Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 13 maart 2023, waarmee Laila Rotterdam in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 16 december 2022 ‘en alle daarop betrekking hebbende tussenvonnissen’;
- het arrest van dit hof van 9 mei 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast die (na uitstelverzoek van partijen) plaatsgevonden heeft op 10 oktober 2023;
- de memorie van grieven van Laila Rotterdam;
- de memorie van antwoord in principaal appel tevens grieven in incidenteel appel van [geïntimeerde 1] c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van Laila De Maas;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van Laila Rotterdam.
3.Feitelijke achtergrond
die de verhuurder zowiezo toekomt” zal inhalen in de toekomst en (5) dat hij een kennismaking met [naam 3] en een bezoek aan de zaak zal regelen zoals door [geïntimeerde 1] c.s. is verzocht. Over de door [naam 2] genoemde huurkorting van 50% vermeldt het verslag verder:
geeft aan dat dit voor hem onacceptabel is. Ali krijgt allerlei overheids steun ook om de huur te kunnen betalen. De redenering van Ali dat de 50% huurkorting als een vaststaand feit moet worden gezien wordt door [geïntimeerde 1] en [makelaar] niet geaccepteerd en tegengesproken.”
4.Procedure bij de rechtbank en de ontwikkelingen daarna
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Inzet van het principale hoger beroep
getuind” en er “
met open ogen in [is] gestonken”, en (12) dat hij bij de verkoop aan [geïntimeerde 1] c.s. niet heeft verteld over de Akte omdat de Akte voor hem niet meer aan de orde was. [V.O.F.] heeft in zijn verklaring evenwel onderschreven dat de handtekening van de verhuurder onder de Akte afkomstig is van V.O.F. [naam 1] , zodat het hof vooralsnog uitgaat van de authenticiteit van de Akte.
- Ten tijde van de datering van de Akte op 28 april 2020 was het verloop van de coronapandemie en de (duur van de) daartegen te nemen maatregelen nog verre van gewis, mede omdat het virus nog maar kort daarvoor was geconstateerd in Nederland, terwijl in de Akte al een huurvrije periode is vastgelegd van twaalf maanden “
- Tijdens de kennismakingsbijeenkomst op 15 mei 2021 heeft [naam 2] , die toen namens de huurder het woord heeft gevoerd, op geen enkele manier gewag gemaakt van een mogelijke opvolger voor Laila Rotterdam als huurder, terwijl de Akte van hem afkomstig was en hij als de franchisegever van de Laila restaurants bij de ondertekening ervan door [V.O.F.] aanwezig is geweest;
- Pas op 28 juni 2021, na door [geïntimeerde 1] c.s. te zijn aangemaand tot betaling van de achterstallige huurtermijnen over de maanden mei en juni 2021, heeft Laila Rotterdam voor het eerst [geïntimeerde 1] c.s. op de hoogte gebracht van het bestaan van de Akte;
- Blijkens het gespreksverslag van de makelaar van 15 mei 2021 heeft [naam 2] toen verklaard nader te gaan bekijken hoe hij de 50% huur “
- Tijdens het executie kort geding op 24 februari 2023 heeft Laila De Maas een op 13 april 2020 gedateerde bedrijfsovernameovereenkomst overgelegd waarin Laila Rotterdam aan [huurder] alle in het gehuurde aanwezige activa, inventaris en bij het gehuurde behorende contracten verkoopt, en middels bezitsverschaffing levert, zonder dat daar een kenbaar gemaakte koopsom tegenover staat en zonder dat duidelijk is wie van beide de lopende huurbetalingsverplichtingen en eventueel reeds ontstane huurschulden op zich neemt. Ook tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep hebben de advocaten van Laila Rotterdam en Laila De Maas daarover geen opheldering kunnen verschaffen. De pogingen van [geïntimeerde 1] c.s. om zich voor de huurachterstand te verhalen op de in het gehuurde aanwezige roerende zaken zijn door Laila Rotterdam en/of Laila De Maas gefrustreerd doordat de inventaris werd weggehaald nog voordat de voorzieningenrechter daarover op 27 februari 2023 uitspraak had gedaan;
- [geïntimeerde 1] c.s. hebben onder verwijzing naar openbaar beschikbare informatie van de overheid onderbouwd gesteld dat Laila Rotterdam ruim € 245.573,- op grond van de NOW-regeling heeft ontvangen, naast een bedrag van ruim € 384.032,- op grond van de TVL-regeling, totaal dus een bedrag van ruim € 629.605,- aan coronasteun, terwijl Laila Rotterdam de exploitatie van het gehuurde al per januari 2021 heeft gestaakt. Laila Rotterdam heeft dit alles niet betwist;
- Laila Rotterdam heeft evenmin betwist dat zij een bedrag van in totaal € 203.521,- aan coronasteun heeft ontvangen op 19 oktober 2021 en 27 januari 2022, dat wil zeggen ruim na het moment waarop zij haar bedrijf én de huurovereenkomst zou hebben overgedragen aan Laila De Maas;
- In zijn e-mailbericht van 30 juni 2021 heeft [huurder] zich namens Laila De Maas gemeld als de opvolgende huurder, maar hij heeft er nimmer blijk van gegeven zijn opvolgend huurderschap serieus te nemen en de huur daadwerkelijk te willen overnemen. [huurder] is nooit langsgekomen bij [geïntimeerde 1] c.s. voor een kennismaking, heeft nimmer gereageerd op (overleg)verzoeken van [geïntimeerde 1] c.s., was voor [geïntimeerde 1] c.s. telefonisch onbereikbaar en is tijdens de vele (kort geding) procedures tussen partijen nimmer in persoon verschenen. [geïntimeerde 1] c.s. hebben verklaard [huurder] nooit te hebben gesproken of gezien. Ook tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep was [huurder] niet aanwezig om over de vele vragen die bij het hof (en bij [geïntimeerde 1] c.s.) leven rondom de Akte en de totstandkoming daarvan opheldering te verschaffen. Zelfs zijn eigen raadsman heeft tijdens de voor dat doel ingelaste schorsing van de zitting geen contact met [huurder] kunnen leggen;
- [huurder] is tevens (indirect) de aandeelhouder/bestuurder van Laila Utrecht B.V., welke vennootschap op 9 januari 2024 in staat van faillissement is verklaard. [geïntimeerde 1] c.s. hebben tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep gesteld dat [huurder] zich (ook) voor de curator onvindbaar houdt, terwijl deze vennootschap een schuld heeft van ruim 1,5 miljoen euro. Laila De Maas heeft ter zitting aangegeven van de curator te hebben begrepen dat dit inderdaad de situatie is rond het faillissement van Laila Utrecht B.V.;
- Blijkens het door [geïntimeerde 1] c.s. bij inleidende dagvaarding overgelegde uittreksel uit het Handelsregister is Laila De Maas eerst twee dagen vóór de door [huurder] jegens [geïntimeerde 1] c.s. ingeroepen indeplaatsstelling opgericht, met [huurder] als enige en zelfstandig bevoegde bestuurder, zonder daarin werkzame personen en met een geplaatst kapitaal van slechts 100 euro. De deurwaarder heeft navraag gedaan over door Laila De Maas aangehouden bankrekeningen, maar bij ABN AMRO, ING, Rabobank en SNS is Laila De Maas niet bekend, aldus de deurwaarder in zijn e-mail aan de raadsman van [geïntimeerde 1] c.s. van 18 december 2023. Laila De Maas is daar niet nader op ingegaan en heeft met name niet duidelijk gemaakt waar Laila De Maas dan wél haar bankrekeningen houdt;
- Navraag door (de advocaat van) [geïntimeerde 1] c.s. bij de Gebiedsadviseur Horeca van de gemeente Rotterdam heeft uitgewezen dat de exploitatievergunning voor het gehuurde van rechtswege is vervallen per 13 januari 2021 en dat sedertdien noch door Laila Rotterdam, noch door Laila De Maas een nieuwe vergunning is aangevraagd;
- Weliswaar heeft Laila De Maas haar bezoekadres volgens het Handelsregister op het adres van het gehuurde, maar van een feitelijke ingebruikname door Laila De Maas, of pogingen daartoe, is nooit sprake geweest;
- Stedin heeft [geïntimeerde 1] c.s. laten weten dat de energielevering aan het gehuurde is
- Noch door Laila Rotterdam, noch door Laila De Maas is ooit aan [geïntimeerde 1] c.s. huur
7.Beslissing
Het hof:
- vernietigt gedeeltelijk het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 16 december 2022, namelijk alleen voor zover de vordering van [geïntimeerde 1] c.s. tot ontbinding van de huurovereenkomst daarin is afgewezen;
- bekrachtigt dit vonnis voor het overige;
- ontbindt de tussen [geïntimeerde 1] c.s. als verhuurder en Laila Rotterdam als huurder bestaande huurovereenkomst betreffende de bedrijfsruimte gelegen aan de Charloisse Hoofd 47 te Rotterdam;
- veroordeelt Laila De Maas in de kosten van de procedure
- bepaalt dat als Laila De Maas niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Laila De Maas de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- veroordeelt Laila Rotterdam in de kosten van de procedure
- bepaalt dat als Laila Rotterdam niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Laila Rotterdam de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.