Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 14 mei 2024
[appellant],
De procedure
Beoordeling van het hoger beroep
De beslissing
spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van [appellant] uit;
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de processtukken en de omstandigheden rondom de afwijzing van het verzoek. De rechtbank had geoordeeld dat [appellant] niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zou nakomen, vooral gezien zijn afwezigheid bij eerdere zittingen zonder geldige reden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 mei 2024 heeft [appellant] zijn situatie toegelicht. Hij heeft een eenmanszaak gehad, maar door rugproblemen en de coronamaatregelen was hij niet in staat om te werken. Na het aanvragen van onderbewindstelling in mei 2022, heeft hij zijn financiële situatie onder controle gekregen en zijn schuldenlast is stabiel. Het hof heeft overwogen dat, hoewel er twijfels waren over de goede trouw van [appellant] met betrekking tot zijn schulden, de omstandigheden voldoende aanleiding gaven om de hardheidsclausule toe te passen.
Het hof heeft uiteindelijk het vonnis van de rechtbank vernietigd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank voor de uitvoering van de schuldsaneringsregeling. Dit arrest benadrukt de mogelijkheid van toepassing van de hardheidsclausule in situaties waar de schuldenaar zijn verplichtingen kan nakomen, ondanks eerdere twijfels over zijn goede trouw.