ECLI:NL:GHDHA:2024:1454
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis in strafzaak
Op 20 juni 2024 heeft de verdachte een verzoekschrift ingediend tot schorsing van de voorlopige hechtenis bij het gerechtshof Den Haag. Dit verzoek is op 25 juli 2024 behandeld in raadkamer, waar de verdachte, zijn waarnemend advocaat mr. F. El Makhtari en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling aanwezig waren. De verdachte, geboren in 2005, verblijft in een penitentiaire inrichting en heeft eerder een veroordelend vonnis ontvangen van de rechtbank Rotterdam op 18 juni 2024.
De verdachte heeft aangevoerd dat hij zich tijdens een eerdere schorsing aan alle voorwaarden heeft gehouden en dat hij binnenkort zijn opleiding aan het Albeda college kan starten. Het hof heeft echter geoordeeld dat de ernstige bezwaren en de belangen van de strafvordering zwaarder wegen dan de persoonlijke belangen van de verdachte. De verdachte is eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit en heeft meerdere kansen gehad om zijn leven te beteren, maar heeft deze niet benut.
Bovendien heeft de verdachte zich niet gemeld na de opheffing van de schorsing van zijn voorlopige hechtenis, wat zijn verzoek verder ondermijnt. Het hof heeft daarom besloten het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen. De beschikking is gegeven op 25 juli 2024 door de voorzitter en leden van het hof, en is ondertekend door de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.