien. Die komen in de constructie geheel toe aan Belaggio.
5.3.4. [geïntimeerde 1] heeft in verband met zijn beroep op bedrog gesteld dat (a) Belaggio voor hem heeft verzwegen dat zij de als onderdeel van de koopprijs te betalen tokens, waaraan zij in haar relatie met [geïntimeerde 1] een waarde van € 967.500,= toekende, voor € 600.000,= van Tradebits heeft gekocht en (b) hem een onjuiste waarde van de aandelen Tradebits is meegedeeld. Aan het eerste verwijt koppelt [geïntimeerde 1] het verwijt dat Belaggio voor hem heeft verzwegen dat zij zich ten koste van Tradebits heeft verrijkt.
5.3.5. Het hof acht het onder b genoemde aspect niet relevant nu dit een niet door Belaggio maar door Tradebits gedane mededeling betreft. Bovendien heeft [geïntimeerde 1] bij het pleidooi in eerste aanleg verklaard dat hij geen vragen heeft gesteld over de genoemde 40 miljoen euro als waarde van Tradebits en dat voor hem de clue van de transactie was gelegen in de verkoop van de woningen voor een bedrag van € 2.035.000,= ter realisatie van een vermogensversterking van € 1.800.000,= voor Tradebits. Gezien die verklaring was de waarde van de aandelen voor [geïntimeerde 1] niet van doorslaggevende betekenis voor de transactie.
5.3.6. Het hof acht element (a) en het verwijt dat Bellagio zich door de constructie ten koste van Tradebits heeft verrijkt, voor het beroep op bedrog wel relevant. Belaggio c.s. hebben [geïntimeerde 1] tot het aangaan van een overeenkomst tot verkoop van de vakantiewoningen met Belaggio als wederpartij bewogen door een onjuiste voorstelling van zaken. Zij hebben het doen voorkomen dat Belaggio slechts als vehikel zou functioneren om de met de woningen te realiseren liquide middelen ten goede van Tradebits te doen toekomen en verhuld – en kunnen verhullen doordat [appellant 2] als vertegenwoordiger voor zowel Tradebits als Bellagio zou optreden - door een met Tradebits te maken regeling waarmee dat doel niet zou worden bereikt en, afgezien van een per saldo aan Tradebits te betalen bedrag van € 456.539,=, Belaggio de woningen ten volle te eigen voordele zou verkrijgen. Het hof acht het beroep van [geïntimeerde 1] op bedrog gegrond.
5.3.7. Het hof verwerpt het standpunt van Belaggio c.s. dat het verwijt van [geïntimeerde 1] c.s. erop neerkomt dat Belaggio haar verplichtingen uit de koopovereenkomst tussen [geïntimeerde 1] en haar niet is nagekomen en [geïntimeerde 1] slechts een aanspraak op die grond zou toekomen. Met dat standpunt miskennen Belaggio c.s. dat uit de verschillende feiten en omstandigheden moet worden geconcludeerd dat Belaggio c.s. van meet af aan de door [appellant 2] voor de relatie Bellagio/Tradebits opgezette constructie voor ogen hebben gehad en deze voor [geïntimeerde 1] hebben verzwegen met het kennelijke doel om [geïntimeerde 1] een overeenkomst met Belaggio te doen aangaan die hij zonder de verzwijging van Belaggio c.s. niet zou hebben aangegaan. Van Belaggio c.s. had in elk geval mogen worden verwacht dat zij [geïntimeerde 1] zouden hebben meegedeeld dat Belaggio een te verkrijgen financiering niet volledig ten goede van Tradebits zou doen komen, althans het bedrag van € 100.000,= en de kosten voor rekening van Tradebits zou brengen en zij de tokens van Tradebits zou verwerven voor een lager dan het in de koopovereenkomst met [geïntimeerde 1] daaraan toegekende bedrag. Belaggio c.s. hebben moeten begrijpen dat, indien zij die informatie wel aan [geïntimeerde 1] zouden hebben verstrekt, [geïntimeerde 1] met Belaggio niet de onderhavige overeenkomst met Belaggio zou zijn aangegaan. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat [appellant 2] in zijn email van 19 februari 2019 aan [geïntimeerde 1] (gerelateerd in r.o. 3.30 vs) zelf spreekt over een door een makelaar aan de drie woningen toegekende waarde van € 1.800.000,=. Ook al zou [geïntimeerde 1] niet mogen verwachten dat een dergelijk bedrag volledig in liquiditeiten beschikbaar zou komen, neemt dat niet weg dat wel mag worden aangenomen dat [geïntimeerde 1] de woningen zonder het aan Belaggio c.s. te verwijten bedrog niet aan Belaggio zou hebben verkocht.
5.3.8. Onder 2.32 van de conclusie van antwoord in conventie stellen Belaggio c.s. dat [appellant 2] de dag vóór het passeren van de notariële akten een en ander uitvoerig met [geïntimeerde 1] zou hebben besproken maar uit de aktes van levering waartoe zij daarvoor verwijzen blijkt dat niet. Belaggio c.s. specificeren niet wat zij, afgezien van de afspraken over de koopprijs voor de woningen en het feit dat Belaggio daarvoor een gedeeltelijke financiering heeft kunnen krijgen, precies met [geïntimeerde 1] hebben besproken. De opmerking van Bellaggio c.s. dat [geïntimeerde 1] weinig vragen heeft gesteld doet een uitgebreide bespreking niet aannemelijk zijn. Naar het oordeel van het hof hebben Belaggio c.s. onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan blijken dat [appellant 2] [geïntimeerde 1] gedetailleerd zou hebben geïnformeerd over de ins en outs van de tussen Belaggio en Tradebits overeen te komen regeling, in het bijzonder over de geringe mate waarin de waarde van de woningen bij die regeling aan Tradebits ten goede zou komen door de constructie dat het in geld te betalen deel van de koopsom en de kosten van de overeenkomst met [geïntimeerde 1] ten laste van Tradebits zouden komen en de tokens door Belaggio van Tradebits zouden worden ‘gekocht’ voor een lagere dan daaraan tussen haar en [geïntimeerde 1] toegekende waarde. De door Belaggio c.s. overgelegde emailcorrespondentie van 1 en 2 september 2018 tussen [appellant 2] en [geïntimeerde 1] (akte overlegging producties Belaggio c.s. 21 mei 2021, prod. 21) leidt niet tot een ander oordeel. In zijn email van 1 september 2018 aan [appellant 2] schrijft [geïntimeerde 1] alleen:
‘Vanmorgen hebben we nog een en ander besproken over de overdracht, ik denk dat het mij nu duidelijk is (…)’.
5.3.9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de grieven 8 en 9 (a en b) geen doel treffen ten aanzien van de tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio gesloten overeenkomst tot verkoop van de woningen aan Belaggio. Het hof deelt voor wat betreft die overeenkomst het oordeel van de rechtbank dat de overeenkomst tot stand is gekomen doordat [geïntimeerde 1] door bedrog van Belaggio c.s. tot het aangaan van die overeenkomst is bewogen. Het hof deelt het oordeel van de rechtbank dat art. 8 van de leveringsakte niet aan vernietiging van de overeenkomst in de weg staat en dat artikel 6:230 BW in het geval van vernietiging op grond van bedrog niet van toepassing is (r.o. 5.18 en 5.20 vs).
de samenhangende overeenkomst Belaggio/Tradebits
5.4.1. Of ook deze (c.q. het samenstel van rechtshandelingen) dient te worden vernietigd hangt af van het antwoord op de vraag of tussen de samenhangende overeenkomsten een zodanige verbondenheid bestaat dat de overeenkomst tussen Belaggio en Tradebits noodzakelijkerwijs het lot van die tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio moet delen. Bij die vraag komt het aan op uitleg van de rechtsverhoudingen in het licht van de omstandigheden.
5.4.2. Naar het oordeel van het hof is in dit geval sprake een zodanige verbondenheid. De transactie tussen Belaggio en Tradebits is nauw verweven met de overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio. Tussen Belaggio en Tradebits werd tot een constructie gekomen waarbij Belaggio de als onderdeel van de koopsom aan [geïntimeerde 1] te leveren tokens van Tradebits ‘kocht’ voor een koopsom van € 600.000,= en het aan [geïntimeerde 1] te betalen bedrag van € 100.000,= en kosten ten laste van Tradebits werden gebracht. Illustratief voor de nauwe verbondenheid is verder dat een voorafgaande levering van tokens aan Belaggio niet heeft plaatsgevonden. De tokens zijn door Tradebits rechtstreeks op naam van [geïntimeerde 1] bijgeschreven. Ook het feit dat ten behoeve van de als onderdeel van de koopsom te leveren aandelen nieuwe aandelen Tradebits zijn uitgegeven en geleverd aan Belaggio onderstreept de samenhang.
5.4.3. De met de te vernietigen overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio samenhangende overeenkomst (complex van rechtshandelingen) tussen Belaggio en Tradebits zal daarom eveneens dienen te worden vernietigd.
de gevolgen van de vernietigingen
5.5.1. Nu het anders dan dat van de rechtbank luidende oordeel van het hof over het karakter van de overeenkomsten alleen in zoverre tot een andere beslissing leidt dat niet één meerpartijenovereenkomst doch twee samenhangende transacties zullen worden vernietigd, zal dit voor de aan de vernietigingen te verbinden rechtsgevolgen geen noemenswaardig verschil maken. Voor zover grieven tegen de daarop betrekking hebbende overwegingen en oordelen van de rechtbank louter berusten op het verweer van Belaggio c.s. dat geen sprake is geweest van bedrog, behoeven die grieven geen bespreking. Het falen van die grieven vloeit voort uit het oordeel van het hof inzake de vernietigbaarheid van de bewuste transacties.
5.5.2. Naar de rechtbank terecht tot uitgangspunt heeft genomen (r.o. 5.22 vs), hebben de vernietigingen terugwerkende kracht en vloeien daaruit voor de contractspartijen ongedaanmakingsverplichtingen (vorderingen uit onverschuldigde betaling) voort.
In de relatie [geïntimeerde 1]/Belaggio komen die neer op een vordering van [geïntimeerde 1] op Belaggio tot teruglevering van de woningen in de staat waarin hij deze op 3 september 2018 aan Belaggio heeft geleverd en een vordering van Belaggio op [geïntimeerde 1] tot terugbetaling van het als deel van de koopsom betaalde bedrag van € 100.000,= en teruglevering van de als onderdeel van de koopsom geleverde aandelen en tokens. In de relatie Belaggio/Tradebits betreft dit een vordering van Belaggio op Tradebits van het per saldo te betalen bedrag voor zover dat door haar is betaald (waarover hierna meer). De toewijzing door de rechtbank van de verschillende ongedaanmakingsvorderingen, voor zover in het onderhavige geding ingesteld, is met dit uitgangspunt in overeenstemming. Grief 10, waarmee Belaggio c.s. de juistheid van de desbetreffende overwegingen bestrijden faalt.
5.5.3. Dat geldt ook voor zover Belaggio c.s. met grief 10 betogen dat zij concrete feiten en omstandigheden hebben gesteld waaruit blijkt dat de reeds ingetreden gevolgen van de overeenkomst(en) bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt. Het hof acht in de door Belaggio gestelde, door [geïntimeerde 1] c.s. betwiste, omstandigheid dat Tradebits waarschijnlijk niet aan haar terugbetalingsverplichting zal kunnen voldoen, geen grond gelegen voor toepassing van de in art. 3:53 lid 2 BW aan de rechter gegeven discretionaire mogelijkheid om aan de vernietiging van de transactie tussen Belaggio en Tradebits geheel of gedeeltelijk haar werking te ontzeggen. Die omstandigheid brengt evenmin mee dat aan Tradebits geen voldoende belang als bedoeld in art. 3:303 BW zou toekomen bij haar vordering tot vernietiging. Mede in aanmerking genomen hun eigen standpunt, dat de woningen ten tijde van de koop niet de waarde hadden van de daarvoor bepaalde koopprijs, hebben Belaggio c.s. voorts de gestelde waardewijziging van de aandelen en de gestelde aannemelijkheid dat [geïntimeerde 1] om die reden de vernietiging zou hebben ingeroepen, onvoldoende onderbouwd, zodat ook hun verweer dat bijbetaling door [geïntimeerde 1] moet plaatsvinden wordt verworpen. Om dezelfde reden faalt grief 11.
5.5.4. Met de grieven 5 en 12 stellen Belaggio c.s. de door Belaggio aan Tradebits betaalde bedragen aan de orde. In haar bericht van 9 januari 2019 aan [geïntimeerde 4] en [betrokkene] (gerelateerd in r.o. 3.1.1 sub j) stelt Belaggio dat zij voor het aan Tradebits te betalen bedrag van € 302.982,18 betalingen heeft gedaan van € 152.982,18, € 150.000,= en € 891,19 (totaal € 302.982,18) aan Tradebits heeft overgemaakt. Tradebits heeft, onder verwijzing naar een daarop betrekking hebbende grootboekkaart uit haar administratie (prod. 37 cva reconv.) de ontvangst van een totaalbedrag van € 300.891,19 erkend maar de door Belaggio gestelde betaling voor het overige betwist. Nu Belaggio van de door haar gestelde overmakingen (waarvan op haar de bewijslast rust) verder geen bewijsstukken heeft overgelegd, is de rechtbank terecht uitgegaan van een betaald bedrag van € 300.891,19.
5.5.5. Belaggio stelt het resterende deel van het aan Tradebits te betalen bedrag te hebben voldaan door verrekening met vorderingen harerzijds op Tradebits. Tradebits betwist dat Belaggio verrekenbare vorderingen had, zodat de gestelde betaling door verrekening niet is komen vast te staan en de rechtbank de terugvordering van dat bedrag terecht heeft afgewezen. Het hof verwerpt het standpunt van Belaggio dat Tradebits door de enkele reactie van [geïntimeerde 4] van 22 januari 2019 - ‘
Akkoord’ – met het voorstel van [appellant 2] in de email van 9 januari 2019 heeft ingestemd en daaraan is gebonden. Aan het slot van de bewuste email schrijft [appellant 2]: ‘
Graag ontvang ik van [geïntimeerde 4] in de hoedanigheid van (indirect) bestuurder van Tradebits B.V. en BPRNAF 11 B.V. en van [betrokkene] in hoedanigheid van bestuurder van BPRNAF 11 B.V. de bevestiging dat bovenstaande weergave van de overeenkomst tussen Tradebits B.V. en BPRNAF 11 B.V. enerzijds en Belaggio Vastgoed B.V. anderzijds correct is. (..).’ Met de email beoogde [appellant 2] tot een vaststellingsovereenkomst te komen, waaraan in elk geval door [betrokkene] niet is meegewerkt en waaruit juist niet kan worden geconcludeerd dat de door Belaggio c.s. gestelde verrekenbare vorderingen niet ter discussie stonden. De grieven 5 en 12 falen. De rechtbank heeft als terugvordering terecht als uitgangspunt een bedrag van € 300.891,19 toewijsbaar geacht, te verminderen met een door Belaggio c.s. niet betwiste vordering van € 4.000,= van Tradebits ter zake de door Tradebits op 3 september 2018 aan Belaggio geleverde aandelen. De rechtbank wees terecht een per saldo resterend bedrag van € 296.819,19 toe. De grieven 5 en 12 worden verworpen.
onrechtmatige daad Belaggio
5.6.1. Voor zover in grief 14 het oordeel van de rechtbank hierover (5.37 t/m 5.39 vs) wordt bestreden op de grond dat geen sprake is geweest van bedrog, behoeft de grief geen bespreking en vloeit uit het falen van de grieven 8 en 9 voort dat deze grief in zoverre evenmin doel treft.
5.6.2. In de grief voeren Belaggio c.s. voorts aan dat de rechtbank ten onrechte aannemelijk heeft geacht dat [geïntimeerde 1] door gederfde huurinkomsten schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. Ook op dit punt faalt de grief. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het door Belaggio c.s. gepleegde bedrog tevens een onrechtmatige daad van Belaggio inhoudt en [geïntimeerde 1] aanspraak geeft op schadevergoeding en dat bij vernietiging daarbij het zogenaamde negatieve contractsbelang in aanmerking komt. Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure was aannemelijkheid van de mogelijkheid van schade en de omstandigheid dat uit de woningen huurinkomsten werden gegenereerd dragend voor dat oordeel van de rechtbank, waarna in een schadestaatprocedure de hoogte van de schade verder zou kunnen worden vastgesteld.
5.6.3. Bij gewijzigde eis in hoger beroep vordert [geïntimeerde 1] thans een concreet bedrag van € 41.812,52 aan schadevergoeding, zodat nu wel dient te worden ingegaan op de hoogte van de schade van [geïntimeerde 1] ten gevolge van huurderving in de periode tussen de levering van de vakantiewoningen en de teruglevering. Het hof verwerpt de stelling van Belaggio c.s. dat op de ontvangen huren de kosten van de door Belaggio aangegane hypothecaire lening en andere door haar gemaakte kosten in mindering moeten worden gebracht. Voor de bepaling van het negatief contractsbelang van [geïntimeerde 1] gaat het niet om de kosten van Belaggio in de bewuste periode maar om de kosten die voor [geïntimeerde 1] zelf tegenover de huurinkomsten in die periode zouden hebben gestaan. Met de bij akte van 6 juni 2023 overgelegde produkties 53 en 54 heeft [geïntimeerde 1] het thans gevorderde schadebedrag deugdelijk gestaafd. Uit de genoemde producties blijkt dat de vakantiewoningen in de betreffende periode een bedrag van netto € 165.054,52 (huuropbrengsten waarop de provisie al in mindering is gebracht) hebben opgebracht en dat in die periode de beheerkosten van Ganuenta € 123.242,20 hebben bedragen. Met de enkele verwijzing naar het door hen overgelegde overzicht van Belaggio betreffende omzet en kosten uit de woningen (prod. 68 mva inc. appel) hebben Belaggio c.s. de juistheid van die berekening onvoldoende gemotiveerd betwist. Het hof acht het gevorderde bedrag toewijsbaar. Voor de wettelijke rente kan als uitgangspunt van de datum van het onrechtmatig handelen worden uitgegaan, zoals [geïntimeerde 1] kennelijk doet met de door hem primair vanaf 3 september 2018 gevorderde rente. Nu de schade ten gevolge van gederfde huurinkomsten op die datum nog niet geheel is opgetreden, zal het hof de mede gevorderde wettelijke rente toewijzen vanaf de datum van dagvaarding in eerste aanleg (14 augustus 2019).
geen aansprakelijkheid [geïntimeerde 3] (grief 13 en grief 16)
5.7.1. Aan de in grief 13 genoemde vordering heeft Belaggio ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde 3] als bestuurder van Tradebits persoonlijk onrechtmatig handelen jegens haar moet worden verweten doordat hij als bestuurder van Tradebits een beroep op vernietiging van de overeenkomst tussen Tradebits en Velaggio heeft gedaan terwijl hij wist dat Tradebits niet aan een daaruit voortvloeiende terugbetalingsverplichting zou kunnen voldoen omdat Tradebits in oktober 2019 haar activiteiten heeft gestaakt. Volgens Belaggio is [geïntimeerde 3] daarom hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die Belaggio lijdt als door Tradebits niet aan haar terugbetalingsverplichting zal kunnen voldoen.
5.7.2. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen op de grond dat Belaggio onvoldoende concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit kan worden geconcludeerd dat Tradebits niet in staat zal zijn aan haar terugbetalingsverplichting te voldoen en hiervoor geen verhaal zal bieden en onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd waarom, als Tradebits al niet tot terugbetaling in staat zou zijn, [geïntimeerde 3] daarvan persoonlijk een ernstig verwijt zou kunnen worden gemaakt.
5.7.3. Het hof acht het oordeel van de rechtbank juist en verwerpt grief 13. Daar komt bij dat, nu het hof, anders dan de rechtbank, niet uitgaat van één meerpartijenovereenkomst maar van twee samenhangende overeenkomsten, de vernietiging van de transactie Belaggio/ Tradebits voortvloeit uit de vernietiging van de overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio.
5.7.4. Grief 16 berust eveneens op het door Belaggio c.s. gestelde restitutie risico en faalt om dezelfde reden.
de wijzigingen/ vermeerdering van eis van [geïntimeerde 1] c.s.
5.8.1. Op de wijziging van eis van [geïntimeerde 1] ter zake de van Belaggio gevorderde schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen, is hiervoor al ingegaan en overwogen dat het thans gevorderde concrete bedrag van € 41.812,52 toewijsbaar is. Nu [geïntimeerde 1] niet gemotiveerd heeft aangegeven en niet aannemelijk heeft gemaakt dat onder het negatief contractsbelang sprake is van verdere mogelijke schade dan schade ten gevolge van gederfde huur, zal zijn vordering tot vergoeding van verdere schade, op te maken bij staat, worden afgewezen. De vordering tot veroordeling van Belaggio om ervoor te zorgen dat de inschrijving van de ten laste van Belaggio op een van de vakantiewoningen gevestigde hypotheek wordt doorgehaald, op straffe van verbeurte van een dwangsom bij niet nakoming, en, voor het geval de hypotheek niet wordt doorgehaald, vergoeding van de door [geïntimeerde 1] daardoor geleden schade van € 600.000,=, is toewijsbaar, aangezien Belaggio gehouden is tot teruglevering van de vakantiewoningen onbezwaard en vrij van beslagen en hypotheken. Het hof zal de dwangsom bepalen op het gevorderde bedrag van € 5.000,=. Het hof acht dat bedrag een adequate prikkel, mede in aanmerking genomen het belang van de vordering en het feit dat het gaat om een zakelijk geschil tussen partijen.
5.8.2. De gewijzigde vordering van Tradebits betreft vordering I sub iii). Met deze vordering hebben zowel [geïntimeerde 1] als Tradebits naast vernietiging van de overeenkomst(en) van Belaggio schadevergoeding gevorderd op grond van onrechtmatige daad. De rechtbank heeft de vordering van [geïntimeerde 1] toegewezen. De vordering van Tradebits is – onder de afwijzing van het meer of anders gevorderde - afgewezen. Die afwijzing is door de rechtbank niet expliciet gemotiveerd maar wel in overeenstemming met het oordeel van de rechtbank dat sprake was van bedrog van [geïntimeerde 1].
Ook als in de eiswijziging van Tradebits een verkapte grief tegen de afwijzing van haar vordering I sub iii) gelegen moet worden geacht, faalt de grief en moet de vordering van Tradebits worden afgewezen. Zoals in het kader van vordering I sub iii) van [geïntimeerde 1] is overwogen, kan bij vernietiging van een overeenkomst wegens bedrog hooguit aanspraak worden gemaakt op vergoeding van het negatief contractbelang. Tradebits heeft onvoldoende gesteld om de mogelijkheid van dergelijke schade aannemelijk te achten. Zij heeft evenmin gesteld dat niet alleen jegens [geïntimeerde 1] maar ook jegens haar sprake is geweest van het bedrog van Belaggio. Tradebits heeft Belaggio weliswaar op andere gronden onrechtmatig handelen verweten maar de daaraan verbonden vordering IV is meer subsidiair ingesteld en bij toewijzing van vordering I niet aan de orde.
5.8.3. De door [geïntimeerde 1] en Tradebits gevorderde verklaringen voor recht betreffen het door hen gedaan beroep op verrekening en een opschortingsrecht (vorderingen f, g en h mvg inc. hb).
Vernietiging van een overeenkomst en/of samenstel van rechtshandelingen leidt tot ongedaanmakingsverplichtingen over en weer tussen partijen. [geïntimeerde 1] en Tradebits beroepen zich er terecht op dat zij hun teruggaveverplichting kunnen opschorten zolang niet zeker is dat Belaggio aan haar daar tegenoverstaande teruggaveverplichting zal voldoen.
Het hof zal de vorderingen f, g en h in zoverre toewijzen dat ten aanzien van de in reconventie toe te wijzen terugbetalingsverplichtingen zal worden bepaald dat daaraan dient te worden voldaan onder gelijktijdige voldoening van Belaggio aan haar uit de vernietiging voortvloeiende verplichtingen, wat betreft [geïntimeerde 1] een onbelaste eigendom van de woningen en wat betreft Tradebits teruggave van de door haar aan Belaggio geleverde aandelen en token. [geïntimeerde 1] zal zijn terugbetalingsvordering kunnen verrekenen met de in conventie toegewezen vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 41.812,52 en zijn vordering tot schadevergoeding als de hypotheek van de woningen niet door Belaggio wordt opgeheven.
De tegenvordering waarvoor Tradebits de verrekenbaarheid vastgesteld wil zien, is hiervoor niet toewijsbaar geoordeeld en komt daarom niet voor verrekening in aanmerking.
De honorering van het beroep op opschorting heeft mede tot gevolg dat op wettelijke rente over een terugbetalingsverplichting pas aanspraak zal kunnen worden gemaakt vanaf het moment dat gelijktijdig aan teruggave van de daartegenover staande prestatie is/wordt voldaan.
proceskosten in conventie en in reconventie
5.9.1. Nu het hof niet tot een wezenlijk andere beslissing komt dan de rechtbank, zal de beslissing van de rechtbank over de proceskosten kunnen worden bekrachtigd.
5.9.2. [geïntimeerde 1] c.s. stellen terecht dat de toegewezen vorderingen in reconventie slechts vorderingen betreffen die voortvloeien uit de in conventie uitgesproken vernietiging en dat de uit de vernietiging voortvloeiende ongedaanmakingsverplichtingen door [geïntimeerde 1] c.s. niet zijn betwist. Het feit dat Belaggio c.s. slechts een beperkt belang hadden om de voor Belaggio uit de vernietiging voortvloeiende ongedaanmakingsvorderingen in reconventie in te stellen, brengt niet mee dat Belaggio daarbij geen enkel belang hadden. De rechtbank heeft de toewijzing van die vordering kunnen betrekken bij haar beslissing inzake de proceskosten van het geding in reconventie. Het hof ziet geen aanleiding om tot een andere beslissing te komen.
conclusie in de hoofdzaak
5.10.1. Het vonnis in conventie zal grotendeels kunnen worden bekrachtigd en behoeft in beginsel slechts aanvulling en vernietiging omdat:
  • het hof tot een andere vernietiging komt dan de rechtbank (6.1 vs);
  • de gedeeltelijke uitvoering van die veroordeling tot een nadere, toewijsbare, vordering van [geïntimeerde 1] heeft geleid en [geïntimeerde 1] c.s. hun vorderingen op andere onderdelen hebben gewijzigd;
Het hof zal voor de leesbaarheid het vonnis in conventie alleen bekrachtigen voor de onderdelen 6.2, 6.4, 6.5 en 6.6. en dat vonnis voor het overige vernietigen en opnieuw beslissen als hierna in de beslissing nader te vermelden.
5.10.2. Het vonnis in reconventie zal op onderdelen dienen te worden vernietigd en/of aangevuld in verband met:
  • de toegevoegde vorderingen van Belaggio tot teruglevering van de als onderdeel van de koopsom geleverde aandelen en tokens;
  • het beroep van [geïntimeerde 1] en Tradebits op verrekening en opschorting;
Het hof zal het vonnis in reconventie voor de leesbaarheid geheel vernietigen en opnieuw rechtdoen als hierna in de beslissing nader te vermelden.
de beoordeling in de vrijwaringszaak
grief 19
5.11.1. Uit hetgeen in de hoofdzaak is overwogen is duidelijk dat grief 19 wordt verworpen. Het hof verwijst naar hetgeen in verband met grief 13 en in verband met grief 9 is overwogen.
5.11.2. Het vonnis in de vrijwaring zal derhalve worden bekrachtigd.
verder in de hoofdzaak en de vrijwaring
5.12.1. Belaggio c.s. zullen als de geheel of grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het principaal hoger beroep worden verwezen. [geïntimeerde 1] c.s. vorderen in dat verband veroordeling van ‘(ieder van) Belaggio en [appellant 2]’. Het hof begrijpt dat zij hiermee een hoofdelijke veroordeling van Belaggio en [appellant 2] beogen te vorderen en zal Belaggio c.s. hoofdelijk in de proceskosten van het hoger beroep veroordelen. Over de proceskosten zal de wettelijke rente van art. 6:119 BW worden toegewezen van de vijftiende dag na de uitspraak van dit arrest. In de proceskosten zijn volgens vaste rechtspraak de nakosten begrepen, zodat de vordering van [geïntimeerde 1] c.s. tot een afzonderlijke veroordeling daarvoor zal worden afgewezen.
5.12.2. Nu het incidenteel hoger beroep slechts strekte tot wijziging en aanvulling van eis door [geïntimeerde 1] en Tradebits, zal in dat hoger beroep een kostenveroordeling achterwege kunnen blijven.
geen bewijslevering
5.12.3. Aan het door de partijen in hoger beroep gedaan aanbod tot nader bewijs zal worden voorbijgegaan. Het hof acht dat niet relevant en/of onvoldoende specifiek. Door partijen worden geen specifieke feiten of omstandigheden te bewijzen aangeboden die, indien bewezen, tot een ander dan het hiervoor gegeven oordeel kunnen leiden.

6.Beslissing

in het principaal en het incidenteel hoger beroep
Het hof:
in de hoofdzaak
in conventie:
bekrachtigt het vonnis van 16 maart 2022 (hersteld bij herstelvonnis van 22 april 2022) ten aanzien van de onder 6.2, 6.4, 6.5 en 6.6 gegeven beslissingen met de vaststelling dat de in 6.2. genoemde vakantiehuizen na het vonnis in eerste aanleg in het kadaster weer als eigendom van [geïntimeerde 1] zijn geregistreerd, echter niet onbelast;
vernietigt het vonnis van 16 maart 2022 voor het overige, en in zoverre opnieuw rechtdoende:
vernietigt de in de leveringsakte van 3 september 2018 weergegeven overeenkomst tussen [geïntimeerde 1] en Belaggio tot verkoop door [geïntimeerde 1] aan Belaggio van de in de akte nader genoemde drie recreatiewoningen (vakantiewoningen) met ondergrond en bijbehorende roerende goederen voor een koopsom van in totaal € 2.035.000,= euro, te voldoen door betaling van een bedrag van € 100.000, = en levering van 29.505 aandelen Tradebits (nominaal € 0,01) en 31.600.000 door Tradebits uitgegeven tokens;
vernietigt het met voormelde overeenkomst samenhangende samenstel van rechtshandelingen tussen Belaggio en Tradebits, waarmee Belaggio de door haar aan [geïntimeerde 1] te leveren tokens van Tradebits heeft verworven tegen een aan Tradebits te betalen bedrag van € 456.539,= door koop van de tokens voor een koopprijs van € 600.000,= en het voor rekening van Tradebits brengen van de door Belaggio aan [geïntimeerde 1] te betalen koopsom en de met de ten behoeve van de koop van de vakantiewoningen gemoeide kosten;
veroordeelt Belaggio om te bewerkstelligen dat de inschrijving van het op 3 september 2018 door haar op de woningen gevestigde hypotheekrecht wordt doorgehaald, op straffe van een dwangsom van € 5.000,= per dag dat zij hiermee in gebreke blijft;
veroordeelt Belaggio, voor het geval deze doorhaling niet binnen 30 dagen na uitspraak van dit arrest plaatsvindt, om aan [geïntimeerde 1] schadevergoeding te betalen van € 600.000,=, te vermeerderen met verdere schade die [geïntimeerde 1] hierdoor lijdt, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
veroordeelt Belaggio om op de voet van art. 6:162 BW aan [geïntimeerde 1] wegens schade ten gevolge gederfde huuropbrengsten een bedrag van € 41.812,52 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 14 augustus 2019;
in reconventie:
vernietigt het vonnis van 16 maart 2022, voor zover in reconventie gewezen, en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [geïntimeerde 1] tot terugbetaling aan Belaggio van een bedrag van € 100.000,= en tot teruggave en teruglevering aan Belaggio van 31.600.000 tokens en de door hem op 3 september 2018 verkregen 29.505 aandelen in Tradebits;
bepaalt dat [geïntimeerde 1] aan voormelde terugbetaling en terugleveringen pas hoeft te voldoen indien Belaggio voldoet aan haar in conventie uitgesproken verplichting om te zorgen voor doorhaling van het op de vakantiewoningen gevestigde hypotheekrecht, en
bepaalt dat [geïntimeerde 1] het door hem te betalen bedrag van € 100.000,= kan verrekenen met zijn in conventie toegewezen vordering tot schadevergoeding van het bedrag van € 41.812,52 en, indien en voor zover Belaggio met een tijdige doorhaling van de hypotheek in gebreke blijft, met zijn voor dat geval in conventie toegewezen vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt Tradebits om aan Belaggio een bedrag van € 296.891,19 te betalen en bepaalt dat Tradebits aan die veroordeling pas hoeft te voldoen als Belaggio gelijktijdig voldoet aan haar verplichting tot teruggave aan Tradebits van 31.600.000 tokens;
wijst het in reconventie meer of anders gevorderde af;
compenseert de proceskosten van het geding in reconventie aldus tussen partijen dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de vrijwaringszaak
bekrachtigt het vonnis van 16 maart 2022;
in het principaal en het incidenteel hoger beroep verder:
wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af;
veroordeelt Belaggio c.s. hoofdelijk in de proceskosten van het principaal hoger beroep, welke kosten tot op heden worden begroot op € 5.689,= aan verschotten en op € 7.929,= aan salaris advocaat;
bepaalt dat aan de veroordeling in de proceskosten zal dienen te worden voldaan binnen veertien dagen na de uitspraak van dit arrest en dat bij gebreke daarvan over die kosten de wettelijke rente verschuldigd is vanaf de vijftiende dag na deze uitspraak;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
Dit arrest is gewezen door O.G.H. Milar, H.K.N. Vos en K. de Blécourt en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer mr J.E.H.M. Pinckaers op 1 oktober 2024.
griffier rolraadsheer