Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verdere procesverloop in hoger beroep
- Een memorie na tussenarrest van de zijde van Fairmount (met bijlagen)
- Een memorie na tussenarrest van de zijde van [geïntimeerde] (met bijlagen)
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
Samenvattende overwegingen in het tussenarrest
agency feevan USD 2.000,- per maand (project 1) voor vergoeding in aanmerking komt gedurende een periode van twee jaar na de beëindiging van de gewijzigde managementovereenkomst (rov. 6.11 en 6.13.1 van het tussenarrest).
- de scenario’s 1 en 3: Fairmount had voor een concreet project een zeesleepboot beschikbaar en
- de scenario’s 2 en 4: Fairmount had voor een concreet project geen zeesleepboot beschikbaar.
- de scenario’s 1 en 2: Fairmount heeft een offerte uitgebracht/opgemaakt, maar er is – via ALP – in bijna alle gevallen voor (een schip van) Harms gekozen.
- de scenario’s 3 en 4: Fairmount heeft geen offerte uitgebracht/opgemaakt en er is – via ALP – in bijna alle gevallen voor (een schip van) Harms gekozen.
- Zou er een samenwerkingsverband met Harms zijn geweest als ALP niet was opgericht?
- Zou Fairmount de projecten in de scenario’s 1 en 2 hebben uitgevoerd als ALP niet was opgericht ?
- Zouden de projecten in de scenario’s 3 en 4 in de hypothetische situatie aan Fairmount zijn gegund?
- Zou Fairmount in de hypothetische situatie de projecten in scenario 5 hebben uitgevoerd?
- Hoe moet de schade worden berekend?
Kommanditgesellschaften), die ieder eigen investeerders hadden en/of op het feit dat het met deze vennootschappen financieel niet goed ging. [geïntimeerde] heeft zijn standpunt dat Harms met haar Kommanditgesellschaften een onaantrekkelijke partner was, onvoldoende toegelicht.
anchor handlingen andere positioneringswerkzaamheden, waarvoor de zeeslepers minder geschikt waren. Onder verwijzing naar het Hermes-rapport en de verklaring van [betrokkene 2], stelt [geïntimeerde] dat het aantal grote
Anchor Handling Tugs(AHT) in de periode vanaf 2009 juist explosief is gegroeid. Het marktaandeel van Fairmount is daarom bij lange na niet zo groot als Fairmount doet voorkomen, aldus [geïntimeerde].
project 32onder scenario 4 gebracht. Dit betreft een door ALP gesloten ‘long term charter party’ van drie jaar ter zake van de AHT BRODOPAS ALFA en de AHT BRODOPAS BETA. ALP heeft deze schepen op basis van long term charter doorverhuurd aan ENI. Fairmount voert aan dat zij dezelfde transacties had kunnen sluiten als ALP niet was opgericht.
- Bij project 10 voert [geïntimeerde] aan dat Harms de opdracht heeft uitgevoerd voor USD 2.150.000,- terwijl Fairmount offreerde voor USD 3.800.000,-. Het is daarom onaannemelijk dat Fairmount voor dat veel hogere bedrag de opdracht had mogen uitvoeren. (nr. 17.18 memorie [geïntimeerde]).
- Bij project 14 stelt [geïntimeerde] dat er had moeten worden gerekend met twee zeeslepers, in plaats van één zeesleper en dat Fairmount met 71 dagen rekent, maar haar deskundige uitgaat van 59 dagen (nr. 17.27 memorie [geïntimeerde]).
- Bij project 21 signaleert [geïntimeerde] fouten in de berekening van HKA Global, zoals ten aanzien van het aantal dagen dat er gevaren zou moeten worden en ten aanzien de brandstofkosten (nr. 17.34 en 17.35 memorie [geïntimeerde]).
- bij project 27.5 voert [geïntimeerde] aan dat Fairmount ten onrechte rekent met omzet in plaats van verlies (nr. 17.12 memorie [geïntimeerde]).
.
projecten 9.2, 10, 14 en 21vallen onder scenario 2. De
projecten 5 en 27.5vallen onder scenario 1 of 2; Fairmount mag nog reageren op de stellingen van [geïntimeerde].
Project 9.1vormt onvoldoende basis voor toewijsbare schadevergoeding (rov. 2.17).
de projecten 15, 26, 27.1, 27.2, 27.4, 27.7, 27.9, 27.11, 27.14, 27.15, 29 en 30(rov. 2.25 en 2.26).
de projecten 6, 8, 18, 22, 23, 27.8, 27.10, 27.12 en 28(rov. 2.24 en 2.28). Een uitzondering geldt voor
project 32dat onvoldoende basis vormt voor toewijzing van schadevergoeding (rov. 2.31).
projecten 13, 20, 27.3 en 27.13(rov. 2.33).
project 1zal Fairmount in de gelegenheid worden gesteld te reageren op de stelling van [geïntimeerde] dat er salariskosten in mindering moeten worden gebracht op het schadebedrag (rov. 2.50).
3.Beslissing
- verwijst de zaak naar de rol van zes weken na de dag van deze uitspaak voor het nemen van een memorie aan de zijde van Fairmount met het doel dat staat vermeld in de rechtsoverwegingen 2.52 en 2.53 van dit arrest;
- houdt iedere verdere beslissing aan.