Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van zevenentwintig november 2023, waarmee de man in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 8 september 2023;
- de memorie van grieven van man, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van vrouw, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
Procedure bij de kantonrechter in de rechtbank(voor zover in hoger beroep nog aan de orde)
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Blijkens voormelde beschikking van 6 maart 2023 is juist dat man en vrouw het gezag over het kind gezamenlijk uitoefenen. De grief van de man slaagt in dit opzicht. In zoverre is de positie van man en vrouw gelijk.
De schriftelijke verklaringen van buren kunnen niet tot het oordeel leiden dat de vrouw niet in de woning woont. Zij zijn van vóór het moment waarop de man volgens de vrouw de woning heeft verlaten en in die zin te verenigen met de verklaring van de vrouw tijdens de zitting in eerste aanleg. Het bewijsaanbod dat ertoe strekt van deze buren als getuige te horen is daarom niet relevant.
Daarentegen is onduidelijk gebleven wat de huidige financiële positie van de man is, aangezien de man pas betrekkelijk kort geleden ZZP-er in de bouw is geworden en hij bij memorie van grieven geen recent inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie. Hij heeft aldus niet onderbouwd dat hij in staat is om de huur voor de woning te betalen
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 8 september 2023;
- compenseert de proceskosten in hoger beroep in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
P. van der Kolk-Nunes. en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024 in aanwezigheid van de griffier.