Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1] B.V.,
Stichting [geïntimeerde 2],
3. [geïntimeerde 3] ,
4. [geïntimeerde 4] ,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 18 december 2023 waarmee Zilveren Kruis in hoger beroep is gekomen van het tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 4 oktober 2023;
- de memorie van grieven, tevens houdende een incidentele vordering ex artikel 843a Rv en wijziging eis van Zilveren Kruis, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in het incident van [geïntimeerde 1] c.s.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
- Vast staat dat door FBTO geen declaraties zijn vergoed die Zilveren Kruis en FBTO aan hun vordering ten grondslag leggen. Daarom komt FBTO geen vordering toe en zal de rechtbank de vorderingen voor zover ingesteld door FBTO afwijzen.
- De rechtbank komt nog niet toe aan de behandeling van de vorderingen voor zover die zijn ingesteld tegen [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 4] .
- Zilveren Kruis heeft in voldoende mate uiteengezet welke gedragingen volgens haar onrechtmatig handelen van [geïntimeerde 1] c.s. jegens Zilveren Kruis inhouden. [geïntimeerde 1] heeft mogelijk onrechtmatig gehandeld jegens Zilveren Kruis door het declareren van zorg in de volgende situaties:
- over een bepaalde periode terwijl er geen indicatie is die betrekking heeft op deze periode of er meer zorg is gedeclareerd dan geïndiceerd;
- over een bepaalde periode terwijl er geen indicatie is gesteld binnen vier weken na aanvang van de zorg;
- terwijl er geen zorgrapportages zijn waaruit blijkt dat deze zorg is geleverd;
- terwijl niet gebleken is dat deze zorg vergoed kan worden onder de Zorgverzekeringswet;
- terwijl de verzekerde in de desbetreffende periode in het buitenland verbleef;
- terwijl deze zorg is verleend door familieleden.
5.Vorderingen in hoger beroep
voor recht te verklaren dat [geïntimeerde 1] c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens Zilveren Kruis, en wat betreft [geïntimeerde 1] , dat zij daarnaast toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de betaalovereenkomst d.d. 11 mei 2018 en dat aan haar onverschuldigd is betaald, en dat zij allen hoofdelijk gehouden zijn om de door Zilveren Kruis als gevolg hiervan geleden schade te vergoeden en het onverschuldigd betaalde terug te betalen, met verwijzing naar de schadestaat;
6.Beoordeling in het incident
7.Beslissing
- veroordeelt [geïntimeerde 1] c.s. hoofdelijk om binnen 14 dagen na betekening van dit arrest aan Zilveren Kruis afschriften te verstrekken van de hiervoor in r.o. 6.1 genoemde bescheiden;
- bepaalt dat Zilveren Kruis op verzoek van [geïntimeerde 1] c.s. de kosten van het verstrekken van de afschriften zal vergoeden;
- verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- houdt de beslissing over de kosten van het incident aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
- wijst af wat in het incident meer of anders is gevorderd;
- verwijst de hoofdzaak naar de rol van 8 oktober 2024 voor memorie van antwoord in de hoofdzaak aan de zijde van [geïntimeerde 1] c.s.;
- houdt iedere verdere beslissing aan.