Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om een zorgregeling en de vaststelling van kinderalimentatie tussen twee ouders na de ontbinding van hun geregistreerd partnerschap. De ouders, die moeite hebben met communicatie, werken onder leiding van een gecertificeerde instelling aan een uitbreiding van de zorgregeling voor hun twee minderjarige kinderen. De man heeft in hoger beroep de bestreden beschikking van de rechtbank Rotterdam aangevochten, waarin de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw was vastgesteld. De vrouw heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt om een wijziging van de zorgregeling en de hoogte van de kinderalimentatie.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders al lange tijd in een conflict verwikkeld zijn en dat de situatie van de kinderen stabiliteit behoeft. De gecertificeerde instelling heeft een voorstel gedaan voor de zorgregeling, dat door beide ouders wordt ondersteund. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd ten aanzien van de zorgregeling en een nieuwe regeling vastgesteld, waarbij de kinderen in de ene week bij de man verblijven van zaterdagochtend tot woensdagochtend en in de andere week van maandagochtend tot woensdagochtend.
Wat betreft de kinderalimentatie heeft het hof de ingangsdatum en het percentage van de zorgkorting bevestigd, en de alimentatie met ingang van 1 januari 2023 geïndexeerd. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de bestreden beschikking is voor het overige bekrachtigd.