ECLI:NL:GHDHA:2024:1574

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
200.337.716/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van een ontbonden rechtspersoon en de vereisten voor mogelijke baten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake De Virtualisten B.V. (in liquidatie), die in eerste aanleg door de rechtbank Den Haag op 23 januari 2024 in staat van faillissement was verklaard. De rechtbank had mr. J.C.A.T. Frima benoemd tot rechter-commissaris en mr. M.J.T. Wilmer als curator aangesteld. De Virtualisten, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.F.C. Hoogendoorn, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, met het verzoek om vernietiging. Mercedes Benz Dealer Bedrijven B.V., vertegenwoordigd door mr. W.T.N. Vlasveld, was de geïntimeerde partij.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 juni 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechtbank had vastgesteld dat De Virtualisten op 30 september 2023 was ontbonden en dat er geen baten meer waren, wat leidde tot de faillietverklaring. De Virtualisten betwistte de conclusie van de rechtbank en voerde aan dat er geen feiten of omstandigheden waren die duidden op mogelijke baten.

Het hof heeft na beoordeling van de overgelegde stukken en de toelichting van de curator geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor het bestaan van mogelijke baten in de ontbonden rechtspersoon. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzoek tot faillietverklaring van De Virtualisten afgewezen. De faillissementskosten, inclusief het salaris van de curator, zijn ten laste van De Virtualisten gebracht, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. Het hof heeft de griffier opgedragen om de uitspraak onverwijld aan de rechtbank Den Haag te communiceren.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer : 200.337.716/01
Rekestnummer rechtbank : C/09/659156 / FT RK 23/979

Arrest van 2 juli 2024

inzake
De Virtualisten B.V. (in liquidatie),
gevestigd te Den Haag,
appellante,
hierna te noemen: De Virtualisten ,
advocaat: mr. H.F.C. Hoogendoorn te Utrecht,
tegen
Mercedes Benz Dealer Bedrijven B.V.,
gevestigd te Den Haag,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Mercedes-Benz,
advocaat: mr. W.T.N. Vlasveld te Leiden.

De procedure

Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 23 januari 2024 is De Virtualisten in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. J.C.A.T. Frima tot rechter commissaris en met aanstelling van mr. M.J.T. Wilmer, advocaat te Den Haag, als curator. Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 31 januari 2024, is De Virtualisten van voornoemd vonnis in hoger beroep gekomen en heeft zij het hof verzocht dat vonnis te vernietigen. Verder heeft het hof nog kennis genomen van nader door De Virtualisten overgelegde producties en van de reactie (met bijlagen) van de curator.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 juni 2024. Verschenen zijn:
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] , bijgestaan door mr. Hoogendoorn, namens De Virtualisten , mr. Vlasveld en mr. V.I. Heijnen, advocaten te Leiden, namens Mercedes-Benz en de curator voornoemd.
Mr. Heijnen heeft de zaak toegelicht aan de hand van aan het hof overgelegde spreekaantekeningen.

Beoordeling van het hoger beroep

1. De Virtualisten is op 30 september 2023 ontbonden. In het handelsregister van de Kamer van Koophandel is ingeschreven dat De Virtualisten op het tijdstip van de ontbinding geen baten meer had (2:19 lid 4 BW). Er heeft een zogenoemde turbo-liquidatie plaatsgevonden. De enige aandeelhouder en bestuurder van De Virtualisten was De Virtualisten Holding B.V. Bestuurders van deze holding zijn de heren [betrokkene 2] en [betrokkene 1] .
2. De rechtbank heeft De Virtualisten in staat van faillissement verklaard omdat summierlijk is gebleken van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog mogelijke baten zijn in de ontbonden rechtspersoon. Naar het oordeel van de rechtbank is daarbij ook summierlijk gebleken van het vorderingsrecht van Mercedes-Benz en van het bestaan van feiten en omstandigheden welke aantonen dat De Virtualisten in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen.
3. De Virtualisten heeft aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat summierlijk is gebleken van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog mogelijke baten zijn in de ontbonden rechtspersoon. Ter zitting van het hof hebben partijen en de curator hun standpunten toegelicht. Partijen zijn door het hof in de gelegenheid gesteld om na de mondelinge behandeling in onderhandeling te treden. De curator is daarbij vervolgens verzocht het hof te berichten of het partijen is gelukt om tot een regeling te komen.
4. Bij email van 25 juni 2024 heeft de curator het hof bericht dat partijen een regeling hebben getroffen, onder de voorwaarde dat het vonnis waarin het faillissement is uitgesproken in hoger beroep wordt vernietigd. Voorts heeft de curator verklaard met De Virtualisten ook een afspraak gemaakt te hebben voor de betaling van zijn salaris, voor het geval het vonnis van faillietverklaring wordt vernietigd. Verder heeft mr. Hoogendoorn aangegeven af te zien van de in het beroepschrift gevorderde proceskostenveroordeling en dat elk van partijen de eigen kosten zal dragen.
5. Het hof is op grond van de overgelegde stukken en de daarbij gegeven toelichting van oordeel dat op dit moment niet (summierlijk) is gebleken van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog mogelijke baten zijn in de ontbonden rechtspersoon. Daartoe wordt het volgende overwogen.
6. Zoals de curator in zijn reactie op het beroepschrift heeft uiteengezet, zijn uit het summiere onderzoek dat door hem is ingesteld geen feiten of omstandigheden gebleken die hem tot nader onderzoek nopen in verband met een eventuele aansprakelijkstelling van de bestuurder. Zonder enige andere constatering, acht de curator de enkele schending van de deponeringsplicht (mede gezien de omstandigheid dat de ontbrekende jaarrekeningen inmiddels wel opgesteld) dan ook onvoldoende voor een (nader onderzoek naar) aansprakelijkstelling van de (feitelijke) bestuurder(s).
7. Nu ook anderszins niet van een (mogelijke) bate is gebleken, wordt niet voldaan aan het vereiste voor faillietverklaring van een ontbonden rechtspersoon. Reeds op die grond moet het vonnis waarin de faillietverklaring is uitgesproken worden vernietigd.
8. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het bestreden vonnis zal worden vernietigd. Het hof zal in verband met het voorgaande de faillissementskosten, waaronder het salaris van de curator, ten laste van De Virtualisten brengen en de proceskosten van partijen compenseren.

Beslissing

Het hof:
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 23 januari 2024,
en opnieuw rechtdoende:
- wijst het verzoek tot faillietverklaring van De Virtualisten alsnog af,
- stelt het bedrag van de faillissementskosten en het salaris van de curator vast op € 6.749,80 inclusief BTW en brengt dit bedrag ten laste van De Virtualisten , met veroordeling van De Virtualisten om bedoeld bedrag en bedoelde kosten te voldoen,
- compenseert de proceskosten, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt,
- wijst het meer of anders verzochte af,
- bepaalt dat de griffier van dit hof onverwijld kennis geeft van deze uitspraak aan de griffier van de rechtbank Den Haag.
Dit arrest is gewezen door mrs. I. Brand, A.J.P. Schild en R.M. Hermans en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juli 2024 in aanwezigheid van de griffier.