Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 17 november 2022, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 17 augustus 2022;
- het arrest van dit hof van 14 februari 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 19 september 2023;
- de memorie van grieven van [appellante];
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde], met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
“Y, toch vreemd dal hij mij niet belt.. Tegen mij wordt A gezegd en dat ik jou er buiten moet laten... en dan hoor ik dit van jou...?”
“Ja snap je raak nu beetje geïrriteerd maar goed even Zondag en nix doen is ook ok tot hij de belt ok”
: “Wanneer heeft hij je gesproken?”
“Wij zijn geen team zo ik heb al genoeg aan mn hoofd en net pas Ik praat liever strx of later met je als we mekaar zien ok”
: “Laterzz”
“Ja ik vraag JE NIKX MEER DOEN TOT JE HEM HEBT GESPROKEN AUB GRAAG”
“Mijn carrière is belangerijk niet deze dingen niet meer doen aub we gaan anders ruzie krijgen snap en dat wil ik niet niemand mag misbruik maken van mijn vertrouwen en ik hoop dat je dat snapt en begrijpt”
“Graag KOPIE BANKPAS AUB”
“Alle gegevens GISTEREN doorgegeven via app [naam]”
“Heb ik niet binnen welke app en heb een ander nummer deze gaat Deze week weg”
“O ok, doe ik dan wel via deze nu (was igg op verzoek en op aanwijzing van J) laterzzz”
“Okido”
(... ) Zoals je weet heb IK ook geen enkele binding met u, maar zoals u en ik weten zijn de overschrijvingen gedaan door mijn vriend [betrokkene], beter bij jou bekend als “maatjo”.
Hierbij verklaar ik dat ik tijdens mijn verblijf in de gevangenis van 15 mei 2020 t/m 16 maart 2022 niemand transacties heb laten doen voor Mevr. [appellante] dan wel voor overige derden. De stelling dat ik (aan [betrokkene]) opdracht en een bankpasje vanuit de gevangenis heb gegeven is natuurlijk niet waar. (ONGELOOFWAARDIG VERHAAL — IK IN DE BAK EN DAN EVEN [betrokkene] MIJN VRIENDINS REKENING LATEN LEEG PINNEN TERWIJL ZIJ IN DE STRESS ZIT EN ZONDER GELD
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 17 augustus 2022;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 2.059,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het betreft de kostenveroordeling.